Subsidie voor investeringen in verduurzaming voor veehouderijlocaties met piekbelasting (Sbv)
Heeft u een veehouderij met melkvee, vleeskalveren of varkens? En wilt u de stikstofneerslag van uw veehouderijlocatie verminderen en de duurzaamheid vergroten? Dit kan door te investeren in een combinatie van bewezen technieken. Vraag hiervoor de Subsidie voor investeringen in verduurzaming voor veehouderijlocaties met piekbelasting (Sbv) aan.
Hoogte subsidie en aanvraagperiode
Webinar Sbv terugkijken
Op 25 september 2024 hebben wij een webinar georganiseerd over de Sbv. Hierin gaven wij informatie over de regeling en kreeg u antwoorden op een aantal veelgestelde vragen. Wilt u het webinar terugkijken? Dat kan via de link hieronder.
Voor wie
Deze subsidie is voor agrarisch ondernemers met een veehouderijlocatie die onder de aanpak piekbelasting valt. U kunt hier gebruik van maken als u een veehouderij heeft met:
- melkvee
- vleeskalveren
- varkens
U kunt subsidie krijgen als de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie op een overbelast Natura 2000-gebied 2500 mol of hoger is. Dit is de drempelwaarde voor de aanpak piekbelasting en de Sbv. Wilt u weten wat de stikstofvracht van uw locatie is? U berekent dit met de AERIUS Check. Na het invullen ziet u direct of uw locatie uitkomt op of boven de drempelwaarde. Meer hierover leest u bij AERIUS Check invullen.
Varkenshouders Noord-Brabant
Bent u varkenshouder en ligt uw veehouderijlocatie in de provincie Noord-Brabant? Voor u gelden sinds 1 juli 2024 strengere regels. Veehouders in deze regio moeten hun uitstoot verminderen met 85%. U kunt alleen subsidie krijgen wanneer u de uitstoot van uw veehouderijlocatie vermindert met meer dan 85%. Niet alle maatregelen halen dit doel. Daarom heeft u voor uw veehouderijlocatie minder opties.
Waarvoor krijgt u subsidie?
U kunt subsidie krijgen voor investeringen die (samen) zorgen voor minder uitstoot van ammoniak. En voor maatregelen die zorgen voor een verbetering van de brandveiligheid of het dierenwelzijn. U investeert dus niet in één maatregel, maar altijd in een combinatie. U kunt investeren in 5 soorten maatregelen:
- Investeringen in nageschakelde technieken om ammoniak te verminderen (tabel 1). Hiermee voorkomt u zo veel mogelijk dat uitstoot de stal verlaat;
- Investeringen in brongerichte technieken om ammoniak te verminderen (tabel 2). U zorgt er zo voor dat er minder stikstofuitstoot ontstaat. Een brongerichte techniek zorgt daardoor voor een beter stalklimaat en verbetering van het dierenwelzijn;
- Investeringen in brandveiligheid zodat rook en vuur minder snel verspreiden als er brand uitbreekt (tabel 3). Hiermee voorkomt u schade aan uw stal en dieren. Dit is nodig omdat elektrische installaties zorgen voor een hoger risico op brand;
- Investeringen in dierenwelzijn (tabel 4). Hiermee zorgt u ervoor dat het dierenwelzijn op uw bedrijf verbetert.
- Aanvullende investeringen in emissiereductie buiten de stal (tabel 5). Dit zijn technieken die de uitstoot van ammoniak verminderen.
Een overzicht van alle maatregelen vindt u in de Investeringslijst Sbv. In dit zoekregister kunt u de maatregelen filteren. Zo ziet u overzichtelijk welke investeringen voor uw veehouderijlocatie mogelijk zijn. U vindt de maatregelen ook in tabel 1 tot en met 5 in de regelingstekst.
