SDE++: Aanvragen

• Osmose
  Technieken die gebruikmaken van het verschil in zoutconcentratie tussen 2 watermassa's.
• Waterkracht
  Energieopwekking uit water door een verschil in hoogte of door golfenergie.
• Wind
  Windmolens op land.
• Zon-PV
  Zonnepanelen op daken, op water of in zonneparken.

• Hernieuwbaar gas uit biomassa
  Gas opgewekt door vergisting of vergassing van biomassa.

• Hernieuwbare warmte biomassa
  Warmte uit vergisting of verbranding van biomassa.
• Compostering
  Warmte uit compostering van biomassastromen.
• Geothermie
  Aardwarmte van een diepte van minimaal 1.500 meter.
• Zonthermie
  Warmte uit ‘afgedekte’ zonnecollectoren.

• Aquathermie
  Thermische energie uit oppervlaktewater (TEO), afvalwater (TEA) en drinkwater (TED).
• Daglichtkas
  Warmte opgevangen met een in het kasdek geïntegreerd thermisch systeem.
• Zon-PVT-panelen met warmtepomp
  Warmte uit zonnecollectoren opwaarderen met een warmtepomp.
• Elektrische boiler
  Warmte opgewekt door een elektrische boiler.
• Geothermie met warmtepomp
  Laagwaardige aardwarmte waarbij een warmtepomp de temperatuur verhoogt.
• Restwarmte
  Benutten van warmte die vrijkomt bij industriële processen of datacenters.
• Industriële warmtepomp
  Hergebruiken van restwarmte waarbij een warmtepomp de temperatuur verhoogt.
• Lucht-waterwarmtepomp
  Buitenlucht gebruiken als bron voor warmte.

• CO₂-afvang en -opslag
  Opslag van afgevangen CO₂ in lege gasvelden op zee (Carbon Capture and Storage, CCS).
• CO₂-afvang en -gebruik
  Gebruik van afgevangen CO₂ (Carbon Capture and Utilisation, CCU) in de glastuinbouw.
• Geavanceerde hernieuwbare brandstoffen
  Geavanceerde hernieuwbare brandstoffen voor wegtransport en binnenvaart.
• Waterstof door elektrolyse
  Productie van waterstof door elektrolyse.

De SDE++-subsidie is bedoeld voor bedrijven en non-profitinstellingen. Alleen de beoogd producent kan SDE++-subsidie aanvragen. U bent een beoogd producent als u van plan bent om zelf de productie-installatie in bedrijf te nemen en te exploiteren.

Voor elke aanvraagronde van de SDE++ kunt u maximaal één aanvraag indienen per categorie productie-installaties, per adres waar u uw productie-installatie plaatst. Wel kunt u op één adres voor verschillende categorieën productie-installaties subsidie aanvragen.

Als u voor een productie-installatie SDE++-subsidie aanvraagt, kunt u voor die installatie geen Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE), Energie-investeringsaftrek (EIA) en/of Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking (SCE) aanvragen.

Een uitzondering hierop is: niet-gebouwgebonden Zon-PV-projecten waarvoor u SDE-subsidie ontving uit een aanvraagronde van 2016 tot en met 2020. Voor deze projecten kon u wel voor de investeringskosten van de netaansluiting Energie-Investeringsaftrek (EIA) aanvragen.

Als u weet onder welke categorie uw project valt, kunt u kijken in welke fase u kunt aanvragen. Hiervoor bepaalt u de subsidie-intensiteit, die aangeeft hoeveel het subsidiebedrag is in euro per ton CO₂. Dit is afhankelijk van het bedrag waarvoor u een aanvraag indient (aanvraagbedrag), de langetermijnprijs en de emissiefactor. 

Rekentool voor subsidie-intensiteit

De subsidie-intensiteit kunt u berekenen met de rekentool. Deze vindt u als download onder de tabel. 

