Circulaire economie en MIA\Vamil
In een circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Investeert u in bedrijfsmiddelen die de circulaire economie bevorderen? Dan heeft u mogelijk belastingvoordeel met de MIA\Vamil. U fiscaal voordeel kan oplopen tot ruim 14% van de investeringskosten.
U komt voor de MIA\Vamil in aanmerking als het bedrijfsmiddel waarin u investeert op de Milieulijst staat. En als deze voldoet aan de daarin gestelde voorwaarden. U kunt dit online nagaan (met filteropties).
Hoofdstuk 1 'Grondstoffen- en watergebruik' van de Milieulijst richt zich op investeringen die een circulaire economie (CE) bevorderen. Met name in de volgende industriële takken: maakindustrie, consumptiegoederen en kunststoffen. Ook in andere hoofdstukken staan bedrijfsmiddelen die bijdragen aan de circulaire economie. Deze herkent u aan het blauwe CE-logo in de Milieulijst.
In de Praktijkverhalen leest u ervaringen van ondernemers die met hulp van de MIA\Vamil investeerden in minder milieubelastende bedrijfsmiddelen, waaronder circulaire bedrijfsmiddelen.
R-ladder en circulariteit
In een circulaire economie gebruiken we zo weinig mogelijk (niet-hernieuwbare) grondstoffen en gebruiken we producten langer. We hergebruiken (delen van) producten en gebruiken afval als grondstof voor nieuwe producten.
De MIA\Vamil stimuleert daar waar mogelijk bedrijfsmiddelen die aan deze doelen bijdragen. De MIA\Vamil is niet gericht op bedrijfsmiddelen die zich uitsluitend richten op energieterugwinning uit materialen (Recover).
In onderstaande R-ladder ziet u hoe u kunt bijdragen aan een circulaire economie. Hoe hoger een strategie op deze R-ladder staat, hoe circulairder de strategie is. R1 is de hoogste trede.

De afbeelding is een weergave van de zogenaamde R-ladder. Deze ladder wordt vaak genoemd om de mate van circulariteit aan te geven. De R-ladder heeft 6 tredes (R1 tot en met R6) die verschillende strategieën van circulariteit weergeven. Strategieën hoger op de ladder besparen meer grondstoffen. R1 is de hoogste trede.
De strategieën kunnen samengaan met innovaties in de vorm van vernieuwende productontwerpen, technologieën of businessmodellen.
De 6 tredes zijn:
- R1. Refuse en rethink: afzien van producten of producten intensiever gebruiken;
- R2. Reduce: producten efficiënter fabriceren of efficiënter maken in het gebruik;
- R3. Reuse: hergebruik van een product;
- R4. Repair, refurbish, remanufacturing en repurpose : reparatie en hergebruik van productonderdelen;
- R5. Recycling: verwerken en hergebruiken van materialen;
- R6. Recover: energie terugwinnen uit materialen.
Bron: PBL (Planbureau voor de Leefomgeving)
Het eerste hoofdstuk van de Milieulijst sluit aan op deze R-ladder. De volgende paragraafindeling wordt gehanteerd.
- Biobased economy
- Producten slimmer maken en gebruiken (refuse, rethink, reduce)
- Levensduur verlengen (reuse)
- Recycling (recycle)
- Toepassen van recyclaat (recycle)
- Betere afvalscheiding (recycle)
- Voorkomen van emissies uit afvalstromen
Het tweede cijfer van een bedrijfsmiddelcode verwijst naar de paragraaf uit het betreffende hoofdstuk.
Biobased Economy
In een Biobased Economy (BBE) worden fossiele grondstoffen vervangen voor biomassa als grondstof. BBE heeft een belangrijke plaats in de circulaire economie. Ook in een biobased economie gaat het over het sluiten van de kringlopen, waarbij afval niet bestaat.
De meeste BBE-bedrijfsmiddelen vindt u in paragraaf 1.1 van de Milieulijst. Biomassa in de landbouw, zoals bedrijfsmiddelen met betrekking tot de eiwittransitie vindt u in hoofdstuk 2 van de Milieulijst en biomassa in de bouw, zoals bouwmaterialen en diverse interieurproducten in hoofdstuk 6.
Rethink / Reduce
Bij ‘rethink’ en ‘reduce’ gaat het om het verduurzamen van productieprocessen door minder of andere (milieuvriendelijkere) grondstoffen te gebruiken.
Vervangt u grondstoffen met een relatief hoge milieu-impact? En doet u dit door grondstoffen met een relatief lage milieu-impact? Maak dan gebruik van code B 1205 van de Milieulijst. De vervangende grondstof mag in dit geval geen biomassagrondstof of gerecyclede grondstof zijn. Zie paragraaf 1.1 van de Milieulijst voor het toepassen van biomassagrondstoffen en paragraaf 1.5 voor het toepassen van gerecyclede grondstoffen.
Wilt u het verbruik van grondstoffen verminderen? Denk dan aan het verwaarden van reststromen, efficiënter produceren door meet- en regeltechniek, kringloopsluiting, levensduurverlenging van producten en een diensteneconomie. Veel bedrijfsmiddelen die dit bevorderen vindt u in paragraaf 1.2 van de Milieulijst. Hieronder vindt u enkele voorbeelden:
Grondstofbesparende productieprocesssen
De codes F 1200 en A 1201 zijn bedoeld voor investeringen met (veel) minder grondstofverbruik dan gangbaar is voor deze toepassing.
Code F 1200 richt zich op nieuwe en innovatieve productieapparatuur met een voor Nederland nieuw werkingsprincipe. Gaat het om de toepassing van bestaande productietechnieken die leiden tot efficiëntere productieprocessen en een lager grondstoffengebruik? Zoals betere meet- en regeltechniek en spuitgietmachines? Dan meldt u deze onder code A 1201.
Grondstofbesparende industriële apparatuur
Onder code B 1202 meldt u industriële apparatuur die geen productieapparatuur is, maar wel leidt tot een lager grondstofgebruik tijdens het gebruik hiervan. Een voorbeeld hiervan is apparatuur voor reinigingsprocessen die minder chemicaliën gebruikt dan gangbaar is in dit soort processen.
Refurbish / Remanufacture / Repurpose
Voor het gebruik van grondstoffen of (onderdelen van) producten is het belangrijk dat u in de ontwerp- en productiefase rekening houdt met hergebruik of recyclebaarheid. In paragraaf 1.2 en 1.3 van de Milieulijst vindt u bedrijfsmiddelen die hieraan bijdragen. Denk dan aan:
- apparatuur voor duurzamere producten;
- het terugnemen van producten voor refurbishen of hergebruik;
- de productie van nieuwe bedrijfsmiddelen uit herbruikbaar materiaal.
Enkele voorbeelden staan hieronder.
Productie van duurzamere producten
Investeert u in het maken van producten die gemakkelijker kunnen worden hergebruikt of gerecycled? Dan kunt u deze investering mogelijk melden onder code F 1203 of A 1204.
- Garandeert u als producent dat u het product na de gebruiksfase terugneemt om deze (gedeeltelijk) te hergebruiken of recyclen? Maak dan gebruik van code F 1203.
- Geeft u deze garantie niet? Maak dan gebruik van code A 1204.
Past u productieapparatuur voor verpakkingen aan, gericht op het produceren van beter recyclebare verpakkingen? Dan kunt u melden onder code F 1260 of A 1261.
Hergebruik van (onderdelen van) producten
Investeert u in een bedrijfsmiddel waarmee u onderdelen of grondstoffen terugwint door demontage van producten na de gebruiksfase? Bijvoorbeeld een robot die mobiele telefoons uit elkaar haalt en de onderdelen sorteert? Maak dan gebruik van code F 1301.
Maakt u een product op basis van onderdelen van gebruikte producten? Of brengt u een bestaand product terug tot nieuwstaat of beter (waarbij garantie wordt verleend op het opgeknapte of verbeterde product)? Maak dan gebruik van code F 1300. Hergebruik van verpakkingen meldt u onder F 1305 en F 1306.
Circulaire producten
Naast codes voor productie(apparatuur) zijn er verschillende codes voor circulaire producten. Zie bijvoorbeeld paragraaf 6.2 voor circulaire bouwproducten en paragraaf 6.3 voor duurzame interieurproducten.
Recycling
In paragraaf 1.4, 1.5 en 1.6 van de Milieulijst 2023 vindt u bedrijfsmiddelen gericht op het recyclen van afval tot grondstoffen, toepassen van gerecyclede grondstoffen tijdens productieprocessen of het inzamelen en nascheiden van afval. Enkele voorbeelden:
Mechanische recycling
Code F 1400 en A 1401 gaat over bedrijfsmiddelen met een doelvoorschrift. Hieronder vallen bedrijfsmiddelen voor het recyclen van afval tot een grondstof. Dit onder de voorwaarde dat de investering verder gaat dan wat gebruikelijk is in de branche. Verder gelden aanvullende eisen zoals omschreven in paragraaf 2b. Investeringen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar komen niet in aanmerking.
Chemische recycling
Mechanische recycling verdient de voorkeur boven chemische recycling. Echter, mechanische recycling is niet altijd mogelijk. In situaties waarin chemische recycling milieuvriendelijker is dan mechanische recycling kunt u mogelijk een beroep doen op code F 1409 (of eventueel F 1461). Deze code betreft een bedrijfsmiddel met een doelvoorschrift. Is er sprake van recycling van afval dat ook mechanisch kan? Dan moet u met een levenscyclusanalyse (LCA) aantonen dat chemische recycling milieuvriendelijker is.
Verwerken van teruggewonnen grondstoffen
Investeringen in het toepassen van recyclaat in (onderdelen van) nieuwe producten meldt u bijvoorbeeld onder code A 1500 of F 1565 als het specifiek gaat om de verwerking van rubbergranulaat. Zie paragraaf 1.5 van de Milieulijst voor meer bedrijfsmiddelen die zich richten op het toepassen van recyclaat.
Afvalinzameling - en scheiding
In paragraaf 1.6 van de Milieulijst vindt u bedrijfsmiddelen gericht op het gescheiden inzamelen of nascheiden van afval. Deze bedrijfsmiddelen zijn gericht op meer of betere monostromen, wat leidt tot meer en betere recycling. Monostromen zijn afvalstromen die bestaan uit één materiaalsoort of één type product.
Detectie en vervangen van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)
ZZS hebben een remmende werking op de circulaire economie. Daarom geldt de eis van 0% ZZS in het recyclaat. De Milieulijst voorziet hierin door apparatuur voor het detecteren en het vervangen en afscheiden van deze ZZS te stimuleren. Zie hiervoor paragraaf 1.7 van de Milieulijst.
Bedrijfsmiddelen met een doelvoorschrift
Een aantal bedrijfsmiddelen voor de circulaire economie zijn zogenoemde bedrijfsmiddelen met een doelvoorschrift. Deze bedrijfsmiddelen en de aanvullende eisen die daarvoor gelden, zijn opgenomen in paragraaf 2b van de Milieulijst. De belangrijkste eis is dat een aanzienlijk betere milieuprestatie wordt behaald dan wat gangbaar is in de branche. Het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) is hier meestal richtinggevend.
Kijk voor meer informatie hierover op de pagina Voorwaarden bedrijfsmiddelen met een doelvoorschrift. Wilt u vooraf advies over de mogelijkheden binnen een doelvoorschriftcode op de Milieulijst? Maak dan gebruik van dit contactformulier.
Meer weten?
- Het Versnellingshuis Nederland Circulair! ondersteunt ondernemers die hun onderneming circulair willen maken.
- De CIRCO-methodiek biedt mkb’ers handvatten om hun product en/of dienst en businessmodel circulair te ontwerpen.
- De KIDV Recyclecheck voor verpakkingen geeft richting aan het beter recyclebaar maken van uw verpakking (flexibel en vormvast kunststof).
- Bekijk de pagina's over gebouwde omgeving, landbouw en industrie als u meer wilt weten over de CE-mogelijkheden van de MIA\Vamil binnen deze sectoren.
- Naast MIA\Vamil wordt de circulaire economie ook gestimuleerd met andere RVO-regelingen, zoals bijvoorbeeld Subsidie Circulaire ketenprojecten, Demonstratie Energie-en Klimaatinnovatie (DEI+) (pilot- en demonstratieprojecten) en Versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI).
Vragen over de MIA\Vamil?
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat