Open voor aanvragen

Subsidie voor investeringen in verduurzaming voor veehouderijlocaties met piekbelasting (Sbv)

Laatst gecontroleerd op:
21 november 2024
Gepubliceerd op:
2 september 2024

Heeft u een veehouderij met melkvee, vleeskalveren of varkens? En wilt u de stikstofneerslag van uw veehouderijlocatie verminderen en de duurzaamheid vergroten? Dit kan door te investeren in een combinatie van bewezen technieken. Vraag hiervoor de Subsidie voor investeringen in verduurzaming voor veehouderijlocaties met piekbelasting (Sbv) aan.

Hoogte subsidie en aanvraagperiode

Startdatum:
maandag 21 oktober 2024
09:00
Einddatum:
woensdag 8 januari 2025
17:00
Budget per aanvraag: € 25.000 tot € 600.000
Totaal budget:
€ 60.000.000

Webinar Sbv terugkijken

Op 25 september 2024 hebben wij een webinar georganiseerd over de Sbv. Hierin gaven wij informatie over de regeling en kreeg u antwoorden op een aantal veelgestelde vragen. Wilt u het webinar terugkijken? Dat kan via de link hieronder.

Voor wie

Deze subsidie is voor agrarisch ondernemers met een veehouderijlocatie die onder de aanpak piekbelasting valt. U kunt hier gebruik van maken als u een veehouderij heeft met: 

  • melkvee
  • vleeskalveren
  • varkens

U kunt subsidie krijgen als de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie op een overbelast Natura 2000-gebied 2500 mol of hoger is. Dit is de drempelwaarde voor de aanpak piekbelasting en de Sbv. Wilt u weten wat de stikstofvracht van uw locatie is? U berekent dit met de AERIUS Check. Na het invullen ziet u direct of uw locatie uitkomt op of boven de drempelwaarde. Meer hierover leest u bij AERIUS Check invullen.

Varkenshouders Noord-Brabant

Bent u varkenshouder en ligt uw veehouderijlocatie in de provincie Noord-Brabant? Voor u gelden sinds 1 juli 2024 strengere regels. Veehouders in deze regio moeten hun uitstoot verminderen met 85%. U kunt alleen subsidie krijgen wanneer u de uitstoot van uw veehouderijlocatie vermindert met meer dan 85%. Niet alle maatregelen halen dit doel. Daarom heeft u voor uw veehouderijlocatie minder opties.

Waarvoor krijgt u subsidie?

U kunt subsidie krijgen voor investeringen die (samen) zorgen voor minder uitstoot van ammoniak. En voor maatregelen die zorgen voor een verbetering van de brandveiligheid of het dierenwelzijn. U investeert dus niet in één maatregel, maar altijd in een combinatie. U kunt investeren in 5 soorten maatregelen: 

  • Investeringen in nageschakelde technieken om ammoniak te verminderen (tabel 1). Hiermee voorkomt u zo veel mogelijk dat uitstoot de stal verlaat;
  • Investeringen in brongerichte technieken om ammoniak te verminderen (tabel 2). U zorgt er zo voor dat er minder stikstofuitstoot ontstaat. Een brongerichte techniek zorgt daardoor voor een beter stalklimaat en verbetering van het dierenwelzijn;
  • Investeringen in brandveiligheid zodat rook en vuur minder snel verspreiden als er brand uitbreekt (tabel 3). Hiermee voorkomt u schade aan uw stal en dieren. Dit is nodig omdat elektrische installaties zorgen voor een hoger risico op brand;
  • Investeringen in dierenwelzijn (tabel 4). Hiermee zorgt u ervoor dat het dierenwelzijn op uw bedrijf verbetert.
  • Aanvullende investeringen in emissiereductie buiten de stal (tabel 5). Dit zijn technieken die de uitstoot van ammoniak verminderen. 

