Veelgestelde vragen GLB 2025
Heeft u vragen over het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)? In dit overzicht vindt u de antwoorden op Veelgestelde vragen.
Eco-regeling
Had u blijvend grasland omgeploegd en zaait u dit opnieuw in? Dan zien wij dit direct weer als blijvend grasland.
Blijvend grasland is geen eco-activiteit. Wel kunt u blijvend grasland mee laten tellen voor de volgende eco-activiteiten:
- Grasland met kruiden
- Grasklaver
- Verlengde weidegang: 1.500 of 2.500 uur beweiden
- Langjarig grasland (als u vanaf 1 januari 2023 alleen maar lichte grondbewerking heeft toegepast)
U kunt een eco-activiteit laten meetellen als u zich aan de voorwaarden houdt. De voorwaarden van alle eco-activiteiten leest u op Eco-activiteiten, punten en waarde 2025.
U kunt het perceel splitsen in een perceel met eco-activiteit en een perceel zonder eco-activiteit. Daarna geeft u in de Gecombineerde opgave aan om welke eco-activiteit het gaat.
U geeft een hoogstamboomgaard op met een gewascode die het meest past bij het gebruik van uw perceel. Er zijn 3 situaties mogelijk:
1. Niet-productief/landschapselement
De oppervlakte die u voor de basispremie opgeeft, kan meetellen voor de eco-activiteit Houtig element (overige houten elementen).
2. Productief: de bomen op het perceel zijn productief
Het hangt af van uw gewas of u het perceel kunt inzetten. Het perceel kunt u voor bepaalde eco-activiteiten inzetten. Bijvoorbeeld voor de eco-activiteit Grasland met kruiden of de eco-activiteit Biologische bestrijding bij appels- of perenteelt.
3. Productief: het gras onder de bomen wordt gebruikt voor productieve doeleinden, maar de bomen niet
Het hangt af van uw gewas of u het perceel kunt inzetten. Het perceel kunt u voor bepaalde eco-activiteiten inzetten. Mogelijke eco-activiteiten zijn: Grasland met kruiden, Grasklaver, Verlengde weidegang en Langjarig grasland.
Geeft u de boomgaard op met gewascode 266? Dan kan deze alleen meetellen met de eco-activiteit Verlengde weidegang.
Geeft u de boomgaard op met gewascode 265 of 331? Dan kan deze meetellen met de eco-activiteiten Verlengde weidegang en Langjarig grasland.
Landbouwareaal
Voor de uitbetaling van de basispremie en eco-premie moet uw landbouwareaal aan algemene voorwaarden voldoen. Zo mag u de landbouwgrond niet meer dan 90 dagen in een jaar gebruiken voor andere activiteiten. En deze activiteiten mogen niet te veel last (door intensiteit, aard, duur, planning) veroorzaken. Is er wel te veel last veroorzaakt? Dan is er sprake van noemenswaardige hinder.
Wanneer is er geen sprake van noemenswaardige hinder? Wanneer maximaal 90 dagen in het jaar van aanvraag niet-landbouwactiviteiten plaatsvinden. En u de landbouwgrond na afloop van deze activiteiten weer voor begrazing of teelt kunt gebruiken. De 90-dagenregel geldt niet als de grond aan de landbouw wordt onttrokken. Alle voorwaarden vindt u op Landbouwareaal GLB 2025.
Voorbeeld 1
U heeft in de Gecombineerde opgave een perceel braak opgegeven met de eco-activiteit Groene braak. Daarna besluit u in november om het perceel uit de landbouw te halen voor 5 jaar. U haalt het perceel uit de landbouw voor activiteiten die niet landbouw gerelateerd zijn. Er is sprake van noemenswaardige hinder.
Conclusie: uw perceel is niet-subsidiabel en kan niet meetellen met de eco-regeling. De 90-dagenregel is niet van toepassing.
Voorbeeld 2
U heeft een perceel met blijvend grasland in gebruik op 15 mei. Jaarlijks wordt uw perceel 5 dagen gebruikt voor een tijdelijke parkeerplaats bij een lokaal evenement. De rest van het jaar lopen uw schapen op het perceel en maakt u begrazing mogelijk. U geeft het perceel in de Gecombineerde opgave op voor de basispremie en de eco-activiteit Langjarig grasland. Er is geen sprake van noemenswaardige hinder.
Conclusie: uw perceel voldoet aan de 90-dagenregel en is subsidiabel voor de basispremie en de eco-regeling.
Voorbeeld 3
U heeft een perceel verkocht aan de gemeente. Maar u kunt of mag er het hele jaar nog landbouwactiviteiten op doen.
Conclusie: we zien het perceel het hele jaar nog als landbouwgrond en daardoor is het perceel subsidiabel.
Voorbeeld 4
U verkoopt een perceel aan de gemeente voor woningbouw. De gemeente voert hier een deel van het jaar voorbereidende werkzaamheden op uit. Dan is het perceel niet het hele jaar landbouwgrond.
Conclusie: uw perceel voldoet niet aan de voorwaarden. Het perceel is niet-subsidiabel. Het maakt niet uit wanneer de gemeente begint met de voorbereidingen. De 90-dagenregel is hier niet van toepassing.
Toestemming eigenaar grondgebruik
U moet dit kunnen aantonen als wij daar om vragen. Wij controleren het juiste gebruik van de grondgebruikstitels via administratieve controles. Of tijdens een controle op uw bedrijf. Hierbij kunnen wij u vragen om de toestemming van de eigenaar voor het gebruik van percelen aan te tonen. Dit geldt voor landbouwgrond en landschapselementen. Meestal is er al een schriftelijke overeenkomst die u kunt gebruiken, zoals een pachtovereenkomst.
Belangrijk om te weten: bij controles vragen wij ook altijd bij de eigenaar na of hij de toestemming kan bevestigen.
U toont toestemming van grondgebruik aan met schriftelijk bewijs. Heeft u een pachtovereenkomst? Dan is dat voldoende. Wij kunnen u vragen om de pachtovereenkomst naar ons op te sturen.
Heeft u een andere vorm van grondgebruik die niet is vastgelegd in een pachtovereenkomst? Of heeft u mondelinge afspraken over grondruil? Ook dan moet u de toestemming van de eigenaar schriftelijk kunnen aantonen als wij daar om vragen.
Elke vorm van een schriftelijk bewijs is voldoende. Als er maar uit blijkt dat de eigenaar toestemming geeft. Dit kan bijvoorbeeld ook een brief of e-mail zijn. Of een grondgebruiksverklaring. In het schriftelijk bewijs van de toestemming moeten minimaal de volgende gegevens staan:
- Gegevens van de eigenaar van de grond
- Gegevens van de eventuele onderverpachter
- Gegevens van de grondgebruiker
- Gegevens van de percelen
- De gebruiksperiode
Belangrijk om te weten: bij controles vragen wij ook altijd bij de eigenaar na of hij de toestemming kan bevestigen.
Ja. Zonder toestemming is er geen juiste gebruikstitel en telt het perceel niet mee voor uw GLB-subsidies. Dat heeft gevolgen voor uw subsidieaanvraag en de uitbetaling van subsidie:
- Een perceel dat niet meetelt levert geen basispremie en eventuele aanvullende premie op.
- De eco-premie vervalt voor het perceel dat niet meetelt. Bovendien kan de eco-premie voor al uw percelen in gevaar komen door het wegvallen van eco-waarde en -punten. Daardoor krijgt u misschien een lagere of helemaal geen eco-premie voor al uw andere percelen die wel meetellen.
- Het totale subsidiebedrag (basisbetaling, aanvullende betaling en eco-premie) kan gekort worden:
- Gaat het om een deel van een opgegeven perceel? Dan krijgt u eerst nog een waarschuwing. Bij herhaling volgt een korting van 5% op het hele subsidiebedrag. Bij nog een herhaling, volgt een korting van 10% op het hele subsidiebedrag.
- Telt een perceel in zijn geheel niet mee? Dan is er geen waarschuwing, maar leggen wij een korting op van 10% van het totale subsidiebedrag. Bij nog een herhaling een korting van 20%.
- In specifieke situaties kan de hele subsidieaanvraag worden afgewezen.
- Vinden we bij een controle fouten? Dan controleren we de subsidieaanvragen van de afgelopen 3 jaren opnieuw. Dat kan leiden tot een terugvordering van subsidies in eerdere jaren.
- Een perceel dat niet meetelt kan gevolgen hebben voor de mestplaatsingsruimte van uw bedrijf.
- In sommige situaties kan ook een strafrechtelijke procedure met hoge boetes het gevolg zijn. Bijvoorbeeld in het geval van opzettelijk onjuist opgeven van percelen of valsheid in geschrifte.
Landschapselementen (algemeen)
Nee, als u een bosperceel heeft van meer dan 1,5 hectare mag u dit bos niet opknippen op de grens van 1,5 hectare. Alleen bomengroepen (bos) tot maximaal 1,5 hectare zijn subsidiabel.
Op deze vraag kunnen wij geen eenduidig antwoord geven. U kunt het beste contact opnemen met de instelling waarmee u te maken heeft.
Een hoogstamboomgaard kunt u op verschillende manieren opgeven voor het GLB. Het feitelijk gebruik is leidend. Wij zetten per type gebruik de gevolgen voor u op een rij:
Situatie 1: U heeft een hoogstamboomgaard opgegeven als landschapselement.
Basispremie
De volgende waarden gelden als u een geheel perceel als landschapselement opgeeft:
- Het perceel heeft meer dan 10 bomen.
- Het perceel heeft meer dan 50 tot 150 bomen per hectare.
- Het perceel is niet groter dan 1,5 hectare.
Voldoet uw perceel niet aan deze voorwaarden, omdat er minder bomen staan? Dan mag u de solitaire bomen/houtige elementen die op het perceel staan apart opgeven als landschapselement.
De eco-regeling
De oppervlakte die u voor de basispremie opgeeft, kan meetellen voor de eco-activiteit Houtig element (overige houtige elementen).
ANLb
Op een hoogstamboomgaard en houtige landschapselementen mag u het ANLb-pakket 26a Half- en hoogstamboomgaard uitvoeren.
Mest
Wanneer u een niet-productieve boomgaard opgeeft, dan vervalt uw mestplaatsingsruimte.
Situatie 2: U heeft een hoogstamboomgaard opgegeven als productief, de bomen op het perceel zijn productief.
Basispremie
De oppervlakte van het hele perceel telt mee als landbouwgrond (blijvende teelt).
De eco-regeling
Het hangt af van uw gewas of u het perceel kunt inzetten. Het perceel kunt u voor bepaalde eco-activiteiten inzetten. Bijvoorbeeld voor de eco-activiteit Grasland met kruiden of de eco-activiteit Biologische bestrijding bij appels- of perenteelt.
ANLb
Op productieve gaarden mag u het ANLb-pakket 26a Half- en hoogstamboomgaard uitvoeren.
Mest
De oppervlakte van het hele perceel telt mee als landbouwgrond en daarom ook voor uw mestplaatsingsruimte.
Situatie 3: U heeft een hoogstamboomgaard opgegeven als productief. De grond wordt gebruikt voor productieve doeleinden, maar de bomen niet.
Basispremie
De oppervlakte van het hele perceel telt mee als landbouwgrond als (blijvend) grasland.
- De bomen op het perceel mag u opgeven bij het perceel als landschapselement.
- De bomen vallen weg in de oppervlakte van het perceel voor de basispremie.
De eco-regeling
Het hangt af van uw gewas of u het perceel kunt inzetten. Het perceel kunt u voor bepaalde eco-activiteiten inzetten. Mogelijke eco-activiteiten zijn: Grasland met kruiden, Grasklaver, Verlengde weidegang en Langjarig grasland.
ANLb
Bij de gewascodes voor grasland kunt u het ANLb-pakket 26a Half en hoogstamboomgaard uitvoeren. Het perceel grasland moet wel zijn opgegeven voor de basispremie.
Mest
De oppervlakte van het hele perceel telt mee als landbouwgrond en daarom ook voor uw mestplaatsingsruimte.
Nee, deze vallen niet onder boomgroepen. Wij zien deze als solitaire bomen.
Wat zijn solitaire bomen? Dat zijn bomen waarvan de kruinen niet op elkaar aansluiten en die geen duidelijk zichtbare ondergroei hebben. Deze staan als stippen in de kaartlaag. U hoeft solitaire bomen niet apart in te tekenen. Voor solitaire bomen geven wij bij de Gecombineerde opgave aan hoeveel bomen er volgens ons op het perceel staan. U moet zelf controleren of dit klopt.
Klopt uw situatie niet? Dan geeft u aan hoeveel bomen er wel op uw perceel staan. Ziet u in de kaartlaag een houtvlak? Dan gaat het om een boomgroep en geeft u deze op met een gewascode hout. In dat geval geeft u niet aan om hoeveel bomen het gaat.
Landschapselementen intekenen
Dat kunt u op 3 manieren doen:
- Landschapselement overnemen uit de kaartlaag topografische grenzen.
- Landschapselement overnemen uit de kaartlaag Subset BGT.
- Het landschapselement als nieuw perceel intekenen.
Voeg alleen landschapselementen toe die u zelf in gebruik heeft en die subsidiabel zijn. Klopt de grens van een landschapselement niet? Deze kunt u aanpassen met de bewerkfuncties in Mijn percelen.
Meer informatie vindt u op Landschapselementen registreren.
U splitst het landschapselement op de kadastrale grens. Zo kunnen u en uw buurman beiden de helft van het landschapselement opgeven. Deelt u samen een sloot? Dan kunt u ook beiden de helft van de sloot opgeven als landschapselement.
Windhagen en -schermen zien we vanaf 2023 als landschapselementen. In 2023 heeft u deze daarom apart ingetekend. Het intekenen van landschapselementen is eenmalig. Alleen in de volgende gevallen moet u in 2025 nog landschapselementen registreren:
- U wilt alsnog landschapselementen registreren die u vorig jaar niet heeft ingetekend.
