Nederlandse bedrijven in Rwanda: “Mooi als je ziet dat er echt dingen veranderen”

Gepubliceerd op:
18 februari 2021

Norbert van Straaten en Tijs Boer bouwden elk een succesvol bedrijf op in Rwanda. Hoe pakten zij dat aan en wat heeft de Nederlandse ambassade daarbij betekend?

Met zijn bedrijf Holland Greentech (HGT) traint Norbert van der Straaten Afrikaanse boeren om verse groenten te telen voor Afrikaanse markten, onder het motto: ‘Feeding the cities’.

Begin klein als ondernemer

HGT richt zich op Oost-Afrika. Na een kantoor te hebben geopend in Rwanda (2015) volgden kantoren in Oeganda (2016), Zambia (2017) en Kenia (2018). HGT werkt samen met vooraanstaande Nederlandse leveranciers en verkoopt hun producten in Afrika. Lokale boeren geven de kennis door die daarbij hoort.

Norbert is een realist. Klein beginnen is vaak verstandig, vindt hij. Ondernemen is volgens hem een kwestie van samenwerken, opbouwen en een lange adem. “Het is mooi om na een tijdje te zien dat er echt dingen veranderen. Bijvoorbeeld als de boeren een mooie oogst hebben en hun eerste geld verdienen. Dat motiveert mij om verder te gaan.”

Een aardappelchipsfabriek in Rwanda

Thijs Boer, oprichter en managing director van Hollanda Fairfoods, begon in 2014 als start-up met het financieren van Nederlandse machines voor de Afrikaanse markt. In 2015 richtte hij de eerste aardappelchipsfabriek van Rwanda op. Inmiddels ondersteunt het bedrijf ook de lokale boeren bij het telen van betere aardappelen. Zo krijgen zij een beter inkomen en kan Hollanda Fairfoods betere chips maken.

Als Thijs zaken wil doen, is de Nederlandse ambassade zijn eerste contact. Hij kreeg daarbij steun uit het Agricultural Sustainable Development Fund (ASDF), een tip van de ambassade. “Met die steun, en de overheidscontacten waaraan zij ons hielpen, konden we actief de Rwandese markt op.”

Hulp met productpresentaties

De ambassade helpt ook bij het opzetten van nieuwe vestigingen, bij productpresentaties en met de import van pootgoed. Thijs: “De ambassades zijn altijd behulpzaam en adviserend. En ik hou de ambassades op de hoogte van wat er speelt bij ons bedrijf, zowel positief als negatief.”

Ook bij Norbert van HGT stond de Nederlandse ambassade aan de wieg van zijn Afrikaanse avontuur. Via de ambassade begon hij met zijn project in Rwanda. Toen dat project in Rwanda goed liep, kon Norbert de stap nemen naar een eigen kantoor in Kigali. Maar nog altijd heeft hij regelmatig contact met de ambassades. “Via hen nemen we nu bijvoorbeeld deel aan het YEP Programme van Buitenlandse Zaken dat investeert in jonge experts.”

Advies voor geïnspireerde ondernemers

Hebben de heren nog tips voor ondernemers die hun Afrikaanse voorbeeld willen volgen? Volgens Thijs is het verstandig om eerst zelf onderzoek te doen voordat je met je bedrijf begint. Als ondernemer moet je de markt goed verkennen én op de hoogte zijn van specifieke processen en regels bij de overheid, legt hij uit. “Zoek een goede accountant die de systemen en de lokale regelgeving voldoende kent, zodat je zeker weet dat je belastingtechnisch geen fouten maakt.”

Norbert pleit voor het in dienst nemen van lokale mensen want zij spreken de taal, zijn bekend met de cultuur en kennen de regels. “Regel je zaken goed, zoals werk- en verblijfsvergunningen en het aannemen van lokaal personeel.”

Meer weten over Rwanda? Bekijk de landeninformatie op onze website.

Benieuwd naar uw kansen in Rwanda?

Onze adviseurs helpen u graag verder.

In opdracht van:
  • Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bent u tevreden over deze pagina?