Een overzicht van alle maatregelen vindt u in de Investeringslijst Sbv. In dit zoekregister kunt u de maatregelen filteren. Zo ziet u overzichtelijk welke investeringen voor uw veehouderijlocatie mogelijk zijn. U vindt de maatregelen ook in tabel 1 tot en met 5 in de regelingstekst.

De maatregelen uit tabel 1 en 2 zijn bewezen technieken uit Bijlage V en Bijlage VI van de Omgevingsregeling.  De maatregelen uit tabel 3 zijn gebaseerd op de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Deze zijn aangepast op basis van inzichten van experts op het gebied van brandveiligheid. De maatregelen uit tabel 4 komen ook uit de MDV.

Hoe investeringen combineren

Welke maatregelen u kunt kiezen hangt af van welke dieren u houdt. U doet de investeringen voor hetzelfde dierenverblijf. 

Zo investeert u per diersoort

Houdt u melkvee? U combineert een brongerichte techniek (tabel 2) met een investering in brandveiligheid (tabel 3). De andere technieken (uit tabel 4 en 5) zijn niet verplicht, maar mogen wel.  

Houdt u varkens of vleeskalveren? U kiest een nageschakelde techniek (tabel 1) en moet ook nog investeren in een andere techniek. Hiervoor heeft u 2 opties: 

  • U investeert ook in het verbeteren van brandveiligheid (tabel 3) en dierenwelzijn (tabel 4). U kunt ook investeren in emissiereductie buiten de stal (tabel 5)  en als varkenshouder ook in een brongerichte techniek (tabel 2), maar dit hoeft niet.
  • U kiest als varkenshouder nog een brongerichte techniek (tabel 2) en investeert ook in het verbeteren van brandveiligheid (tabel 3). U kunt ook investeren in dierenwelzijn (tabel 4) en emissiereductie buiten de stal (tabel 5), maar dit hoeft niet.

Doet u investeringen voor een bestaande stal? Om de brandveiligheid te verbeteren, kunt u uit tabel 3 alleen kiezen voor een opslagruimte voor brandbare voer- en strooiselmaterialen buiten het brandcompartiment met de dierverblijven. Heeft u al zo’n opslagruimte? Dan hoeft u geen andere investering uit tabel 3 te doen, maar het mag wel.

Keuzehulp bij investeringen

Hoeveel subsidie

Voor de investeringen krijgt u subsidie voor maximaal 80% van de kosten. Het minimale subsidiebedrag is € 25.000 en het maximale subsidiebedrag is € 600.000 per veehouderijlocatie. Deze subsidie krijgt u alleen voor de aankoop en installatie van deze technieken. Is het voor de installatie nodig dat u aanpassingen maakt in uw stal? Dan kunt u hier meestal ook subsidie voor krijgen. 

Wilt u van een maatregel of techniek weten waar u specifiek subsidie voor krijgt? Kijk dan in de Investeringslijst Sbv of in de tabellen van de regelingstekst. Daar leest u welke kosten in aanmerking komen voor subsidie en voor welke kosten u geen subsidie krijgt.

Het is belangrijk dat u nog geen kosten maakt voordat u subsidie aanvraagt. U mag wel offertes en prijsopgaven aanvragen, maar bijvoorbeeld nog geen overeenkomst met een leverancier tekenen.

Wat valt niet onder de subsidie? 

 U krijgt geen subsidie voor ondersteunende en extra kosten. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • kosten voor de aanschaf, verbetering en verwerving van grond;
  • investeringen in tweedehands technieken, installaties, machines, apparatuur of uitrusting;
  • investeringen die u moet doen om aan de wet te voldoen, zoals het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
  • afsluitingskosten, bijvoorbeeld als het gaat om lease;
  • kosten op de offerte voor advies en begeleiding van de leverancier, nadat de techniek of maatregel is geleverd;
  • kosten voor onderhoud van de investering(en);
  • kosten voor de controleverklaring van de accountant;
  • eigen uren van de veehouder.

Voorwaarden

Om voor subsidie in aanmerking te komen, gelden er voorwaarden. Per diercategorie gelden daarnaast aanvullende voorwaarden. 

Algemene voorwaarden

  • U bent veehouder en houdt melkvee, vleeskalveren en/of varkens.
  • U doet een aanvraag voor één veehouderijlocatie. Een veehouderijlocatie is een locatie met meestal één of soms meer Uniek(e) Bedrijfsnummer(s) (UBN). Om te bepalen wat één locatie is, gaat u uit van uw natuurvergunning.
  • U berekent de stikstofvracht (stikstofdepositie) van uw locatie met de AERIUS Check. Ga uit van het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 (het referentiejaar) op uw locatie heeft gehouden. Meer hierover leest u bij AERIUS Check invullen. 
  • De stikstofvracht van uw bedrijfslocatie op een overbelast Natura 2000-gebied is minimaal 2500 mol. Dit gebied ligt binnen 25 kilometer van uw bedrijfslocatie. Als u de AERIUS Check heeft ingevuld, ziet u meteen wat de stikstofvracht van uw locatie is. Als u subsidie aanvraagt, controleren wij uw ingevulde gegevens.
  • U investeert in ieder geval in één bewezen staltechniek om de uitstoot van ammoniak te verminderen.
  • U investeert in ieder geval in één maatregel om de brandveiligheid te vergroten.
  • U houdt zich aan de wettelijke regels voor het houden van een veehouderij.
  • U rondt uw project af binnen 2 jaar na de definitieve beslissing op uw aanvraag. 
  • Het gemiddelde aantal dieren op uw veehouderijlocatie mag 5 jaar na vaststelling van de subsidie niet stijgen vergeleken met het referentiejaar.

Voorwaarden voor melkveehouders

Bent u melkveehouder? Dan geldt: 

  • U investeert als melkveehouder om de uitstoot van ammoniak te verminderen in een Lely Sphere
  • U investeert in minstens één maatregel om de brandveiligheid te vergroten.

Voorwaarden voor vleeskalverhouders en varkenshouders

Bent u vleeskalverhouder of varkenshouder? Dan kunt u uit tabel 1 alleen investeren in een luchtwasser. Hiervoor geldt:

  • U sluit een overeenkomst af met een deskundige. Bijvoorbeeld de leverancier van de luchtwasser. In de overeenkomst moet staan dat u real-time gegevens levert van het elektronisch monitoringssysteem van de luchtwasser. Zo kan de deskundige op afstand zien of de luchtwasser goed werkt. U gebruikt voor uw aanvraag hiervan de offerte, de overeenkomst mag nog niet getekend zijn.
  • De luchtwasser moet zo worden geïnstalleerd dat de concentratie van ammoniak maximaal 20 ppm ter hoogte van de kop van het dier is. De concentratie koolstofdioxide mag maximaal 3.000 ppm ter hoogte van de kop van het dier zijn. U bent hiervoor verantwoordelijk.
  • U moet het ventilatiekanaal, de ventilatoren en het sprinklersysteem regelmatig (laten) reinigen en stofvrij houden. 

Uw aanvraag voorbereiden

AERIUS Check invullen

U berekent de stikstofneerslag van uw veehouderijlocatie met de AERIUS Check. Als u begint met invullen, ziet u de velden Type en Rekenjaar. Deze staan standaard op Referentie en het huidige jaar. Dit klopt, dus u hoeft dit niet te veranderen. In de AERIUS Check staat daarnaast dat u een berekening doet voor de Lbv(-plus). U kunt deze berekening ook voor Sbv gebruiken. 

In de AERIUS Check vult u ook informatie in over uw dieren. Hiervoor gebruikt u het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 op uw locatie heeft gehouden. Was 2021 niet representatief voor het jaarlijks gemiddeld gehouden aantal landbouwhuisdieren? Bijvoorbeeld door een dierziekte? Dan mag u uitgaan van een ander referentiejaar, namelijk 2019 of 2020. U moet in uw aanvraag wel uitleggen waarom 2021 voor u niet representatief was. Hiervoor stuurt u bewijs mee. 

Een handleiding voor de AERIUS Check vindt u op de website Ons Levend Landschap. Heeft u vragen over de AERIUS Check? Neem dan contact op met de helpdesk van BIJ12.

Bijlagen verzamelen voor uw aanvraag

U stuurt met uw aanvraag een aantal documenten mee. Het is daarom handig om deze vooraf te verzamelen. U stuurt de volgende documenten met uw aanvraag mee. Wilt u weten of u alles heeft verzameld? Hiervoor kunt u de checklist gebruiken. 

Welke vergunningen heeft u nodig?

Bij uw aanvraag stuurt u alle vergunningen of meldingen mee die u nodig heeft voor uw bedrijf. Welke dat precies zijn, verschilt per bedrijf. Dat hangt bijvoorbeeld af van de grootte en de locatie van uw bedrijf en de activiteit die u gaat uitvoeren.

Omgevingsvergunning onderdelen ‘bouw’ en ‘milieu’

Wilt u een nieuwe stal bouwen of een bestaande stal grondig verbouwen? Dan heeft u vaak een omgevingsvergunning onderdeel ‘bouw’ nodig. Gaat u een emissiearm stalsysteem installeren zoals de Lely Sphere of een luchtwasser? In de Omgevingswet staat dat het installeren van een emissiearm stalsysteem wordt gezien als een milieubelastende activiteit. Daarom moet u de activiteit melden of een omgevingsvergunning onderdeel ‘milieu’ aanvragen.

Omgevingsvergunning onderdeel ‘Natura 2000-activiteit’

Heeft u een veehouderijlocatie bij een Natura 2000-gebied en wilt u een emissiearm stalsysteem gebruiken? Dan heeft u ook een omgevingsvergunning onderdeel Natura 2000-activiteit nodig. Deze vergunning kunt u niet krijgen op basis van de emissiefactoren uit bijlage 5 van de Omgevingsregeling. Hiervoor is altijd een passende beoordeling nodig. Ook een positieve weigering is niet voldoende om de stalsystemen van de Sbv toe te passen.  

Het bevoegd gezag beoordeelt of u een vergunningsaanvraag of melding moet doen. Neem contact op met het bevoegd gezag wanneer u twijfelt u of u een vergunning nodig heeft. Of wanneer u niet zeker weet of u een melding moet doen. Voor de omgevingsvergunning onderdelen 'bouw' en ‘milieu’ is dit de gemeente. Voor het onderdeel ‘Natura-2000 activiteit’ is dit de provincie. 

Vergunningen later opsturen?

Als u de nodige vergunningen voor de investeringen nog niet heeft, kunt u al wel een aanvraag doen. Komt uit onze beoordeling dat u subsidie kunt krijgen? Dan krijgt u de subsidie onder voorbehoud.

U kunt tot uiterlijk 2 jaar na ons besluit dat u subsidie krijgt de vergunningen opsturen. Heeft de gemeente of provincie uw nieuwe vergunning afgegeven? Dan moet u deze binnen 30 dagen naar ons opsturen.  U start pas met uw investeringen nadat wij uw vergunning hebben ontvangen. En als u van ons bericht heeft gehad hierover. 

Meerdere subsidies gebruiken (cumulatie)

U kunt voor een project meerdere subsidies gebruiken. Dit heet cumulatie. Deze subsidies komen meestal van verschillende bestuursorganen, daarom zitten hier voorwaarden aan. Wilt u subsidie vanuit de Sbv aanvragen en heeft u voor hetzelfde project al andere subsidie gekregen? Dan mag de som van deze subsidies niet hoger zijn dan het maximale bedrag aan subsidie dat u kunt krijgen. Dit is 80% van de kosten van uw investering. Vanuit de Sbv  kunt u maximaal € 600.000 per veehouderijlocatie krijgen. Deze regels staan in het Kaderbesluit EZK en LNV-subsidies. 

Heeft u subsidie ontvangen van een ander bestuursorgaan? Dit laat u zien met een positieve beslissing. Of een kopie van het ingevulde aanvraagformulier, als u nog geen beslissing heeft. 

Iemand machtigen

U kunt een intermediair machtigen voor:

  • aanvraag van uw subsidie;
  • aanvraag van uw subsidie en bezwaar en beroep;
  • aanvraag, beheer en vaststelling van uw subsidie;
  • aanvraag, beheer en vaststelling van uw subsidie en bezwaar en beroep.

De intermediair geeft in het formulier aan waarvoor u hem heeft gemachtigd. 

Aanvragen

U kunt de Sbv aanvragen tot en met 8 januari 2025 17:00 uur. U logt in met eHerkenning. Voor uw aanvraag heeft u minimaal niveau 3 met machtiging RVO diensten op niveau 3 nodig.

Wilt u subsidie aanvragen voor meerdere locaties? Doe dan per veehouderijlocatie een aanvraag.

Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider

Staat u voor belangrijke keuzes voor de toekomst van uw veehouderij? Zoals innoveren, omschakelen, verplaatsen of stoppen? Zo’n keuze kan ingrijpend zijn. Zeker als uw bedrijf al generaties in de familie is. Als u wilt, kunt u daarbij persoonlijke ondersteuning krijgen van een zaakbegeleider. Naast de diensten van uw eigen bedrijfsadviseur (met of zonder BAS-certificaat). De zaakbegeleider is vrijblijvend en kost u niks. Vraag uw zaakbegeleider aan op Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider.

Na uw aanvraag

Missen wij gegevens die geen invloed hebben op de beoordeling van uw aanvraag? Dan kunt u deze gegevens nog opsturen of aanpassen na de aanvraagperiode. U krijgt maximaal 13 weken na het sluiten van de regeling een beslissing. Hierin leest u of u subsidie krijgt.

Wanneer de aanvraagperiode voorbij is, kijken we hoeveel subsidie er in totaal is aangevraagd. Is dit bedrag hoger dan het budget van € 60 miljoen? Dan moeten we de aanvragen beoordelen op volgorde van een rangschikking. Een notaris bepaalt deze rangschikking door te loten.

Als we uw aanvraag beoordelen, controleren we eerst of deze aan de voorwaarden voldoet. Zien we bij de controle dat uw aanvraag niet compleet is? Dan krijgt u één keer de mogelijkheid om de aanvraag aan te vullen. Als u deze aanvullingen niet (op tijd) aanlevert, nemen wij uw aanvraag niet in behandeling. In dat geval nemen wij de eerstvolgende aanvraag in de lotingslijst in behandeling.

Stappenplan aanvraag beoordelen

Subsidiegegevens worden openbaar

De Sbv valt onder staatssteun. Volgens Europese regels zijn wij daarom verplicht om gegevens over deze subsidie openbaar te maken. Dit doen wij nadat wij uw subsidie is verleend. Wij maken dan deze gegevens openbaar:

  • de naam van de aanvrager
  • het subsidiebedrag
  • uw provincie
  • de sector van uw bedrijf

De gegevens blijven minstens 10 jaar beschikbaar.

Doel van de Sbv

Het doel van deze subsidie is de stikstofneerslag op kwetsbare natuur in Natura 2000-gebieden snel naar beneden te brengen. Zo kan de natuur weer herstellen. Met de Sbv investeert u in verduurzaming van uw veehouderijlocatie. Daarbij investeert u ook in het verbeteren van het dierenwelzijn, waaronder brandveiligheid. Meer over de regelingen uit de aanpak piekbelasting leest u op Minder stikstof uitstoten als agrarisch ondernemer.

Wetten en regels

Deze subsidie valt onder de regeling Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Deze investeringsmodule voor veehouderijlocaties met piekbelasting valt onder de aanpak piekbelasting.

U vindt de regelingstekst van de Sbv in de Staatscourant.

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bent u tevreden over deze pagina?