De maatregelen uit tabel 1 en 2 zijn bewezen technieken uit Bijlage V en Bijlage VI van de Omgevingsregeling. De maatregelen uit tabel 3 zijn gebaseerd op de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Deze zijn aangepast op basis van inzichten van experts op het gebied van brandveiligheid. De maatregelen uit tabel 4 komen ook uit de MDV.
Hoe investeringen combineren
Welke maatregelen u kunt kiezen hangt af van welke dieren u houdt. U doet de investeringen voor hetzelfde dierenverblijf.
Zo investeert u per diersoort
Houdt u melkvee? U combineert een brongerichte techniek (tabel 2) met een investering in brandveiligheid (tabel 3). De andere technieken (uit tabel 4 en 5) zijn niet verplicht, maar mogen wel.
Houdt u varkens of vleeskalveren? U kiest een nageschakelde techniek (tabel 1) en moet ook nog investeren in een andere techniek. Hiervoor heeft u 2 opties:
- U investeert ook in het verbeteren van brandveiligheid (tabel 3) en dierenwelzijn (tabel 4). U kunt ook investeren in emissiereductie buiten de stal (tabel 5) en als varkenshouder ook in een brongerichte techniek (tabel 2), maar dit hoeft niet.
- U kiest als varkenshouder nog een brongerichte techniek (tabel 2) en investeert ook in het verbeteren van brandveiligheid (tabel 3). U kunt ook investeren in dierenwelzijn (tabel 4) en emissiereductie buiten de stal (tabel 5), maar dit hoeft niet.
Doet u investeringen voor een bestaande stal? Om de brandveiligheid te verbeteren, kunt u uit tabel 3 alleen kiezen voor een opslagruimte voor brandbare voer- en strooiselmaterialen buiten het brandcompartiment met de dierverblijven. Heeft u al zo’n opslagruimte? Dan hoeft u geen andere investering uit tabel 3 te doen, maar het mag wel.
Keuzehulp bij investeringen
Hoeveel subsidie
Voor de investeringen krijgt u subsidie voor maximaal 80% van de kosten. Het minimale subsidiebedrag is € 25.000 en het maximale subsidiebedrag is € 600.000 per veehouderijlocatie. Deze subsidie krijgt u alleen voor de aankoop en installatie van deze technieken. Is het voor de installatie nodig dat u aanpassingen maakt in uw stal? Dan kunt u hier meestal ook subsidie voor krijgen.
Wilt u van een maatregel of techniek weten waar u specifiek subsidie voor krijgt? Kijk dan in de Investeringslijst Sbv of in de tabellen van de regelingstekst. Daar leest u welke kosten in aanmerking komen voor subsidie en voor welke kosten u geen subsidie krijgt.
Het is belangrijk dat u nog geen kosten maakt voordat u subsidie aanvraagt. U mag wel offertes en prijsopgaven aanvragen, maar bijvoorbeeld nog geen overeenkomst met een leverancier tekenen.
Wat valt niet onder de subsidie?
U krijgt geen subsidie voor ondersteunende en extra kosten. Dit zijn bijvoorbeeld:
- kosten voor de aanschaf, verbetering en verwerving van grond;
- investeringen in tweedehands technieken, installaties, machines, apparatuur of uitrusting;
- investeringen die u moet doen om aan de wet te voldoen, zoals het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
- afsluitingskosten, bijvoorbeeld als het gaat om lease;
- kosten op de offerte voor advies en begeleiding van de leverancier, nadat de techniek of maatregel is geleverd;
- kosten voor onderhoud van de investering(en);
- kosten voor de controleverklaring van de accountant;
- eigen uren van de veehouder.
Voorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen, gelden er voorwaarden. Per diercategorie gelden daarnaast aanvullende voorwaarden.
Algemene voorwaarden
- U bent veehouder en houdt melkvee, vleeskalveren en/of varkens.
- U doet een aanvraag voor één veehouderijlocatie. Een veehouderijlocatie is een locatie met meestal één of soms meer Uniek(e) Bedrijfsnummer(s) (UBN). Om te bepalen wat één locatie is, gaat u uit van uw natuurvergunning.
