Gesloten voor aanvragen

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Q1 2021 Startende ondernemingen

Gepubliceerd op:
30 april 2021
Laatst gecontroleerd op:
24 augustus 2023

Startende ondernemers kregen in het 1e kwartaal van 2021 hulp via de TVL Startende ondernemingen, een aparte TVL-subsidieregeling. De TVL Startende ondernemingen was er voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb) en gold ook voor zzp'ers met een aparte voordeur naar hun werkruimte. De hoogte van de subsidie baseerden we op het omzetverlies én het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code van de hoofdactiviteit hoort. 

De TVL Q1 2021 Startende ondernemingen, voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2021, is gesloten. De regeling stond open voor aanvragen van 31 mei 09:00 uur tot 12 juli 17.00 uur.

Voor wie

Deze subsidie was bestemd voor startende ondernemers in Nederland, die aan de subsidievoorwaarden voldeden.

Budget

Voor de de TVL Startersregeling Q1 2021 was in het 1e kwartaal van 2021 tot € 90 miljoen beschikbaar.

Voorwaarden

Voor TVL Startersregeling Q1 2021 golden de volgende voorwaarden. 

  • U schreef uw onderneming in de periode 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020 nieuw in in het Handelsregister van KVK.
  • Uw onderneming had een SBI-code én was gevestigd in Nederland, maar niet op uw huisadres. Voor deze vestigingseis golden uitzonderingen, zoals voor goederenvervoer, markthandel, kermisattracties, taxichauffeurs, rijinstructeurs en sommige horecagelegenheden. Deze uitzonderingen vindt u in de algemene voorwaarden de TVL Q1 2021.
  • Uw onderneming had minimaal € 1.500 vaste lasten per kwartaal. Dit berekenden we met het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code hoort.
  • U had aantoonbaar omzetverlies in het 1e kwartaal van 2021 van 30% of hoger, vergeleken met de omzet van het 3e kwartaal van 2020.
  • Het minimale subsidiebedrag per kwartaal was € 1.500.
  • Het maximale subsidiebedrag per kwartaal was € 124.999.
  • Was uw onderneming verbonden aan óf onderdeel van een andere onderneming en daarmee onderdeel van een bestaande groep? Dan kwam u niet in aanmerking voor de TVL Q1 2021 Startende ondernemingen als de inschrijfdatum van een verbonden onderneming in de groep lag vóór 1 oktober 2019. Voorbeelden zijn:
    - dochterondernemingen;
    - werkmaatschappijen;
    - startende nieuwe filialen onder een aparte bv;
    - franchisenemers die niet los staan van de franchisegever.
  • U was geen financiële instelling of overheidsbedrijf.
  • U was niet failliet en had geen uitstel van betaling (surseance) aangevraagd bij de rechtbank.
  • De vestiging van uw bedrijf had een ander adres dan uw privéadres of de vestiging stond los van de privéwoning en had een eigen opgang of toegang. 

Aanvullende voorwaarde bij een aanvraag van € 25.000 of meer én ingeschreven van 16 maart tot en met 30 juni 2020

Was u ingeschreven in het KVK Handelsregister in de periode van 16 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 én vroeg u een subsidie aan van € 25.000 of hoger? Dan voegde u een verklaring bij uw aanvraag van een onafhankelijke deskundige: een accountant, fiscalist of boekhouder. Deze verklaring omvatte:

  • het opgegeven omzetverlies;
  • de echtheid van de onderneming (een onderneming mocht geen onderdeel zijn van een groep waarvan de inschrijfdatum van een verbonden onderneming in de groep ligt vóór 1 oktober 2019).

Lees meer over de verklaring van een deskundige derde op de Aanvraagprocespagina

Berekening subsidie

U ging uit van uw omzet in het 3e kwartaal van 2020 als referentieperiode. De subsidie berekenden we dan als volgt:

  • subsidie = omzet 3e kwartaal 2020 x percentage omzetverlies x percentage vaste lasten van SBI-code x subsidiepercentage 85%.

Viel het berekende subsidiebedrag lager uit dan € 1.500? Dan ontving u het minimale subsidiebedrag van € 1.500.

Rekenvoorbeeld 1:

  • Startend bedrijf A had in het 3e kwartaal van 2020 een omzet van € 18.000.
  • Als gevolg van de coronacrisis was dit in het 1e kwartaal 2021 nog maar € 12.600.
  • Bedrijf A had dus een omzetverlies van 30%: € 18.000 - € 12.600 / € 18.000 * 100% = 30% (€ 5.400)
  • Het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code van de hoofdactiviteit van bedrijf A hoort is 25%. Het percentage vaste lasten komt dan uit op: € 18.000 x 25% = € 4.500 vaste lasten per kwartaal.
  • De subsidie wordt vervolgens: € 18.000 x 30% (omzetverlies) x 25% (vaste lasten-percentage) x 85% (percentage vaste lasten dat vergoed wordt) = € 1.147,50.
  • Het minimale subsidiebedrag dat wordt uitgekeerd is € 1.500. Het startende bedrijf A ontvangt dus € 1.500 tegemoetkoming voor de vaste lasten van het 1e kwartaal van 2021.

Rekenvoorbeeld 2:

  • Startend bedrijf B had in het 3e kwartaal van 2020 een omzet van € 170.000.
  • Als gevolg van de coronacrisis was dit in het 1e kwartaal 2021 nog maar € 76.500.
  • Bedrijf B had dus een omzetverlies van 45%: € 170.000 - € 93.500 / € 170.000 * 100% = 45% (€ 76.500)
  • Het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code van de hoofdactiviteit van bedrijf B hoort is 30%. Het percentage vaste lasten komt dan uit op: € 170.000 x 30% = € 51.000 vaste lasten per kwartaal.
  • De subsidie wordt vervolgens: € 170.000 x 45% (omzetverlies) x 30% (vaste lasten-percentage) x 85% (percentage vaste lasten dat vergoed wordt) = € 19.507,50.
In opdracht van:
  • Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Bent u tevreden over deze pagina?