Zwartgestreepte eekhoorn

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Gerrie & Kennerley, 2019; Koprowski et al., 2016; Lekagul & McNeely, 1977; Myhrvold et al., 2015)
Familie Sciuridae
Subfamilie Callosciurinae
Genus Callosciurus
Soort Callosciurus nigrovittatus
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 184-199 mm
  • Staart: 159-182 mm
Gewicht 202-239 g
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Indonesië (Kalimantan, Jawa en Sumatra), Maleisië en Zuid-Thailand.
  • Habitat:  De boomtoppen van primaire en secundaire bossen in tropische laagland en montane gebied. Komt ook voor in omliggend struikgewas.
Levensverwachting 7 jaar wild, 10-20 jaar gevangenschap. 
IUCN-status  “Least Concern”
CITES Niet vermeld

Risicoklasse E

Bij de zwartgestreepte eekhoorn zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de zwartgestreepte eekhoorn in risicoklasse E.

Samenvatting beoordeling van de zwartgestreepte eekhoorn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X). 

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Er is op diersoortniveau geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan-of afwezig zijn van hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen VSBV-1 (Hoffmann et al., 2015; Schlottau et al., 2017ab; Tappe et al., 2017) en Leptospiraspp. (Gozzi et al., 2013; Suut et al., 2018; Thayaparan et al., 2013) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de zwartgestreepte eekhoornis het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicocategorie is daarom niet van toepassing.
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedragvan de zwartgestreepte eekhoornis het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicocategorie is daarom niet van toepassing.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Er is op diersoortniveau geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan-of afwezig zijn van hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen VSBV-1 (Hoffmann et al., 2015; Schlottau et al., 2017ab; Tappe et al., 2017) en Leptospiraspp. (Gozzi et al., 2013; Suut et al., 2018; Thayaparan et al., 2013) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedragvan de zwartgestreepte eekhoornis het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicocategorie is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De zwartgestreepte eekhoorn is een omnivoor (Koprowski et al., 2016; Lekagul & McNeely, 1977). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De zwartgestreepte eekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3 X De zwartgestreepte eekhoorn is dagactief met piekmomenten in activiteit in de ochtend en avond. De middagdip is essentieel voor de spijsvertering doordat na het foerageren in de ochtend de maximale capaciteit van het spijsverteringskanaal is bereikt (Koprowski et al., 2016). De actieve tijd van boomeekhoorns uit de subfamilie Callosciurinae wordt voornamelijk besteed aan foerageren (53,9 +/-9,2 %) (Bertolino et al., 2004). Het is onbekend of de zwartgestreepte eekhoorn meer scatterhoarderof meer larderhoarder is, maar verwante soorten binnen de subfamilie Callosciurinae met overeenkomsten in gedrag en ecologie zijn scatterhoarders (Hafidzi, 1998; Kobayashi et al., 2019; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
V4   Het dieet van de zwartgestreepte eekhoorn bestaat uit fruit, zaden en insecten (Koprowski et al., 2016; Lekagul & McNeely, 1977). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Zwartgestreepte eekhoorns hebben een home range van 0,014-0,2 km2. Zwartgestreepte eekhoorns hebben overlappende home ranges (Koprowski et al., 2016; Saiful et al., 2001). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing
R2 X Zwartgestreepte eekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   De zwartgestreepteeekhoorn is door zijn arborealelevensstijl erg behendig en vlucht doelgericht naar hoge schuilplekken (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Zwartgestreepte eekhoorns gebruiken geen holen of kuilen (Koprowski et al., 2016; Saiful et al., 2001). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5 X Zwartgestreepte eekhoorns leven arboreaal (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X Zwartgestreepte eekhoorns leven in een tropisch klimaat (Koprowski et al., 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de tropische bossen van Zuidoost-Azië waar zwartgestreepte eekhoorns voorkomen is 20 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 17 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 26 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 40 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 4000 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 85% (Schultz, 2005). De zwartgestreepte eekhoorn is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat zwartgestreepte eekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel-of opwarmplaats (Koprowski et al., 2016). Bovendien leven zwartgestreepte eekhoorns in een gebied met weinig temperatuurfluctuaties gedurende de dag en het jaar. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Zwartgestreepte eekhoorns zijn jaarrond actief (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de leefwijze van de zwartgestreepte eekhoorn. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) zijn promiscue en solitair (Koprowski et al., 2016; Tamura et al., 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de dominantiehiërarchie van de zwartgestreepte eekhoorn. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) leven solitair en hebben vaak overlappende homeranges. Bij deze soorten is er sprake van een lineaire dominantiehiërarchie, die het meest prominent aanwezig is tijdens het paarseizoen (Farentinos, 1972; Koprowski et al., 2016; Tamura et al., 1988). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Er is weinig wetenschappelijke literatuur gevonden over de voortplanting van zwartgestreepte eekhoorns. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) zijn binnen het eerste jaar geslachtsrijp en kunnen 2-3 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 39-44 dagen drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. Zwartgestreepte eekhoorns kunnen zich jaarrond voortplanten, met een hogere frequentie in April-Juni en een lagere frequentie in Oktober-December. Zwartgestreepte eekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Bertolino, S., Mazzoglio, P. J., Vaiana, M. & Currado, I. (2004). Activity budget and foraging behaviour of introduced Callosciurus finlaysonii(Rodentia, Sciuridae) in Italy. Journal of Mammalogy. 85(2). 254-259.

Farentinos, R. C. (1972). Social dominance and mating activity in the tassel-eared squirrel (Sciurus aberti ferreus). Anim. Behav.20. 316-326.

Gerrie, R. & Kennerley, R.(2016).Callosciurus nigrovittatus.The IUCN Red List of Threatened Species2016.Opgehaald van IUCN: https://www.iucnredlist.org/species/3599/22253945. 

Gozzi, A., Guichón, M. L., Benitez, V., Romero, G. N. & Brihuega, C. (2013). First isolation of Leptospira interrogansfrom the arboreal squirrel Callosciuruserythraeusintroduced in Argentina. Wildlife Biology. 19. 483-489.

Hafidzi, M. N. (1998). Plantain squirrel Callosciurus notatusin a plantation habitat. Pertanika J. Trop. Agric. Sci. 21(1). 23-28.

Hoffmann, B., Tappe, D., Höper, D., Herden, C., Boldt, A., Mawrin, C., Niederstraßer, O., Müller, T., Jenckel, M., van der Grinten, E., Lutter, C., Abendroth, B., Teifke, J. P., Cadar, D., Schmidt-Chanasit, J., Ulrich, R. G. & Beer, M. (2015). A Variegated Squirrel Bornavirus Associatedwith Fatal Human Encephalitis. N Engl J Med. 373. 154-162.

Kobayashi, S., Placksanoi, J., Taksin, A., Aryuthaka, C., Denda, T. & Izawa, M. (2019). Resource use among sympatric Callosciurusspp. (Sciuridae) in tropical seasonalforests during the dry season in northeastern Thailand. Mammal Study. 44(1). 23-32.

Koprowski, J. L., Goldstein, E. A., Bennett, K. R. & Pereira Mendes, C. (2016). Family Sciuridae (Squirrels). In D. E. Wilson, T. E. Lacher Jr. & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world. 6. Lagomorphs and Rodents I(pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.

Lekagul, B.&McNeely, J.(1977). Mammals of Thailand.Association for the Conservation of Wildlife, Thailand.

Myhrvold, N. P., Baldridge, E., Chan, B., Sivam, D., Freeman, D. L., & Morgan Ernest, S. K. (2015). An amniote life-history database to perform comparative analyses with birds, mammals, and reptiles. Ecology96:3109.

Saiful, A. A., Idris, A. H., Rashid, Y. N., Tamura, N. & Hayashi, F. (2001). Home Range Size of Sympatric Squirrel Species Inhabiting a Lowland Dipterocarp Forest in Malaysia. Biotropica. 33(2). 346-351.

Schlottau, K., Jenckel, M., van den Brand, J., Fast, C., Herden, C., Höper, D., Homeier-Bachmann, T., Thielebein, J., Mensing, N., Diender, B., Hoffmann, D., Ulrich, R. G., Mettenleiter, T. C., Koopmans, M., Tappe, D., Schmidt-Chanasit, J., Reusken, C. B. E. M., Beer, M. & Hoffmann, B. (2017a). Variegated Squirrel Bornavirus 1 in Squirrels,Germany and the Netherlands. Emerging Infectious Diseases. 23(3). 477-481.Schlottau, K., Hoffmann, B., Homeier-Bachmann, T., Fast, C., Ulrich, R. G., Beer, M. & Hoffmann, D. (2017b). Multiple detection of zoonotic variegated squirrel bornavirus 1RNA in different squirrel species suggests a possible unknownorigin for the virus. Arch Virol. 162. 2747–2754.

Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World: The Ecological Divisions of the Geosphere (2nded.). Stuttgart: Springer.

Suut, L., Azim Mazlan, M.N., Arif, M.T., Katip, T., Nor Aliza, A.R.&Haironi, Y.(2018). Serovar diversity of Leptospirasp. infecting wild rodentsin Sarawak, Malaysia. Tropical Biomedicine. 35(1). 252-258.

Tamura, N., Hayashi, F. & Miyashita, K. (1988). Dominance hierarchy and mating behaviour of the Formosan squirrel, Callosciurus erythraeus thaiwanensis. Journal of Mammalogy. 69(2). 320-331.

Tamura, N., Boonkhaw, P., Prayoon, U., Kachanasaka, B. & Hayashi,F. (2018). Mating calls are a sensitive indicator of phylogenetic relationships in tropical tree squirrels (Callosciurusspp.). Mammalian Biology. 93. 198-206.

Tappe, D., Schmidt-Chanasit, J., Reusken, C. B. E. M., Beer, M. & Hoffmann, B. (2017). Variegated Squirrel Bornavirus 1 in Squirrels,Germany and the Netherlands. Emerging Infectious Diseases. 23(3). 477-481.

Thayaparan, S., Robertson, I., Amraan, F., Su’ut, L. & Abdullah, M.T.(2013). Serological Prevalence of Leptospiral Infection in Wildlife in Sarawak, Malaysia. Borneo J. Resour. Sci. Tech.2(2). 79-82.

Bent u tevreden over deze pagina?