- U berekent de stikstofvracht (stikstofdepositie) van uw locatie met de AERIUS Check. Ga uit van het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 (het referentiejaar) op uw locatie heeft gehouden. Meer hierover leest u bij AERIUS Check invullen.
- De stikstofvracht van uw bedrijfslocatie op een overbelast Natura 2000-gebied is minimaal 2500 mol. Dit gebied ligt binnen 25 kilometer van uw bedrijfslocatie. Als u de AERIUS Check heeft ingevuld, ziet u meteen wat de stikstofvracht van uw locatie is. Als u subsidie aanvraagt, controleren wij uw ingevulde gegevens.
- U investeert in ieder geval in één bewezen staltechniek om de uitstoot van ammoniak te verminderen.
- U investeert in ieder geval in één maatregel om de brandveiligheid te vergroten.
- U houdt zich aan de wettelijke regels voor het houden van een veehouderij.
- U rondt uw project af binnen 2 jaar na de definitieve beslissing op uw aanvraag.
- Het gemiddelde aantal dieren op uw veehouderijlocatie mag 5 jaar na vaststelling van de subsidie niet stijgen vergeleken met het referentiejaar.
Voorwaarden voor melkveehouders
Bent u melkveehouder? Dan geldt:
- U investeert als melkveehouder om de uitstoot van ammoniak te verminderen in een Lely Sphere.
- U investeert in minstens één maatregel om de brandveiligheid te vergroten.
#00:00:00# Speaker1: De uitstoot voor en na,
die is met 73 tot 77% gezakt.
#00:00:05# Speaker1: Mijn naam is Mark Derks.
#00:00:06# We zijn hier op melkveebedrijf
de Westrand in Sint Anthonis.
#00:00:11# Speaker1: Ik heb geïnvesteerd in de Lely Sphere.
Voornamelijk omdat wij door Stal Aanpak Brabant...
#00:00:17# iets moesten en dit voor ons een
goede oplossing leek.
#00:00:21# De Lely Sphere levert ons
drie verschillende meststromen op...
#00:00:25# zodat wij eigenlijk efficiënter
om kunnen gaan met de nutriënten.
#00:00:30# De circulaire meststoffen, dat
zijn onder andere de drijfmest.
#00:00:33# Die hebben we hier in ene kelder zitten en
in de andere kelder valt eigenlijk...
#00:00:37# voornamelijk de urine doorheen door de gaatjes in de strips.
#00:00:41# En de derde mest stroom, dat is eigenlijk het
waswater van de luchtwasser.
#00:00:46# Speaker2: Met de Lely Sphere wordt de traditionele
roostervloer dus dicht gelegd met RVS strips.
#00:00:51# Speaker2: Dit betekent ook dat het eigenlijk de mest
meteen met de urine gescheiden wordt vanuit de bron.
#00:00:56# Dus je ziet dat er kleine gaatjes in
de strips zitten.
#00:00:59# Hierdoor gaat de urine die stroomt daar nog doorheen.
#00:01:01# En de dikke fractie die blijft op de strips op de vloer liggen.
#00:01:05# En daar hebben we de collector de
mest verzamel robot voor.
#00:01:08# Die pakt hij op en die werkt
eigenlijk als een grote stofzuiger.
#00:01:11# Die brengt dat naar één lokale dump plek in de stal
en dan kan je ook nog in de kelder...
#00:01:17# een aparte urine kelder en een aparte mest kelder
hebben om zo die aparte stromen te houden op je bedrijf.
#00:01:22# Speaker1: Het verschil voor en na de Lely Sphere is het
afzuigen van de lucht.
#00:01:26# Daardoor vang je zo'n om en nabij tien kilo
stikstof af per koe.
#00:01:32# Deze is weer te benutten op het land als
kunstmest, als vervanging van kunstmest.
#00:01:36# Daardoor voldoet hij ook aan de milieuregelgeving.