- U ruilt een of meerdere percelen inclusief landschapselementen met een andere agrariër.
Bekijk het stappenplan op Landschapselementen registreren.
Ja, dit mag.
Een natuurvriendelijke oever is een landschapselement van het type overig. Dit landschapselement mag langs een sloot liggen die van insteek tot insteek breder is dan 10 meter. Een natuurvriendelijke oever is door de mens aangebracht in de vorm van een plas- of drasberm. Of een flauw talud (minimaal 1:3) langs een bestaande waterloop. De begroeiing bestaat uit inheemse planten en is minimaal 25 meter lang. Een natuurvriendelijke oever is minimaal 3 meter breed en maximaal 10 meter breed.
U registreert alle subsidiabele landschapselementen die u op 15 mei ter beschikking heeft door eigendom, pacht of onderpacht. Is er sprake van een andere vorm van gebruik van landschapselementen en heeft u hiervoor toestemming van de eigenaar? Dan registreert u ook deze landschapselementen. Alleen landschapselementen die op landbouwgrond liggen of hieraan grenzen zijn subsidiabel.
Meer informatie vindt u op Landschapselementen registreren.
Bufferstroken
Dit controleren we tijdens een bezoek op uw bedrijf. Bijvoorbeeld:
- Vanuit de conditionaliteiten met een steekproef bij 1% van de aanvragers
- Vanuit de mestwetgeving
- Reguliere controles door de waterschappen
Het verschil kan ontstaan als de gegevens van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) niet actueel zijn. Is de insteek in uw situatie niet juist weergegeven? Dan kunt u dit aangeven in de Gecombineerde opgave.
De bufferstrook begint vanaf de insteek van de sloot. Hierbij maken wij gebruik van de gegevens van de BGT. Daarin is ook de insteek van de sloot opgenomen. Bij een flauw talud begint de bufferstrook op 1 meter vanaf de waterlijn.
Ja, de bufferstrook kan samenvallen met een schouwpad of met een ander landschapselement. De breedte van het schouwpad telt mee in de breedte van de bufferstrook. Geeft u het schouwpad op als landschapselement? Dan moet u het schouwpad zelf in beheer hebben.
Ja, ook biologische bedrijven moeten bufferstroken hebben.
Greppels zijn lange geulen in akkers en weilanden. Een greppel voert meestal te veel water af naar een sloot. Deze greppels zijn onderdeel van uw landbouwoppervlakte. Naast een greppel hoeft meestal geen bufferstrook te liggen.
Kunnen dieren er niet makkelijk doorheen of overheen lopen? Omdat greppels daar te diep of te breed voor zijn? Dan hoort het niet bij uw landbouwoppervlakte. Voor deze greppels gelden dezelfde regels als voor watervoerende sloten en droge sloten. Dus moeten er wel bufferstroken liggen. Staat de sloot het hele jaar droog? Dan hoeft u geen rekening te houden met de verplichte bufferstrook.
In een lang droogvallende waterloop staat in normale omstandigheden geen water van 1 april tot 1 oktober.
Een droge sloot staat altijd droog.
Een sloot is ook een landschapselement en dus subsidiabel.
Bufferstroken in Mijn percelen
Rechtsonder in de kaart ziet u een balkje. Klik op het icoontje met de 3 lagen. Rechtsboven in het scherm ziet u nu een overzicht met kaartlagen. Zoek de kaartlaag Bufferstroken op. Staat er een streepje door het oogje? Klik er dan op. Is het woord Bufferstroken uitgegrijsd? Zoom dan verder in. Dat doet u met het plusteken rechtsonder in het balkje. U ziet de grenzen van de bufferstroken in het roze op de kaart.
Dit kunt u doen met de functie Afstand meten, rechtsonder in het scherm in Mijn percelen.
Een topografisch perceel is een stuk landbouwgrond of een landschapselement in Nederland. De grenzen van dit perceel zijn bijvoorbeeld wegen, spoorwegen, paden, bebouwing en water. Of een grens tussen landbouwgrond of een landschapselement en overige grond. Wij beheren de topografische grenzen en passen deze aan wanneer dit nodig is. In Mijn percelen ziet u deze grenzen in de kaartlaag Topografische grenzen, in het groen en geel.
Een ingetekend perceel is een perceel dat u heeft ingetekend. U kunt meerdere percelen intekenen op een topografisch perceel. Stel dat u op een topografisch perceel mais en aardappelen teelt. Dan tekent u 2 percelen in: een perceel met mais en een perceel met aardappelen.
Ja, als u uw eigen gewaspercelen intekent, dan houdt u rekening met de bufferstroken. Het intekenen verandert de breedte of de ligging van de bufferstrook niet.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur