Gesloten voor aanvragen

Subsidie Opschaling verduurzaamde PPS in het beroepsonderwijs

Laatst gecontroleerd op:
31 december 2025

Deze Nationaal Groeifonds subsidie is bedoeld voor partijen die verbonden zijn aan een verduurzaamde Publiek-Private Samenwerking (PPS) én zich met een project willen richten op klimaat- en energietransitie of digitale transitie. Het gaat om projecten die bestaan uit activiteiten die bijdragen aan een betere aansluiting van het onderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt. De regeling is inmiddels gesloten, het is niet meer mogelijk om aan te vragen. 

Uw aanvraag beheren

Bij deze subsidieregeling ging het om projecten die bestaan uit activiteiten die bijdragen aan een betere aansluiting van het onderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt. Dit is mogelijk door inzet van:

  1. versterking van ketens en ecosystemen;
  2. talentontwikkeling van aankomende en huidige werknemers;
  3. een leven lang leren voor werknemers en werkzoekenden;
  4. innovatie van de beroepspraktijk; of
  5. een contextrijke infrastructuur. 

Na uw aanvraag

Houd na uw aanvraag rekening met de onderstaande zaken:

1. Wijzigingen meldt u met een wijzigingsverzoek als er sprake is van:

  • vertraging in het project;
  • een inhoudelijke wijziging;
  • surseance van betaling, een faillissement of een schuldsaneringsregeling;
  • dat u niet, niet tijdig of niet helemaal aan een verplichting gaat voldoen;
  • een kostenpost die meer dan 25% afwijkt van de begrotingspost (bijvoorbeeld bij een verschuiving van 25% van loonkosten naar kosten derden voor een deelnemer);
  • totale afwijkende projectkosten in een kalenderjaar of in een mijlpaalperiode van 25%.

2. Het samenwerkingsverband communiceert u via de penvoerder;
3. U rapporteert jaarlijks de voortgang;
4. U stuurt in mei van het 2e projectjaar een faseplan voor de laatste 2 jaren in;
5. U houdt de administratie bij en bewaart deze tot 5 jaar na de vaststellingsbrief;
6. U voert een gescheiden boekhouding voor subsidieontvangers die zowel niet-economische als economische activiteiten verrichten;
7. U bevoordeelt geen individuele ondernemingen;
8. U maakt alle resultaten van activiteiten voor iedereen kosteloos toegankelijk;
9. Het is mogelijk voor geïnteresseerde partijen in de regio om zich onder transparante en redelijke voorwaarden bij de PPS aansluiten door het open netwerk;
10. U verleent opdrachten aan derden op basis van transparante criteria en tegen marktconforme tarieven;
11. U monitort en evalueert op aantoonbare en systematische wijze de effecten en resultaten;
12. U doet de aanvraag voor subsidievaststelling binnen 13 weken na de einddatum;
13. U gebruikt de resultaten van de subsidie zoals bedoeld in de subsidieregeling.

Verder gelden de volgende voorwaarden voor de subsidie en de kosten:
De subsidie is 42% van de totale kosten van het project, en maximaal 100% per individuele subsidieaanvrager binnen een samenwerkingsverband. Voor het totale project is de subsidie minimaal € 4 miljoen en maximaal € 9 miljoen.

Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn de redelijke kosten die u voor eigen rekening en risico neemt en direct verbonden zijn met de niet-economische activiteiten die bijdragen aan een betere aansluiting van het onderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt. Hierbij zet u in op:

  • versterking van ketens en ecosystemen;
  • talentontwikkeling van aankomende en huidige werknemers;
  • een leven lang leren voor werknemers en werkzoekenden;
  • innovatie van de beroepspraktijk; of
  • een contextrijke infrastructuur.

De activiteiten zijn tenminste gericht op klimaat- en energietransitie of digitale transitie en dienen Nederlandse belangen. Voor meer informatie kijkt u bij de Subsidiespelregels van het ministerie van Economische Zaken.

Niet-subsidiabele kosten

Niet-subsidiabele kosten zijn de kosten voor:

  • reguliere activiteiten van de onderwijsinstelling;
  • economische activiteiten (voor uitleg: zie de toelichting in de regeling);
  • reguliere begeleiding door de bedrijven van studenten et cetera;
  • opleiding van bedrijfsmedewerkers of contractonderzoek;
  • loonverletkosten;
  • kosten vóór de startdatum of ná de einddatum;
  • restwaarde van speciaal aangeschafte apparatuur;
  • btw die verrekend kan worden;
  • bovennormale winstopslagen binnen groep;
  • kosten voor administratieve verplichtingen (bijvoorbeeld de controleverklaring en/of de verplichte rapportage).

Meer informatie

Veelgestelde vragen

Bent u tevreden over deze pagina?