Technische voorzieningen voor energiebesparing in of bij bestaande bedrijfsgebouwen [W] | RVO.nl | Rijksdienst

Service menu right

Technische voorzieningen voor energiebesparing in of bij bestaande bedrijfsgebouwen [W]

De terugverdientijd van de investering moet ten minste 5 jaar, maar niet meer dan 25 jaar bedragen. Als referentie dient bij bestaande bedrijfsgebouwen het historisch energiegebruik8.

De energiebesparing moet aantoonbaar het directe gevolg zijn van het gebruik van het bedrijfsmiddel waarin geïnvesteerd is.

De terugverdientijd moet als volgt worden berekend:

TVT = Investering  / (Energiegebruik per jaar x Energieprijs)oude situatie- (Energiegebruik per jaar x Energieprijs)nieuwe situatie 

  • Waarbij onder de investering alle kosten vallen die noodzakelijk zijn om het bedrijfsmiddel in gebruik te nemen. Financieringskosten vallen hier niet onder.
  • Waarbij de energieprijs moet worden gekozen uit onderstaande tabel, tenzij wordt bespaard op een andere energiedrager dan aardgas of elektriciteit. In dat geval dient de door de onderneming betaalde energieprijs te worden gebruikt.

 

Aardgas:

 

Inkoopomvang van de bedrijfsinrichting

[Nm3 per jaar]

Prijs per Nm3

1

Niet hoger dan 170.000 Nm3

€ 1,52

2

Hoger dan 170.000, niet hoger dan 1.000.000 Nm3

€ 1,20

3

Hoger dan 1 miljoen, niet hoger dan 10 miljoen Nm3

€ 1,10

4

Hoger dan 10 miljoen Nm3

€ 0,99

 

Elektriciteit:

 

Inkoopomvang van de bedrijfsinrichting

[kWh per jaar]

Prijs per kWh

1

Niet hoger dan 10.000 kWh

€ 0,30

2

Hoger dan 10.000, niet hoger dan 50.000 kWh

€ 0,33

3

Hoger dan 50.000, niet hoger dan 10 miljoen kWh

€ 0,26

4

Hoger dan 10 miljoen kWh

€ 0,22

Een voorbeeldberekening is te vinden op de website van de EIA: Berekenen terugverdientijd EIA | RVO.nl | Rijksdienst.

De voorzieningen moeten de energiebesparing realiseren door:

a. verbetering van de energie-efficiëntie door:
• toepassing van automatische meet- en regelapparatuur;
• toepassing van efficiëntere apparatuur;
• additionele efficiency-verhogende voorzieningen.

b. vermindering van de warmte- dan wel koellast door:
• beperking van ventilatie- of tochtverliezen.

c. warmtehergebruik door:
• warmteterugwinning.

d. efficiënte verlichting door:
• toepassing van automatische meet- en regelapparatuur;
• toepassing van efficiëntere apparatuur;
• additionele efficiency-verhogende voorzieningen.

Toelichting:
Als (een gedeelte van) een bedrijfsgebouw wordt vervangen en minimaal de bouwconstructie van het bedrijfsgebouw blijft bestaan, dan is er sprake van een bestaand bedrijfsgebouw (code 310000). Als (een gedeelte van) een bedrijfsgebouw tot op de fundamenten wordt afgebroken en er wordt nieuw gebouwd (vervanging van een bedrijfsgebouw), dan is er sprake van een nieuw bedrijfsgebouw (code 410000). Als er sprake is van een besparing op meerdere energiedragers (bijvoorbeeld gas en elektriciteit), dan moet de kostenbesparing van deze verschillende energiedragers bij elkaar worden opgeteld voor de berekening van de terugverdientijd van de investering.

8 Historisch energiegebruik
Onder het historisch energiegebruik wordt verstaan het totale energiegebruik gemeten over een representatieve periode, voorafgaand aan het moment van investeren, waarin het bedrijfsmiddel onder ontwerpomstandigheden is gebruikt, en gebaseerd op de oorspronkelijke specificaties van het bedrijfsmiddel.

| Gewijzigd op: 4 september 2023