#00:01:40# Zelfs verder en zijn er wel mogelijkheden.
#00:01:43# Speaker2: De installatie van Lely Sphere hangt eigenlijk
alleen af van de aanpassingen die in de stal nog moeten gebeuren...
#00:01:49# en in principe is binnen twee weken
installatie mogelijk voor Sphere.
#00:01:54# Speaker1: We ruiken hier nu geen mest en urine meer.
#00:01:58# Speaker1: We ruiken hier eigenlijk voornamelijk het
verse voer en ook met het mest mixen wil nog...
#00:02:04# Speaker1: wel eens dampen omhoog komen.
#00:02:05# Hebben wij nu echt geen last meer omdat
dit allemaal afgezogen wordt.
#00:02:09# De stal is wat schoner en
frisser geworden daardoor.
Voorwaarden voor vleeskalverhouders en varkenshouders
Bent u vleeskalverhouder of varkenshouder? Dan kunt u uit tabel 1 alleen investeren in een luchtwasser. Hiervoor geldt:
- U sluit een overeenkomst af met een deskundige. Bijvoorbeeld de leverancier van de luchtwasser. In de overeenkomst moet staan dat u real-time gegevens levert van het elektronisch monitoringssysteem van de luchtwasser. Zo kan de deskundige op afstand zien of de luchtwasser goed werkt. U gebruikt voor uw aanvraag hiervan de offerte, de overeenkomst mag nog niet getekend zijn.
- De luchtwasser moet zo worden geïnstalleerd dat de concentratie van ammoniak maximaal 20 ppm ter hoogte van de kop van het dier is. De concentratie koolstofdioxide mag maximaal 3.000 ppm ter hoogte van de kop van het dier zijn. U bent hiervoor verantwoordelijk.
- U moet het ventilatiekanaal, de ventilatoren en het sprinklersysteem regelmatig (laten) reinigen en stofvrij houden.
00:00:00:16 - 00:00:04:14
Het ministerie van LVVN heeft ons een vraag gesteld welke technieken zijn nu heel...
00:00:04:14 - 00:00:08:07
kansrijk en ook heel robuust, waarvan we zeker weten dat ze goed werken om die...
00:00:08:07 - 00:00:10:05
uitstoot te verminderen?
00:00:10:05 - 00:00:13:07
Ik ben Hans Groot Wassink. Ik werk bij Wageningen Livestock Research.
00:00:13:07 - 00:00:16:20
Wij doen een onderzoek naar de uitstoot uit stallen en ook naar de effecten...
00:00:16:20 - 00:00:20:06
van technieken om dat te verminderen.
00:00:21:13 - 00:00:24:11
Uit een stal komt ventilatielucht en al die lucht die...
00:00:24:11 - 00:00:29:12
uit de stal gaat, komt door een luchtwasser heen. En in een luchtwasser breng je al de...
00:00:29:12 - 00:00:34:15
lucht in contact met water door sproeiers, door contactoppervlak, in een waspakket,
00:00:34:16 - 00:00:38:18
ammoniak lost op, een deel van de geur lost op en ook het fijnstof slaat daarin neer...
00:00:38:18 - 00:00:42:19
en als dan de lucht gewassen is, gaat hij uit de stal naar de buitenlucht.
00:00:42:23 - 00:00:47:13
Om een luchtwasser goed te laten werken is het belangrijk dat je hem goed onderhoudt...
00:00:47:13 - 00:00:50:23
en goed in de gaten houdt of de werking is zoals het zou moeten zijn.
00:00:50:23 - 00:00:54:02
Bijvoorbeeld is de pH van het waswater in orde.
00:00:54:17 - 00:00:56:08
En als onderhoud is het belangrijk...
00:00:56:08 - 00:00:58:16
dat je regelmatig je sensoren schoonmaakt.
00:00:58:16 - 00:01:03:15
Zonder goed onderhoud van een luchtwasser kunnen er storingen in de wasser ontstaan en...
00:01:03:15 - 00:01:05:23
gaat de werking ervan heel snel achteruit.
00:01:07:18 - 00:01:10:18
In de Sbv-regeling is nu de verplichting opgenomen...
00:01:10:18 - 00:01:15:12
dat er online monitoring is van de luchtwasser. Dat maakt het voor de veehouder...
00:01:15:12 - 00:01:20:22
en ook voor een onderhoudspartij, dat kan de leverancier zijn of een andere partij,
00:01:20:22 - 00:01:24:17
die krijgen daarmee inzicht in de luchtwasser. Hoe werkt deze nu?
00:01:24:17 - 00:01:26:06
Hoe draait deze? Werkt deze goed?
00:01:26:09 - 00:01:28:23
Je kunt dat ook zien als je naar de luchtwasser toe gaat...
00:01:29:00 - 00:01:32:13
en op het scherm kijken. Maar dat is altijd een momentopname.
00:01:32:13 - 00:01:34:08
Je wil graag een langere tijd kunnen zien...
00:01:34:08 - 00:01:39:05
en dan ook als je het ziet daar een signaal van krijgen om actie te gaan ondernemen.
00:01:39:05 - 00:01:42:11
Uiteindelijk blijft de eerste verantwoordelijkheid bij de veehouder, maar...
00:01:42:11 - 00:01:46:05
die kan daar wel met een leverancier een onderhoudspartij afspraken mee maken...
00:01:46:05 - 00:01:50:11
zodat er twee paar ogen naar kijken zodat er sneller gereageerd kan worden...
00:01:50:11 - 00:01:52:03
en de wasser beter blijft functioneren.
00:01:52:23 - 00:01:55:03
Daardoor werkt de luchtwasser nu en in de toekomst...
00:01:55:03 - 00:01:56:24
zoals hij moet werken.
Uw aanvraag voorbereiden
AERIUS Check invullen
U berekent de stikstofneerslag van uw veehouderijlocatie met de AERIUS Check. Als u begint met invullen, ziet u de velden Type en Rekenjaar. Deze staan standaard op Referentie en het huidige jaar. Dit klopt, dus u hoeft dit niet te veranderen. In de AERIUS Check staat daarnaast dat u een berekening doet voor de Lbv(-plus). U kunt deze berekening ook voor Sbv gebruiken.
In de AERIUS Check vult u ook informatie in over uw dieren. Hiervoor gebruikt u het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 op uw locatie heeft gehouden. Was 2021 niet representatief voor het jaarlijks gemiddeld gehouden aantal landbouwhuisdieren? Bijvoorbeeld door een dierziekte? Dan mag u uitgaan van een ander referentiejaar, namelijk 2019 of 2020. U moet in uw aanvraag wel uitleggen waarom 2021 voor u niet representatief was. Hiervoor stuurt u bewijs mee.
Een handleiding voor de AERIUS Check vindt u op de website Ons Levend Landschap. Heeft u vragen over de AERIUS Check? Neem dan contact op met de helpdesk van BIJ12.
Bijlagen verzamelen voor uw aanvraag
U stuurt met uw aanvraag een aantal documenten mee. Het is daarom handig om deze vooraf te verzamelen. U stuurt de volgende documenten met uw aanvraag mee. Wilt u weten of u alles heeft verzameld? Hiervoor kunt u de checklist gebruiken.
U verzamelt de offertes van de investeringen waarvoor u subsidie aanvraagt. Hierin staat een onderbouwing van de werkzaamheden en de gebruikte technieken. Zorgt dat de leverancier ook de naam, het nummer van de stal(len) en het aantal dierplaatsen en afdelingen opneemt in de offerte. Noem als ook het stalsysteem (OW-nummer), als deze er is. Uit de offertes moet ook blijken dat u de maatlat duurzame veehouderij volgt.
