Veiligheid van elektrisch vervoer
Het aantal elektrische en plug-in hybride voertuigen op de weg groeit snel. Het is belangrijk om bij zulke veranderingen de veiligheid in de gaten te houden. Ook voor elektrische en plug-in hybride auto’s gelden strenge veiligheidseisen.
Veiligheidstesten
De Wegenverkeerswet 1994 (WVW) bepaalt welke voertuigen wel of niet op de weg worden toegelaten. Alle nieuwe automodellen zijn wettelijk verplicht om veiligheidstesten te ondergaan, voordat ze verkocht mogen worden.
Minimum veiligheidsnorm
De WVW stelt een wettelijke minimumnorm aan de veiligheid van nieuwe auto’s. De meeste nieuwe productiemodellen ondergaan daarnaast ook de botsproeven van EuroNCAP. Dit is een gezamenlijk plan van Europese consumentenorganisaties. In deze botsproeven halen hybride en elektrische auto’s vaak 4 of 5 sterren, waarbij 5 sterren voor zeer veilig staat. Dit is gelijk aan benzine- en dieselauto’s. U kunt dus van een elektrische auto dezelfde veiligheid verwachten als van brandstofauto’s.
Veilige laadinfrastructuur
De laadinfrastructuur moet voldoen aan veiligheidseisen voor elektrische installaties. Een elektrische voorziening moet voldoen aan de norm NEN 1010. In deze NEN-norm zijn eisen opgenomen voor de veilige installatie van laadpalen. Daarnaast gelden voor laadpunten internationale normen voor:
- veilig laadproces
- contactdozen
- beschermingsgraden van omhulsels
- bescherming tegen externe impact
Voor meer informatie over de elektrische voorzieningen en veiligheid leest u de veelgestelde vragen van de NAL en Nederland elektrisch.
Veiligheidseisen voor parkeergarages
Vanaf 2023 zijn de veiligheidseisen voor oplaadpunten in parkeergarages aangepast op moderne, elektrische auto’s. Hierbij is onder andere extra aandacht voor de brandveiligheid.