PH1 - Stel een hogere koeltemperatuur in voor de koeling van servers
Door ASHRAE wordt een temperatuur van minimaal 27 °C aanbevolen als setpoint van de zaalkoelers (bij gebruik van compressiekoeling of natte koeling). Vaak staat dat setpoint te laag ingesteld, waardoor er onnodig wordt gekoeld. Door het verhogen van de koeltemperatuur kan meer gebruik worden gemaakt van vrije koeling en werkt de koeling efficiënter.
Een verhoging van de verdampertemperatuur (-chiller) met 1 °C geeft een COP-verbetering van 2% tot 3%. Bij een setpoint-aanpassing zal de luchttemperatuur en dus ook de verdampertemperatuur veelal met 3 °C kunnen stijgen. De COP verbetert daardoor ongeveer 8%.
Huidige situatie
De zaalkoelers van het datacentrum werken met een lagere ruimtetemperatuur dan de maximaal aanbevolen bedrijfstemperatuur voor elektronische apparatuur.
Herkenning
Het setpoint kan worden getoond op het beheersysteem van de koeling of worden vastgesteld met een thermische meting.
Uitvoering
Het betreft een setpointaanpassing die door een installateur uitgevoerd moet worden.
Het kan zijn dat er datacentra zijn waarbij contracten met servergebruikers een lagere koeltemperatuur vereisen. Hierover moet de eigenaar van het datacentrum in overleg gaan met de eindgebruikers.
Doelmatig beheer en onderhoud
Controleer regelmatig het ingestelde setpoint.
Economische randvoorwaarde
Niet van toepassing.
Technische randvoorwaarde
Niet van toepassing.
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)
Ja