Investeert u in een luchtwasser? Dan stuurt u ons een kopie van de offerte van de overeenkomst met de deskundige. Dit is de deskundige waarmee u de real-time gegevens gaat delen. U mag deze overeenkomst nog niet getekend hebben voor u subsidie aanvraagt.
Stuur bij uw aanvraag stukken mee waarin u laat zien hoe u uw eigen deel van de investeringen gaat betalen. De onderbouwing van uw eigen aandeel laat u zien bijvoorbeeld met een jaarrekening, een verklaring van een bank, kopie van een lening of iemand die samen met u investeert.
U kunt hier bijvoorbeeld de kadastrale kaart voor gebruiken. Noem op de plattegrond de nummers van de stallen waarin u gaat investeren. En geef eventueel op de plattegrond aan waar u de investeringen buiten de stal doet, of waar u de opslagruimte brandbare voer- en strooiselmaterialen heeft (gepland).
Ga bij het invullen uit van het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 op uw locatie heeft gehouden. U kunt de berekening opslaan nadat u de AERIUS Check heeft ingevuld.
Bijvoorbeeld uw veesaldokaart, veestaat of diertelkaart. Hierop moet het gemiddelde aantal dieren per diercategorieën staan. Het gaat om de diercategorieën uit bijlage II van de Meststoffenwet. U kunt de gecombineerde opgave hier niet voor gebruiken.
Dit zijn de vergunningen of meldingen van uw huidige situatie. Bijvoorbeeld een melding activiteitenbesluit milieubeheer, omgevingsvergunning beperkte milieutoets of omgevingsvergunning milieu. In uw documenten staat in ieder geval welk stalsysteem u nu heeft en het aantal dieren dat daarbij hoort. Dit moet het stalsysteem zijn waarop u de AERIUS Check gebaseerd heeft.
Bijvoorbeeld een vergunning voor een milieubelastende activiteit, een melding Besluit activiteiten leefomgeving of een melding activiteitenbesluit milieubeheer. In de documenten staat in ieder geval welk stalsysteem u gaat gebruiken. Dit moet hetzelfde stalsysteem zijn als waarvoor u subsidie aanvraagt. Noem ook het aantal dieren dat bij het stalsysteem hoort.
Welke vergunningen of meldingen u precies nodig heeft, verschilt per bedrijf. Dat hangt bijvoorbeeld af van de grootte en de locatie van uw bedrijf. Als u deze vergunningen bij de aanvraag nog niet heeft, stuurt u ze later op.
Heeft u al een opslagruimte voor brandbare voer- en strooiselmaterialen buiten het brandcompartiment met de dierverblijven? En investeert u niet in een andere maatregel (uit tabel 3) om de brandveiligheid te verbeteren? Stuur dan een bewijs mee dat laat zien dat u de opslagruimte heeft. Bijvoorbeeld een factuur en een aantal foto's.
Welke vergunningen heeft u nodig?
Bij uw aanvraag stuurt u alle vergunningen of meldingen mee die u nodig heeft voor uw bedrijf. Welke dat precies zijn, verschilt per bedrijf. Dat hangt bijvoorbeeld af van de grootte en de locatie van uw bedrijf en de activiteit die u gaat uitvoeren.
Omgevingsvergunning onderdelen ‘bouw’ en ‘milieu’
Wilt u een nieuwe stal bouwen of een bestaande stal grondig verbouwen? Dan heeft u vaak een omgevingsvergunning onderdeel ‘bouw’ nodig. Gaat u een emissiearm stalsysteem installeren zoals de Lely Sphere of een luchtwasser? In de Omgevingswet staat dat het installeren van een emissiearm stalsysteem wordt gezien als een milieubelastende activiteit. Daarom moet u de activiteit melden of een omgevingsvergunning onderdeel ‘milieu’ aanvragen.
Omgevingsvergunning onderdeel ‘Natura 2000-activiteit’
Heeft u een veehouderijlocatie bij een Natura 2000-gebied en wilt u een emissiearm stalsysteem gebruiken? Dan heeft u ook een omgevingsvergunning onderdeel Natura 2000-activiteit nodig. Deze vergunning kunt u niet krijgen op basis van de emissiefactoren uit bijlage 5 van de Omgevingsregeling. Hiervoor is altijd een passende beoordeling nodig. Ook een positieve weigering is niet voldoende om de stalsystemen van de Sbv toe te passen.
Het bevoegd gezag beoordeelt of u een vergunningsaanvraag of melding moet doen. Neem contact op met het bevoegd gezag wanneer u twijfelt u of u een vergunning nodig heeft. Of wanneer u niet zeker weet of u een melding moet doen. Voor de omgevingsvergunning onderdelen 'bouw' en ‘milieu’ is dit de gemeente. Voor het onderdeel ‘Natura-2000 activiteit’ is dit de provincie.
Vergunningen later opsturen?
Als u de nodige vergunningen voor de investeringen nog niet heeft, kunt u al wel een aanvraag doen. Komt uit onze beoordeling dat u subsidie kunt krijgen? Dan krijgt u de subsidie onder voorbehoud.
U kunt tot uiterlijk 2 jaar na ons besluit dat u subsidie krijgt de vergunningen opsturen. Heeft de gemeente of provincie uw nieuwe vergunning afgegeven? Dan moet u deze binnen 30 dagen naar ons opsturen. U start pas met uw investeringen nadat wij uw vergunning hebben ontvangen. En als u van ons bericht heeft gehad hierover.
Meerdere subsidies gebruiken (cumulatie)
U kunt voor een project meerdere subsidies gebruiken. Dit heet cumulatie. Deze subsidies komen meestal van verschillende bestuursorganen, daarom zitten hier voorwaarden aan. Wilt u subsidie vanuit de Sbv aanvragen en heeft u voor hetzelfde project al andere subsidie gekregen? Dan mag de som van deze subsidies niet hoger zijn dan het maximale bedrag aan subsidie dat u kunt krijgen. Dit is 80% van de kosten van uw investering. Vanuit de Sbv kunt u maximaal € 600.000 per veehouderijlocatie krijgen. Deze regels staan in het Kaderbesluit EZK en LNV-subsidies.
Heeft u subsidie ontvangen van een ander bestuursorgaan? Dit laat u zien met een positieve beslissing. Of een kopie van het ingevulde aanvraagformulier, als u nog geen beslissing heeft.
Iemand machtigen
U kunt een intermediair machtigen voor:
- aanvraag van uw subsidie;
- aanvraag van uw subsidie en bezwaar en beroep;
- aanvraag, beheer en vaststelling van uw subsidie;
- aanvraag, beheer en vaststelling van uw subsidie en bezwaar en beroep.
De intermediair geeft in het formulier aan waarvoor u hem heeft gemachtigd.
Aanvragen
U kunt de Sbv aanvragen tot en met 8 januari 2025 17:00 uur. U logt in met eHerkenning. Voor uw aanvraag heeft u minimaal niveau 3 met machtiging RVO diensten op niveau 3 nodig.
Wilt u subsidie aanvragen voor meerdere locaties? Doe dan per veehouderijlocatie een aanvraag.
Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider
Staat u voor belangrijke keuzes voor de toekomst van uw veehouderij? Zoals innoveren, omschakelen, verplaatsen of stoppen? Zo’n keuze kan ingrijpend zijn. Zeker als uw bedrijf al generaties in de familie is. Als u wilt, kunt u daarbij persoonlijke ondersteuning krijgen van een zaakbegeleider. Naast de diensten van uw eigen bedrijfsadviseur (met of zonder BAS-certificaat). De zaakbegeleider is vrijblijvend en kost u niks. Vraag uw zaakbegeleider aan op Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider.
Na uw aanvraag
Missen wij gegevens die geen invloed hebben op de beoordeling van uw aanvraag? Dan kunt u deze gegevens nog opsturen of aanpassen na de aanvraagperiode. U krijgt maximaal 13 weken na het sluiten van de regeling een beslissing. Hierin leest u of u subsidie krijgt.
Wanneer de aanvraagperiode voorbij is, kijken we hoeveel subsidie er in totaal is aangevraagd. Is dit bedrag hoger dan het budget van € 60 miljoen? Dan moeten we de aanvragen beoordelen op volgorde van een rangschikking. Een notaris bepaalt deze rangschikking door te loten.
Als we uw aanvraag beoordelen, controleren we eerst of deze aan de voorwaarden voldoet. Zien we bij de controle dat uw aanvraag niet compleet is? Dan krijgt u één keer de mogelijkheid om de aanvraag aan te vullen. Als u deze aanvullingen niet (op tijd) aanlevert, nemen wij uw aanvraag niet in behandeling. In dat geval nemen wij de eerstvolgende aanvraag in de lotingslijst in behandeling.
Wanneer u nog niet alle vergunningen heeft om de systemen in uw stal te installeren, stuurt u ons deze later. Dat kan uiterlijk 2 jaar na de beslissing op uw aanvraag. Op het moment dat u uw vergunning heeft, heeft u 30 dagen de tijd om ons een kopie te sturen.
Dit ligt aan het moment waarop u de vergunningen voor uw investering heeft. Heeft u de vergunningen bij uw aanvraag meegestuurd? Dan kunt u (op eigen risico) met het project beginnen nadat u subsidie heeft aangevraagd.
Heeft u de vergunningen later gekregen en deze naar ons opgestuurd? Dan beoordelen wij deze en krijgt u een beslissing. Als deze positief is, kunt u beginnen met de installatie van de stalsystemen.
Vanaf de start krijgt u ieder kwartaal een voorschot. Elk kwartaal krijgt u hetzelfde bedrag, zolang uw project loopt. Het totale voorschot is maximaal 90% van het subsidiebedrag dat in uw beslissing stond.
Verandert er iets in uw project? Geef dit aan ons door. Voor sommige aanpassingen moet u vooraf om toestemming vragen. Zo voorkomt u dat u minder of geen subsidie krijgt. Lees hoe u wijzigingen in uw project meldt in het wijzigingsformulier.
Bent u klaar met uw investeringsproject? Vraag binnen 13 weken na de afronding vaststelling van uw subsidie aan. Dit doet u voor elk project. Wij bepalen na uw aanvraag wat de definitieve subsidie is.
Stuur deze bijlagen mee bij het aanvragen van vaststelling van subsidie:
- een controleverklaring van een accountant of accountant-administratieconsulent als het subsidiebedrag € 125.000 of meer is
- een eindverslag
- een onderhoudscontract
Subsidiegegevens worden openbaar
De Sbv valt onder staatssteun. Volgens Europese regels zijn wij daarom verplicht om gegevens over deze subsidie openbaar te maken. Dit doen wij nadat wij uw subsidie is verleend. Wij maken dan deze gegevens openbaar:
- de naam van de aanvrager
- het subsidiebedrag
- uw provincie
- de sector van uw bedrijf
De gegevens blijven minstens 10 jaar beschikbaar.
Doel van de Sbv
Het doel van deze subsidie is de stikstofneerslag op kwetsbare natuur in Natura 2000-gebieden snel naar beneden te brengen. Zo kan de natuur weer herstellen. Met de Sbv investeert u in verduurzaming van uw veehouderijlocatie. Daarbij investeert u ook in het verbeteren van het dierenwelzijn, waaronder brandveiligheid. Meer over de regelingen uit de aanpak piekbelasting leest u op Minder stikstof uitstoten als agrarisch ondernemer.
Wetten en regels
Deze subsidie valt onder de regeling Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Deze investeringsmodule voor veehouderijlocaties met piekbelasting valt onder de aanpak piekbelasting.
U vindt de regelingstekst van de Sbv in de Staatscourant.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur