(Zeer) duurzaam utiliteitsgebouwconform Milieulijst 2023, 2024 of 2025

Laatst gecontroleerd op:
16 december 2025

Bedrijfsmiddelcode: D 5230
Jaar: 2026 (gewijzigd ten opzichte van 2025)
Fiscaal voordeel: 36% MIA

a. bestemd voor:
het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties, genoemd in tabel 4.148A van het Besluit bouwwerken leefomgeving, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw(deel), niet zijnde een stal of kas, waarbij:

1. de gemelde investering een vervolginvestering betreft voor de eerst gemelde investering in hetzelfde gebouw(deel) in het jaar 2023, 2024 of 2025,

2. het gebouw(deel) voldoet aan alle eisen van in het jaar van de eerste melding voor dit project vigerende Milieulijst, conform een van de bedrijfsmiddelen 5215, 5220, 5227, 6115, 6120, 6125 of 6127,

3. een BENG-berekening wordt overgelegd, opgesteld door een vakbekwaam EP- U/D adviseur welke werkzaam is voor een bedrijf dat is gecertificeerd volgens de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9500 of is aangesloten bij een gecertificeerde koepelorganisatie, en

4a. voor een nieuw utiliteitsgebouw geldt dat:

- het primair fossiel energiegebruik van gebouw(delen) waarvoor een eis is gesteld in het Besluit bouwwerken leefomgeving, in

kilowattuur per vierkante meter gebruiksoppervlak per jaar (BENG 2), ten minste 10% lager is dan vereist op grond van het Besluit bouwwerken leefomgeving, en

- voor een gebouw(deel) met industriefunctie als referentiefunctie een sportfunctie wordt aangehouden in de NTA 8800 berekening, en het primair fossiel energiegebruik, exclusief fictief warmtapwater van de sportfunctie, ten hoogste 31,5 kilowattuur per vierkante meter per jaar is,

4b. voor een gerenoveerd gebouw geldt dat het primair fossiel energiegebruik in kilowattuur per vierkante meter gebruiksoppervlak per jaar (BENG 2) ten minste 20% lager is dan voor de ingreep,

b. bestaande uit:
een nieuw utiliteitsgebouw, de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken of gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen, en met uitzondering van gebouwdelen die niet voldoen aan de in onderdeel a genoemde eisen, interieur, inrichting, overige terreininrichting, magazijnstellingen, procesgebonden installaties, aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.

Hierbij geldt dat:

- de investering in het utiliteitsgebouw voor ten hoogste het bedrag per gevalideerde vierkante meter bruto vloeroppervlakte (bvo) zoals vermeld in bedrijfsmiddel 5215, 5220, 5227, 6115, 6120, 6125 of 6127, zoals deze luidde in het jaar waarin de eerste melding voor de investering in het gebouw(deel) is gedaan, in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek,

- vervolginvesteringen in een duurzaam gebouw(deel), niet zijnde vervolginvesteringen in het jaar van de eerst gemelde investering, uitsluitend in zijn geheel voor dit bedrijfsmiddel kunnen worden gemeld,

- uitsluitend vervolginvesteringen voor investeringen gemeld onder bedrijfsmiddel 5215, 5220, 5227, 6115, 6120, 6125 of 6127 van de Milieulijst 2023, 2024 of 2025 in aanmerking komen onder bedrijfsmiddel D 5230, en

- in het Besluit bouwwerken leefomgeving geen eisen worden gesteld aan de energiezuinigheid van gebouw(del)en met een industriefunctie. Er bestaat dan ook nog geen methode voor het bepalen van de energieprestatie van industriële gebouwen. Met de NTA 8800 kan op een alternatieve wijze toch de energieprestatie van de industriefunctie worden bepaald. Hiervoor moet in plaats van de industriefunctie een sportfunctie worden aangehouden in de NTA 8800 berekening. Voor de industriefunctie dient het energiegebruik voor warmtapwater voor de gehele gebruiksoppervlakte in de ontwerpberekening meegenomen te worden uitgaande van de aanwezigheid van een standaard warmtapwaterinstallatie (invoer: gasgestookt warmwatertoestel HRww, CW-klasse 4, leidinglengtes > 3 meter). Dit dient ook meegenomen te worden als geen warmtapwaterinstallatie aanwezig is. In de referentie ‘gebouw met sportfunctie’ is een grote vraag naar warmtapwater opgenomen. In de bepaling van de energiebehoefte en het primair fossiel energieverbruik mag de energie die nodig is voor deze fictieve energievraag voor warm tapwater van het resultaat uit de energieprestatieberekening worden afgetrokken,

- onder procesgebonden installaties, installaties worden verstaan die geen hoofdzakelijk gebouwgebonden functie hebben zoals bijvoorbeeld kraanbanen, transportlijnen, werkplaatsinrichting, industriële keukens, koel/vries-eilanden, droog- en bewaarwanden.

Meer informatie
Dit bedrijfsmiddel kan in aanmerking komen voor fiscaal voordeel, MIA\Vamil. Ik wil meer weten.

Bent u tevreden over deze pagina?