• In de rekentool vult u het subsidiebedrag waarvoor u wilt aanvragen in. Dit bedrag is uitgedrukt in euro’s per eenheid product. U doet dit tot één decimaal (één cijfer achter de komma) per megawattuur (MWh). Alleen voor ‘CO₂-afvang en -opslag’ en ‘CO₂-afvang en -gebruik’ doet u dit tot 4 decimalen (4 cijfers achter de komma) per vermeden ton CO₂-uitstoot.
• Het aanvraagbedrag mag niet hoger zijn dan het maximale basisbedrag van de categorie waarvoor u aanvraagt. Deze bedragen vindt u in de brochure.
• Uit de rekentool volgt dan de subsidie-intensiteit. 

Let op: de rekentool geeft de versie voor de aanvraagronde van 2023. De versie voor 2024 plaatsen we binnenkort.

Fases openstelling 2024

In onderstaande tabel kunt u opzoeken in welke fase u kunt aanvragen. U kunt ervoor kiezen aan te vragen in een eerdere fase.

Voorbeeld: u komt uit op een subsidie-intensiteit van € 120 per ton CO₂. U vraagt aan in fase 2. Dit is de fase voor aanvragen tot een maximaal subsidiebedrag van € 150.

U moet alle verplichte bijlagen meesturen. Deze verschillen per techniek. De bijlagen kunt u vinden op de pagina Downloads en hulpmiddelen bij uw aanvraag SDE++.

Let op: op deze pagina staan nog de versies voor de aanvraagronde van 2023. Binnenkort plaatsen we daar de nieuwe versies voor 2024.

U kunt uw aanvraag alleen indienen tijdens een aanvraagronde. De digitale aanvraagomgeving gaat ongeveer 2 weken ervoor open voor het in concept klaarzetten van uw aanvraag.

• Klik op de knop ‘Uw aanvraag direct regelen’ als de subsidie open is voor aanvragen. U komt dan in onze digitale aanvraagomgeving. Klik hier op 'Aanvragen' onder het kopje ‘Direct regelen’.
• Log in met eHerkenning (of DigiD).
  Voor uw aanvraag met eHerkenning heeft u minimaal niveau 3 met machtiging RVO-diensten op niveau eH3 nodig.
  Heeft u nog geen eHerkenning? Vraag deze op tijd aan. Houd rekening met een verwerkingstijd van enkele werkdagen.
  Het is niet mogelijk om SDE++-subsidie aan te vragen met een ketenmachtiging. Lees meer over de verschillende manieren van inloggen.
• Logt u voor het eerst in? Dan komt u in een profielscherm. Vul daar alle verplichte velden in en sla deze op. Daarna wordt u uitgelogd en moet u opnieuw inloggen.
• Via de tab 'Nieuwe aanvraag' zoekt u op 'SDE++'. In het overzicht dat vervolgens verschijnt, selecteert u het formulier 'Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie' voor deze aanvraagronde.
• Kies op het tabblad 'Thema selecteren' de categorie waarvoor u wilt aanvragen.
• Kies het juiste formulier door een aantal vragen te beantwoorden.
• Vul alle gegevens van uw beoogde installatie in op het formulier.
• Controleer uw invoer met de knop 'Controleren' voordat u naar een volgend tabblad gaat. Ontbreken er gegevens of heeft u bepaalde gegevens niet juist ingevoerd? Dan krijgt u een melding.
• In het laatste tabblad van het aanvraagformulier voegt u de bijlagen toe. Bij de verplichte bijlagen staat een sterretje (*).
• Controleer de aanvraag op fouten voordat u deze verzendt. Krijgt u toch foutmeldingen? Ga dan naar het tabblad met de fout om uw invoer te corrigeren.

Houd rekening met het volgende:

• Uw aanvraagformulier wordt automatisch opgeslagen als u naar een volgend tabblad gaat. U kunt de gegevens ook zelf tussendoor opslaan. U kunt na het opslaan uitloggen en op een later moment opnieuw inloggen. U kunt dan verder gaan waar u was gebleven.
• Scan eerst alle bijlagen in en upload ze naar de digitale aanvraagomgeving. Is het bestand groter dan het maximum van 20 MB per bijlage? Stuur dan de bijlage in meerdere delen met uw aanvraag mee.
• Heeft u een mkb-onderneming? Geef dan bij de aanvraag duidelijk aan of u een middelgrote of kleine mkb-onderneming heeft. Dit bepaalt u met de mkb-toets.

• Om uw formulier te verzenden, klikt u op ‘Naar verzenden’ onder het tabblad ‘Controleren’. Alle vragen en antwoorden verschijnen dan onder elkaar op het scherm. Controleer uw aanvraag nogmaals nauwkeurig en check of u alle verplichte vergunningen en bijlagen heeft toegevoegd.
• Vink ‘Verklaring en ondertekening’ aan. Dien de aanvraag definitief in door op ‘Ondertekenen en verzenden’ te klikken.

Houd rekening met het volgende:

• Direct na verzending ontvangt u een ontvangstbevestiging met een projectnummer op het e-mailadres dat u in uw profiel heeft opgegeven. Dit nummer gebruikt u bij contact over uw aanvraag.
• U kunt uw subsidieaanvraag en de ontvangstbevestiging terugvinden onder 'Mijn aanvragen' in het eLoket, zolang u nog gemachtigd bent.

Ja, maar alleen als er op de locatie voldoende ruimte is om beide productie-installaties te realiseren. U ontvangt geen SDE- en SCE-subsidie voor dezelfde productie-installatie. Wilt u beide subsidieregelingen gebruiken (bijvoorbeeld om het maatschappelijk draagvlak van uw project te vergroten)? Dan stuurt u bij uw aanvragen een gedetailleerde tekening op schaal mee van de productie-installaties op de beoogde locatie. Hieruit blijkt waar u de beide productie-installaties realiseert.

Beide installaties moeten een eigen meter hebben. Zie ook de voorwaarden bij de betreffende regeling.

Nee, de windviewer gebruikt u voor windturbines van 20 tot 160 meter. Voor kleinere windturbines met een vermogen onder de 100 kW hoeft u bij uw haalbaarheidsstudie geen wind-opbrengstberekening mee te sturen. Voor deze turbines neemt u contact op met uw leverancier om de energieopbrengstberekening op te stellen. Het resultaat hiervan neemt u op in uw aanvraag. 

Voor een windturbine tot één MW kunt u mogelijk subsidie aanvragen met de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE).

Vraag bij het waterschap of Rijkswaterstaat zogenaamde 'leggerkaarten' op. Hierop staat of uw beoogde turbine binnen een kern- of beschermingszone van de waterkering valt. In dat geval gebruikt u de categorie 'Waterkering'.

Het maximale bedrag waarvoor u subsidie kunt aanvragen, is afhankelijk van de windcategorie van de gemeente waarin u het project realiseert. De locatie van uw windturbine bepaalt onder welke gemeente uw aanvraag valt. De gemeenten in Nederland zijn ingedeeld in 6 windsnelheidscategorieën. Bekijk hiervoor de kaart Windsnelheid per gemeente in Nederland. Per windcategorie is een SDE++-basisbedrag berekend. Dit is in combinatie met de beoogde locatie (op land, op land met hoogtebeperking of op waterkering).

Let op: de windsnelheid van uw beoogde windturbine op ashoogte bepaalt dus niet de windcategorie en het bijbehorende maximale basisbedrag waarvoor u kunt aanvragen. Met de Windviewer bepaalt u de maximale gemiddelde windsnelheid voor uw beoogde windturbine. Deze waarde geldt als grens voor de windsnelheid waarmee u de subsidiabele productie berekent voor de wind-opbrengstberekening.

Bij vervanging van windturbines kunt u alleen subsidie aanvragen als:

• het vermogen per windturbine ten minste met 1 MW toeneemt;
• de windturbine op het moment van vervanging 15 jaar op de locatie in gebruik was. En ten minste 13 jaar vóór de subsidieaanvraag in gebruik is genomen.

Lees meer over het vermogen in de brochure

Vanaf 2018 maakt de SDE+(+) voor de categorieën Zon-PV ≥ 15 kWp onderscheid tussen elektriciteit die de producent aan het net levert (‘netlevering’) en elektriciteit die u zelf gebruikt (‘niet-netlevering’). Hiervoor gelden verschillende basisenergieprijzen en correctiebedragen. U vindt deze in de Aanwijzingsregeling SDE-categorieën.

De werkwijze is:

• In de online aanvraagomgeving geeft u aan welk deel van de productie voor eigen gebruik is (‘niet-netlevering’). Dit kunt u later nog aanpassen. Bijvoorbeeld na de realisatie (en voor de ingebruikname) van de productie-installatie.
• Voor de subsidiebeschikking baseren wij het maximaal te verlenen subsidiebedrag op de basisenergieprijs voor ‘netlevering’. Dus zonder onderscheid in ‘netlevering’ en ‘niet-netlevering’.
• Het eerste voorschot baseren wij op de hoeveelheid ‘netlevering’ en ‘niet-netlevering’ die u opgaf bij uw aanvraag. De daaropvolgende voorschotten baseren wij op de daadwerkelijke productie in het afgelopen kalenderjaar.
• Tot slot stellen wij de voorschotten bij aan de hand van meetwaarden die wij van VertiCer ontvangen. VertiCer labelt de meetwaarden voordat wij ze ontvangen als ‘netlevering’ of ‘niet-netlevering’.

Door de krapte op het elektriciteitsnet mogen productie-installaties maximaal 50% van het piekvermogen terugleveren aan het elektriciteitsnet. U sluit hiervoor een contract af met uw netbeheerder.

In de praktijk halen productie-installaties alleen op heel zonnige dagen hun piekvermogen. En dan ook nog maar een deel van de dag. Het grootste deel van de tijd draait een installatie op minder dan 50% van het piekvermogen. De productie die u ‘mist’ doordat u niet kunt terugleveren, is jaarlijks zo’n 6 tot 7%.

In 2022 gold de 50%-eis al voor grotere installaties met een vermogen van 1 MW of meer. Vanaf de aanvraagronde van de SDE++ 2023 geldt deze eis voor alle zon-PV-installaties, behalve zonvolgende systemen.

• Heeft u al een netaansluiting waarmee u teruglevert? Dan mag u maximaal 50% van het piekvermogen van de aangevraagde zoninstallatie extra contracteren.
• Heeft u al een aansluiting voor een wind- of zonnepark? Dan mag u daarop een nieuwe zon-PV-installatie aansluiten. Daarvoor mag u dan maximaal 50% extra terugleververmogen van de zon-Pv-installatie contracteren.
• Blijkt uw installatie na realisatie minder piekvermogen te hebben? Dan moet u het gecontracteerde terugleververmogen verlagen naar maximaal 50% van het geïnstalleerde piekvermogen.

Wij controleren of u aan deze eisen voldoet.

Wij moeten uw ondertekende uitvoeringsovereenkomst binnen 2 weken na afgifte van de subsidiebeschikking ontvangen. Wij sturen de uitvoeringsovereenkomst met de subsidiebeschikking mee. U stuurt deze dus na ondertekening naar ons terug. Het verplichte format hiervoor vindt u onder 'Na uw aanvraag'.

Wij moeten uw bankgarantie binnen 4 weken na afgifte van de subsidiebeschikking ontvangen. Een model bankgarantie vindt u onder 'Na uw aanvraag'.

U krijgt schriftelijk bericht als u de productie-installatie in gebruik heeft genomen en u daarmee voldoet aan de verplichting uit de uitvoeringsovereenkomst. Hierna sturen wij de bankgarantie  terug.

Als u uw installatie niet tijdig in gebruik neemt, krijgt u een boete. Deze innen wij eerst. Daarna geven wij de bankgarantie terug.

De productie-installatie is in gebruik genomen als u aan 2 voorwaarden voldoet:

1. Het vermogen van de gebouwde installatie komt overeen met de subsidieverlening.
2. U heeft voor het eerst duurzame energieproductie geproduceerd met de nieuwe installatie (waarvoor Garanties van Oorsprong worden afgegeven). Voor CO₂-arme warmte en CO₂-arme productie moeten wij eerst het meetprotocol goedkeuren. Dit geldt ook voor het oordeel omtrent geschiktheid. Daarnaast moeten de eerste meetwaarden bij ons binnen zijn.

Zolang de uitvoeringsovereenkomst niet is getekend, krijgt u geen boete. Maar u ontvangt dan ook geen subsidie meer.

Voldoet u niet aan de verplichting uit de subsidiebeschikking om binnen 2 weken na afgifte van de beschikking een uitvoeringsovereenkomst naar ons toe te sturen? Dan voldoet u niet aan de voorwaarden van de subsidieverlening. Wij stellen dan de subsidie vast op nul.

Nee, u krijgt geen boete, maar u ontvangt dan ook geen subsidie meer. Voldoet u niet aan de verplichting uit de subsidiebeschikking om binnen 4 weken na afgifte van de beschikking een bankgarantie naar ons toe te sturen? Dan voldoet u niet aan de voorwaarden van de subsidieverlening. In dat geval stellen wij de subsidie vast op nul.

Bij projecten met een uitvoeringsovereenkomst staat in de overeenkomst dat de aanvrager een boete krijgt voor het niet of vertraagd uitvoeren van het project. Deze boete is maximaal 2% van het maximale subsidiebedrag.

In de uitvoeringsovereenkomst is geen uitzondering opgenomen voor overmacht.

Ja, maar alleen als u het Model toestemming locatie-eigenaar bij uw aanvraag doet. Met dit formulier geeft de eigenaar toestemming aan het samenwerkingsverband of aan de deelnemer(s) die op de locatie (delen van) de productie-installatie realiseren en exploiteren. U vindt dit formulier op Downloads en hulpmiddelen bij uw aanvraag SDE++.

Voert u werkzaamheden voor het project uit op een locatie die wel eigendom is van een deelnemer uit het samenwerkingsverband? Dan is een toestemmingsverklaring niet nodig.

De subsidiebeschikking komt op naam van de penvoerder van het samenwerkingsverband. Deze is het (enige) aanspreekpunt voor ons. In de beschikking noemen wij wel alle deelnemers van het samenwerkingsverband, die samen de producent zijn.

De penvoerder van het samenwerkingsverband ondertekent de uitvoeringsovereenkomst. De penvoerder moet er met een eigen contract voor zorgen  dat de samenwerkingspartners de gesubsidieerde activiteiten (blijven) uitvoeren.

Eén bankgarantie (ter hoogte van 2% van het verleende subsidiebedrag) is voldoende. Het maakt niet uit welke deelnemer uit het samenwerkingsverband de bankgarantie afgeeft.

Ja. U moet alleen wel voor elke wijziging vooraf toestemming aan ons vragen. Dit geldt ook voor wijzigingen in de samenstelling van het samenwerkingsverband. Projectwijzigingen voor de ingebruikname van uw productie-installatie staan wij vrijwel nooit  toe. U wijkt dan namelijk af van het projectplan dat wij toetsen in de aanvraagfase. En waarvoor u een subsidiebeschikking kreeg. In de samenwerkingsverklaring heeft u hier ook afspraken over gemaakt. Lees meer over wijzigingen na realisatie: Wijzigt uw project?

Wij doen een MSK-toets één jaar na ingebruikname van de productie-installatie. Dit doen wij om te beoordelen of uw installatie niet méér steun ontvangt dan volgens Europese regels is toegestaan. Dit kan het geval zijn als deelnemers aan het samenwerkingsverband  ook andere subsidies of steun dan de SDE++ hebben ontvangen voor de productie-installatie. Of dit nog in de toekomst gaan ontvangen.

Voor de volgende technieken voeren wij altijd een MSK-toets uit. Dit doen wij ook als het project geen andere subsidie of steun krijgt:

• restwarmte
• elektroboiler
• afvang en permanente opslag van CO₂
• afvang en gebruik van CO₂
• verlengde levensduur-categorieën voor de productie van hernieuwbare warmte of voor de gecombineerde opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte door verbranding

De MSK-toets kan leiden tot een verlaging van de subsidie. U maakt als samenwerkingsverband onderling afspraken over een mogelijke verlaging van de subsidie. Als wij een MSK-toets doen, moeten alle deelnemers aan het samenwerkingsverband daarnaast een overzicht aan ons laten zien. Hierop moeten staan:

• de daadwerkelijke investeringskosten
• overige kosten en baten gedurende de exploitatie
• de al ontvangen subsidies en overige steun
• de nog te ontvangen subsidies en overige steun

Wij toetsen alle kosten. Blijkt het project meer steun te krijgen dan mag? Dan volgt een korting die voor het hele project geldt.

Kijk voor meer informatie over MSK-toetsing op de pagina SDE(+)(+): MSK-toets.