Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) kleinere sectoren
Denkt u er als veehouder over om te stoppen met uw veehouderijlocatie? En houdt u vleeskalveren, fokstieren, weidekoeien, zoogkoeien, geiten, vleeseenden of konijnen? U kunt de Landelijke beëindigingsregeling veehouderlocaties (Lbv) kleinere sectoren aanvragen.
Budget en aanvraagperiode
Meer aanvragen dan budget
Op 18 november 2024 kwamen er meer aanvragen binnen dan het beschikbare budget. Daarom hebben we de volgorde van beoordelen bepaald met een loting. We hebben de aanvragers hierover een e-mail gestuurd.
Was u van plan om de Lbv kleinere sectoren aan te vragen? Wij raden u aan dit toch nog te doen. Dit kan tot en met 20 december 2024.
Mogelijk meer budget
De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) spant zich in om extra geld beschikbaar te stellen. Het doel is dat alle aanvragers die aan de voorwaarden voldoen subsidie kunnen krijgen. Het kabinet, de Tweede en Eerste Kamer en de Europese Commissie moeten dit nog wel goedkeuren.
Voor wie
De Lbv kleinere sectoren is voor landbouwbedrijven die willen stoppen met een veehouderijlocatie. Het gaat om veehouderijen met:
- vleeskalveren (diercategorieën met diernummers 112, 115, 116, 117 en 122)
- overig rundvee: fokstieren (diercategorie met diernummer 104) en weide- en zoogkoeien (diercategorie met diernummer 120)
- geiten (diercategorieën met diernummers 600, 601 en 602)
- vleeseenden (diercategorieën met diernummers 801, 802 en 803)
- konijnen (diercategorieën met diernummers 900 en 901)
Drempelwaarde stikstofneerslag
U kunt subsidie aanvragen als de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie op of boven een bepaalde waarde uitkomt. Die waarde noemen we de drempelwaarde. Er zijn 2 opties:
- De stikstofvracht van uw veehouderijlocatie komt op of boven de drempelwaarde uit van een overbelast Natura 2000-gebied. Dit gebied ligt binnen 25 kilometer van uw veehouderijlocatie. De drempelwaarde is voor elk Natura 2000-gebied anders. Om subsidie te kunnen krijgen, is het genoeg als u bij één gebied aan de drempelwaarde voldoet. Een overzicht van de drempelwaarden vindt u in Bijlage 1 van de regelingstekst.
- De stikstofvracht van uw veehouderijlocatie op alle overbelaste Natura 2000-gebieden binnen een straal van 25 kilometer is minimaal 2500 mol stikstof per jaar. Dit is de drempelwaarde voor de aanpak piekbelasting.
U berekent de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie met de AERIUS Check. Na het invullen ziet u direct of uw locatie boven een van deze drempelwaarden uitkomt. En wat de stikstofvracht van uw locatie is. Meer hierover leest u bij AERIUS Check invullen.
Vleeskalveren en 2500 mol stikstofvracht
Houdt u vleeskalveren en is de stikstofvracht van uw locatie 2500 mol of hoger? Dan kunt u de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) aanvragen. U komt niet in aanmerking voor de Lbv kleinere sectoren.
Lbv kleinere sectoren actueel
Met de afbeelding hieronder houden wij u op de hoogte van de actuele cijfers van de Lbv kleinere sectoren. Hierop ziet u hoeveel aanvragen er zijn voor iedere soort veehouderij.
Op de afbeelding staat het aantal aanvragen voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) kleinere sectoren per soort veehouderij:
Geiten | 26 |
Konijnen | 7 |
Overig rundvee | 2 |
Vleeseenden | 7 |
Vleeskalveren | 44 |
Meerdere diersoorten | 3 |
Waarvoor krijgt u subsidie?
Er zijn verschillende vergoedingen bij de Lbv kleinere sectoren. Welke u krijgt, hangt af van de vraag of de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie 2500 mol of hoger is. In de tabel hieronder ziet u waar u subsidie voor krijgt. Onder de tabel leggen we de vergoedingen verder uit.
Vergoeding voor | Stikstofvracht lager dan 2500 mol, maar boven de drempelwaarde van een Natura 2000-gebied | Stikstofvracht 2500 mol of hoger |
---|---|---|
Waardeverlies productiecapaciteit | 100% van vastgestelde waarde per m² dierenverblijf | 120% van vastgestelde waarde per m² dierenverblijf |
Sloopkosten productiecapaciteit | Geen vergoeding | € 45 per m² dierenverblijf |
U krijgt subsidie voor het waardeverlies van de productiecapaciteit. Dit zijn uw dierenverblijven, inclusief mest- en voeropslagen en andere ruimtes, zoals een kantoor, kantine, voerkeuken of hygiënesluis. Hiervoor krijgt u een vergoeding per m2 dierenverblijf.
Alleen dierenverblijven die u houdt voor de volgende diersoorten komen in aanmerking voor een vergoeding:
- vleeskalveren (bij een stikstofvracht lager dan 2500 mol, maar boven drempelwaarde van een Natura 2000-gebied);
- overig rundvee: fokstieren en zoogkoeien;
- geiten;
- vleeseenden;
- konijnen.
Vergoeding van 100 of 120%
We rekenen met een vooraf vastgestelde vergoeding per m2 dierenverblijf (gecorrigeerde vervangingswaarde). De hoogte van deze vergoeding hangt af van de leeftijd van het verblijf, in jaren en maanden. Daarnaast hangt deze af van de stikstofneerslag van uw veehouderijlocatie:
- Stikstofvracht lager dan 2500 mol, maar boven de drempelwaarde van een Natura 2000-gebied: u krijgt 100% van de vergoeding per m2.
- Stikstofvracht 2500 mol of hoger: u krijgt 120% van de vergoeding per m2.
Leeftijd van uw dierenverblijf
Wij bepalen de leeftijd van een dierenverblijf als u gestopt bent met het houden van vee op de locatie. Dit is het moment waarop u uw dieren en mest heeft afgevoerd. Als u de subsidie aanvraagt, weten wij nog niet precies wanneer u dit gaat doen. Daarom berekenen wij de leeftijd eerst met de datum van uw aanvraag.
Als u een positieve beslissing krijgt, staat daarin het maximale subsidiebedrag. Doordat wij de leeftijd van uw dierenverblijven pas later definitief bepalen, wordt dit bedrag uiteindelijk lager. De waarde van een dierenverblijf gaat gemiddeld omlaag met € 10 per m2 per jaar.
Hoe wij de vergoeding berekenen
Hoeveel subsidie u krijgt voor het waardeverlies, berekenen we per dierenverblijf met de som hieronder.
- Stikstofvracht lager dan 2500 mol, maar boven de drempelwaarde van een Natura 2000-gebied: aantal m² dierenverblijf x 100% van de vergoeding per m²
- Stikstofvracht 2500 mol of hoger: aantal m² dierenverblijf x 120% van de vergoeding per m²
Bij de berekening gaan we uit van de buitenmaten van het dierenverblijf. Is er een aparte ruimte aan de stal vast gebouwd? Deze ruimte telt niet mee voor de vergoeding.
U vindt een overzicht van de vergoedingen in bijlage 3 van de regelingstekst. De vergoedingen verschillen per diercategorie.
Is de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie 2500 mol of hoger? Dan krijgt u ook subsidie voor de sloop en afvoer van de productiecapaciteit. Het gaat om de sloop van de dierenverblijven en mest- en voeropslagen. U krijgt een vergoeding van € 45 per m² dierenverblijf.
Als uw locatie niet een stikstofvracht heeft van 2500 mol, krijgt u geen vergoeding voor de sloopkosten.
Subsidiebedrag inschatten
Wilt u weten hoeveel subsidie u mogelijk krijgt? Met onze rekentool Subsidiebedrag inschatten maakt u een schatting. Deze vindt u hieronder. Om deze in te vullen, heeft u nodig:
- de datum waarop u de dierenverblijven voor het eerst werden gebruikt. U vult per dierenverblijf een datum in. Heeft u het verblijf daarna verbouwd of uitgebreid? Dat verandert deze datum niet. Heeft u er een nieuw gedeelte aan vast gebouwd? Dan vult u voor die m2 de datum in waarop u dat deel voor het eerst gebruikte. Voor het bestaande deel vult u de eerdere datum in;
- een geschatte datum waarop u verwacht dat u de dieren en mest heeft afgevoerd;
- het aantal m² dierenverblijven. Hierbij gaat u uit van uw WOZ-beschikking.
Belasting betalen over subsidie
Houd er rekening mee dat u inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting betaalt over deze subsidie. U hoeft geen btw af te dragen over de subsidie. Voor vragen hierover kunt u terecht bij de Belastingdienst.
Voorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen voldoet u aan deze voorwaarden:
- U bent veehouder en houdt vleeskalveren, fokstieren, zoogkoeien, geiten, vleeseenden of konijnen.
- U berekent de stikstofvracht van uw locatie met de AERIUS Check. U gaat uit van het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 op uw locatie heeft gehouden. Meer hierover leest u bij AERIUS Check invullen. Nadat u een aanvraag heeft gedaan, controleren wij uw ingevulde gegevens.
- De stikstofvracht van uw veehouderijlocatie op een overbelast Natura 2000-gebied voldoet aan een van de drempelwaarden. De drempelwaarde van een Natura 2000-gebied of de drempelwaarde van 2500 mol. Als vleeskalverhouder kunt u alleen meedoen als de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie lager is dan 2500 mol, maar uitkomt boven de drempelwaarde van een Natura 2000-gebied. Als u de AERIUS Check heeft ingevuld, ziet u of uw locatie hieraan voldoet.
- U had uw dierenverblijven, mest- en voeropslagen de afgelopen 5 jaar onafgebroken in gebruik. Korte periodes van leegstand hoeven geen reden te zijn voor afwijzing van subsidieaanvraag. Denk bijvoorbeeld aan het afvoeren van een ronde dieren.
- U heeft geen andere afspraken over de sluiting van uw veehouderijlocatie. U heeft ook nog geen begin gemaakt met de sluiting van de locatie.
- U heeft geen stikstofruimte uit uw vergunning ter beschikking gesteld voor andere activiteiten waar een natuurtoestemming voor nodig is (extern salderen).
- U houdt zich aan de wetten en regels voor veehouderijen.
Uw aanvraag voorbereiden
Zorg dat uw aanvraag juist en volledig is
Wij raden u aan om uw aanvraag goed voor te bereiden. Zorg dat u alle verplichte bijlagen verzamelt en controleer goed of u uw actuele vergunning heeft. Wij verwachten veel aanvragen voor deze subsidie. Daardoor raakt het budget mogelijk snel op. We behandelen volledige aanvragen in de volgorde waarop ze binnenkomen.
Wilt u na het versturen van uw aanvraag toch nog iets wijzigen? Dan komt uw aanvraag later aan de beurt. Dat gebeurt als u ons vraagt om de volgende wijzigingen te doen:
- U vraagt om een hoger aantal m2 van een dierenverblijf.
- U wilt de datum waarop een dierenverblijf in gebruik genomen is, aanpassen naar een recentere datum.
- U maakt uw onvolledige aanvraag volledig.
Komen we op een dag boven het beschikbare budget? Dan beoordelen we de volledige aanvragen van die dag volgens een loting. Meer hierover leest u bij Na uw aanvraag.
AERIUS Check invullen
U berekent de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie met de AERIUS Check. Als u begint met invullen, ziet u de velden Type en Rekenjaar. Deze staan standaard op Referentie en 2024. Dit klopt, dus u hoeft dit niet te veranderen. In de AERIUS Check staat daarnaast dat u een berekening doet voor de Lbv(-plus). U kunt deze berekening ook voor Lbv kleinere sectoren gebruiken.
In de AERIUS Check vult u ook informatie in over uw dieren. Hiervoor gebruikt u het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 op uw locatie heeft gehouden. Was 2021 niet representatief voor het aantal landbouwhuisdieren dat u jaarlijks gemiddeld houdt? Bijvoorbeeld door een ruiming of uitbraak van dierziekten? Dan mag u uitgaan van het referentiejaar 2019 of 2020. U moet in uw aanvraag wel uitleggen waarom 2021 voor u niet representatief was. Hiervoor stuurt u bewijs mee.
Heeft u vragen over de AERIUS Check? U vindt een handleiding op de website Levend Landschap. Of neem contact op met de helpdesk van BIJ12.
Bijlagen verzamelen voor uw aanvraag
Voor uw aanvraag heeft u een aantal documenten nodig. Wij raden u aan om deze vooraf te verzamelen. U stuurt deze documenten mee met uw aanvraag:
- actuele kaart van de veehouderijlocatie. Daarop geeft u duidelijk aan welke dierenverblijven, mest- en voeropslagen u gebruikt voor het houden van vleeskalveren, overig rundvee (fokstieren en zoogkoeien), geiten, vleeseenden of konijnen. Tip: nummer de dierenverblijven zodat deze hetzelfde zijn als de dierenverblijven in uw aanvraag.
- actuele WOZ-beschikking inclusief taxatierapport.
- kopie van de berekening uit de AERIUS Check (deze heet de Berekening depositievracht). U kunt de berekening opslaan, nadat u de AERIUS Check heeft ingevuld. Ga bij het invullen uit van het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 op uw locatie heeft gehouden en de daarvoor gebruikte huisvestingssystemen. Gaat u uit van een ander referentiejaar, omdat 2021 niet representatief was voor uw bedrijfsvoering? Dan stuurt u hiervoor bewijs mee met uw aanvraag.
- kopie van uw administratie van het aantal gehouden dieren in 2021. Bijvoorbeeld uw veesaldokaart of diertelkaart. In deze administratie staan de dieraantallen per diercategorie. Er staat ook in op welke datum de aantallen veranderd zijn. Het gaat om de diercategorieën uit bijlage II van de Meststoffenwet. De Gecombineerde opgave is niet geschikt om mee te sturen als bijlage. Heeft u uw berekening gemaakt met een ander referentiejaar (2019 of 2020)? Dan stuurt u de administratie uit 2021 en het andere referentiejaar mee.
- melding activiteitenbesluit milieubeheer, als u deze heeft.
- omgevingsvergunning beperkte milieutoets, als u deze heeft.
- omgevingsvergunning milieu, als u deze heeft.
- omgevingsvergunning natuur, als u deze heeft.
- vergunning Wet natuurbescherming, als u deze heeft.
- stuurt u een omgevingsvergunning milieu of een natuurvergunning mee? Voeg dan ook de berekening toe waar deze vergunning op gebaseerd is. Dit kan een berekening van AAgro-Stacks of de AERIUS Calculator zijn. Deze berekening zit vaak als bijlage bij uw vergunning.
- verklaring van geen bedenkingen (VVGB). Als u deze heeft, zit deze waarschijnlijk bij uw omgevingsvergunning.
- bouwtekening, als deze niet in een van de andere bijlagen zit.
Wilt u weten of u alles heeft verzameld? Hiervoor kunt u de checklist gebruiken:
Lbv kleinere sectoren aanvragen
U kunt de Lbv kleinere sectoren aanvragen van 18 november 2024 tot en met 20 december 2024. U logt in met eHerkenning. Voor uw aanvraag heeft u minimaal niveau 3 met machtiging RVO diensten op niveau 3 nodig.
Wilt u subsidie aanvragen voor meerdere locaties? Doe dan per locatie een aanvraag.
Iemand machtigen
U kunt iemand machtigen om de aanvraag voor de Lbv kleinere sectoren voor u te doen. Dit kan alleen als diegene ook bij ons ingeschreven staat. Wilt u iemand machtigen of iemand vragen om u te machtigen? Hoe u dit doet, leest u op Iemand machtigen of gemachtigd worden.
Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider
Staat u voor belangrijke keuzes voor de toekomst van uw veehouderij? Zoals innoveren, omschakelen, verplaatsen of stoppen? Zo’n keuze kan ingrijpend zijn. Zeker als uw bedrijf al generaties in de familie is. Als u wilt, kunt u daarbij persoonlijke ondersteuning krijgen van een zaakbegeleider. Naast de diensten van uw eigen bedrijfsadviseur (met of zonder BAS-certificaat). De zaakbegeleider is vrijblijvend en kost u niks. Vraag uw zaakbegeleider aan op Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider.
Na uw aanvraag
Wij beoordelen de aanvragen in de volgorde waarop ze binnenkomen. Als uw aanvraag compleet is, krijgt u onze beslissing binnen 16 weken. Als u recht heeft op de subsidie, krijgt u een positieve beslissing. Daarin leest u hoeveel subsidie u maximaal kunt krijgen. De stappen die hierna volgen, leest u op Lbv, Lbv-plus en Lbv kleinere sectoren: Stappen na een positieve beslissing.
Loting
Krijgen we veel aanvragen en komen we op een dag boven het beschikbare budget? Dan moeten we de volledige aanvragen van die dag beoordelen op volgorde van een rangschikking. We bepalen deze rangschikking door te loten. Alleen complete aanvragen doen mee met de loting. Let dus extra goed op dat u alle bijlagen meestuurt als u subsidie aanvraagt.
Hoe behandelen wij uw aanvraag?
Als uw aanvraag bij ons binnen is, bekijken we eerst of deze compleet is. Missen er verplichte bijlagen? Dan krijgt u de kans om die nog op te sturen als de regeling nog open is. Hiervoor krijgt u een aanvullingsverzoek. Als uw aanvraag volledig is, beginnen we met de beoordeling. U krijgt onze beslissing dan binnen 16 weken.
Hebben we in de periode van 16 weken toch nog extra informatie nodig? De beoordeling duurt dan langer. We verlengen de periode van 16 weken met de tijd die u nodig heeft voor het aanvullen. We behandelen uw aanvraag verder als we de informatie hebben ontvangen.
Op de afbeelding hieronder ziet u hoe wij uw aanvraag beoordelen.
De Lbv kleinere sectoren en uw grond
Als u meedoet aan de Lbv kleinere sectoren, blijft uw grond van u. U bepaalt zelf of u deze wilt verkopen of voor iets anders gaat gebruiken. Denkt u erover om uw grond te verkopen? Hiervoor kunt u bijvoorbeeld terecht bij de Nationale Grondbank. U verkoopt uw grond dan aan de overheid. Meer hierover leest u op Nationale Grondbank.
Subsidiegegevens worden openbaar
De Lbv kleinere sectoren valt onder staatssteun. Dat betekent dat wij verplicht zijn om gegevens over deze subsidie openbaar te maken. Hiervoor zijn Europese regels. Wij maken de gegevens openbaar nadat wij uw subsidie hebben vastgesteld. Het gaat om deze gegevens:
- de naam van de aanvrager
- het subsidiebedrag
- datum van vaststelling
- uw provincie
- de sector van uw bedrijf
De gegevens blijven minstens 10 jaar beschikbaar.
Doel van de subsidie
De subsidie heeft als doel om de stikstofneerslag op kwetsbare natuur in Natura 2000-gebieden te verminderen. Zo krijgt de natuur ruimte om zich te herstellen. Daarnaast komt er misschien stikstofruimte vrij om bijvoorbeeld PAS-melders legaal te maken.
Wetten en regels
U vindt de regelingstekst van de Lbv kleinere sectoren in de Staatscourant.
Veelgestelde vragen over de Lbv en Lbv-plus
Heeft u nog vragen? Kijk dan op Veelgestelde vragen over de Lbv, Lbv-plus en Lbv kleinere sectoren. Vindt u daar het antwoord op uw vraag niet? U leest hier ook bij welke helpdesk u dan terechtkunt.
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven over de Lbv kleinere sectoren en de aanpak piekbelasting? Meld u aan voor de servicemail.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur