Energiezuinige koel- en/of vriescondensoreenheid [W]

Laatst gecontroleerd op:
17 december 2025

Bestemd voor:
het koelen en/of vriezen van ruimtes of processen tot maximaal + 16 °C,

en bestaande uit:
a. een condensoreenheid voor koeltoepassingen met:
- een koelvermogen groter dan 5 kW en kleiner of gelijk aan 50 kW;
- een SEPR van tenminste 2,90;
- een natuurlijk koudemiddel;
- (eventueel) de verdamper(s) van de aangesloten meubelen en/of cellen, of
b. een condensoreenheid voor vriestoepassingen met:
- een koelvermogen groter dan 2 kW en kleiner of gelijk aan 20 kW;
- een SEPR van tenminste 1,80;
- een natuurlijk koudemiddel;
- (eventueel) de verdamper(s) van de aangesloten meubelen en/of cellen. 

Condensoreenheden bestemd voor koel- en vriestoepassingen, moeten voldoen aan de eisen van 220225a.

Het maximum investeringsbedrag dat voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt € 3.000 per geïnstalleerde kW van het koelvermogen van de condensoreenheid.

Het totale koelvermogen is de som van de afzonderlijke koelvermogens van alle condensoreenheden binnen dezelfde inrichting en mag niet meer bedragen dan 50 kW. Het totale koelvermogen is bepaald bij een referentie- omgevingstemperatuur van +32 °C, en een verdampingstemperatuur van -10 °C (voor koeltoepassingen) of verdampingstemperatuur van -35 °C (voor vriestoepassingen). 

De bepaling van het koelvermogen en de seizoensgebonden energieprestatieverhouding (SEPR) voor condensoreenheden zijn vastgelegd in Richtlijn 2009/125/EG van het Europese Parlement en de Raad,  d.d. 21 oktober 2009, en in Verordening (EU) 2015/1095 tot uitvoering van de Richtlijn.

 

ID:IEK ID:AEK ID:GEK    

Bent u tevreden over deze pagina?