Eco-activiteiten, punten en waarde 2025
Voor de eco-regeling uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voert u eco-activiteiten uit. Elke eco-activiteit heeft punten en waarde per hectare. U haalt op alle 5 doelen voldoende punten en u haalt de drempelwaarde. U kunt eco-activiteiten combineren voor meer punten en waarde.
Laatste aanpassingen op deze pagina
- 4 februari 2025: Voorwaarden eco-activiteiten Weidegang toegevoegd.
- 30 januari 2025: Formulier toegevoegd voor de aanvraag van een PDF-bestand met eco-activiteiten en gewascodes.
- 29 januari 2025: Knop naar Simulatietool toegevoegd bij Hulp bij het kiezen.
- 28 januari 2025: Er is een nieuw kaartlaag waar u kunt zien wanneer er voor het laatst een rustgewas op uw perceel is geteeld. Lees meer op Rustgewassen.
- 15 januari 2025: We hebben informatie over de mestplaatsingsruimte toegevoegd bij de eco-activiteiten: Groene braak, Bufferstrook met kruiden (langs bouwland en blijvende teelt) en Bufferstrook met kruiden (langs grasland).
Eco-activiteiten kiezen
U kiest zelf welke van de 26 activiteiten passen bij uw bedrijf en percelen. Misschien doet u een aantal van deze activiteiten al. Waar u op moet letten:
- Onder Overzicht eco-activiteiten leest u welke eco-activiteiten u precies kunt doen en welke voorwaarden en/of uitzonderingen daarbij horen.
- 2 activiteiten moeten helemaal of voor een gedeelte overlappen met een verplichte bufferstrook. Namelijk de bufferstrook met kruiden langs grasland en de bufferstrook met kruiden langs bouwland of blijvende teelt.
- Groene braak, precisiegewasbescherming, precisiebemesting en fertigatie mogen niet overlappen met een verplichte bufferstrook. Zie ook: conditionaliteiten.
- Een eco-activiteit telt alleen mee als u een gewas kiest dat is toegestaan bij die eco-activiteit. In de Gewascodelijst kunt u controleren welke gewassen bij welke eco-activiteiten horen.
U kunt eco-activiteiten stapelen. Dit betekent dat meerdere activiteiten meetellen voor de punten en de waarde. Bekijk daarvoor het Overzicht stapelen eco-activiteiten.
Hulp bij het kiezen
Download het Eco-maatje
De app Eco-maatje helpt u verder. U geeft in de app aan wat voor bedrijf u heeft. En welke doelen u belangrijk vindt. Dan laat Eco-maatje zien welke eco-activiteiten bij uw bedrijf passen. Lees hoe u de app kunt downloaden op Eco-maatje.
Simulatietool 2025
De Simulatietool is een hulpmiddel bij de eco-regeling. Met deze tool kunt u het effect van verschillende eco-activiteiten uitproberen. De tool rekent de punten en waarde uit voor de verschillende opties. Kijk voor meer uitleg op Simulatietool 2025.
Punten en waarde berekenen
In de tabel punten en waarde eco-activiteiten ziet u welke punten en waarde u per eco-activiteit, per hectare krijgt. Op Eco-regeling 2025 staat hoe we de punten en waarde berekenen.
Samenhang eco-regeling met ANLb
Veel eco-activiteiten en ANLb-activiteiten kunnen met elkaar samengaan. Andere gaan niet samen. Ook kan er een overlap zijn in de vergoeding. U kunt dezelfde handeling op een perceel niet 2 keer vergoed krijgen. In de tabel Overlap Eco-regeling en Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) 2025 kunt u nakijken voor welke combinaties dit geldt.
Overzicht eco-activiteiten
Dit zijn de 26 eco-activiteiten die u kunt doen:
Hoofdteelt
De hoofdteelt is de teelt van het gewas dat in de periode 15 mei tot en met 15 juli het langst aanwezig is.
Met het zaaien van grasklaver hoeft u minder of geen kunstmest te gebruiken. Vanaf 1 april tot 1 juli staat op het perceel minimaal 25% gras en minimaal 25% klaver. Uw perceel is zichtbaar bedekt met een gelijkmatige verdeling van gras en klaver.
Grasland met kruiden zorgt voor een diepere doorworteling en een betere bodemstructuur. En voor diversiteit in ruwvoer. Van 1 juni tot 1 oktober:
- staan er op het perceel minimaal 25% kruiden en vlinderbloemige gewassen (ingezaaid of spontane opkomst);
- en minimaal 25% gras;
- is uw perceel zichtbaar bedekt;
- staan kruiden en vlinderbloemige gewassen gelijkmatig over het perceel verdeeld.
Deze activiteit kunt u ook tussen fruitbomen en boomkwekerijgewassen doen. Dan geldt:
- dat er op minimaal één van de 3 stroken grasland met kruiden staat; of
- dat er op elke strook op minimaal 30% grasland met kruiden staat.
U gebruikt vlinderbloemige gewassen die onder GLB Stikstofbindend gewas staan in de Gewascodelijst.
ANLb
Bent u ANLb-deelnemer? Lees welk pakket samengaat met deze activiteit in de Tabel Overlap Eco-regeling en Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) 2025.
Met langjarig grasland bouwt u organische stof in de bodem op. Dit is goed voor de bodemstructuur.
U heeft blijvend grasland van 1 januari tot en met 31 december. Uw perceel is zichtbaar bedekt en vanaf 1 januari 2023 heeft u het land niet geploegd. De grond licht bewerken mag wel als de bedekking zichtbaar blijft. U mag alleen pleksgewijs op maximaal 10% van het perceel gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken.
Doet u deze activiteit op ecologisch kwetsbaar blijvend grasland? Dan krijgt u de punten wel, maar de waarde niet.
Door meerjarige teelt van gewassen geeft u uw bodem meer rust, meer organische stof en een betere bodemstructuur. Het gaat hierbij om gewassen onder GLB Verlengde teelt uit de Gewascodelijst.
U heeft minimaal 2 jaar aaneengesloten verlengde teelt als hoofdteelt op het perceel. In de tussentijd mag u daar geen ander gewas op telen. Het gewas moet in de winter blijven staan. Uw perceel is zichtbaar bedekt.
Deze activiteit telt pas vanaf het 2e jaar mee voor de eco-regeling. In 2025 betekent dit dat de teelt kan meetellen als die teelt in 2024 ook al de hoofdteelt was.
Met natte teelt zorgt u voor minder CO2-uitstoot en meer biodiversiteit. Natte teelt is geschikt voor gebieden met een hoge grondwaterstand, zoals veengebieden.
- Uw perceel is zichtbaar bedekt en u oogst minstens één keer per jaar.
- De teelt moet op grond staan die tussen 2015 en 2023 in gebruik was als landbouwgrond.
- Uw teeltgewas is een gewas dat onder GLB Natte teelt staat in de Gewascodelijst.
Door de teelt van een rustgewas verbetert u de bodemstructuur. Het zorgt voor meer organische stof en vocht in uw bodem en minder gewasziektes.
U teelt op perceelsniveau een rustgewas in een rotatie van minimaal 1 op 3. Dit betekent dat u minstens één keer in de 3 jaar een rustgewas als hoofdteelt heeft op het perceel. De telling ging in 2023 in.
In de praktijk betekent dit dat we pas vanaf 2026 kijken of er vanaf 2023 een rustgewas op het perceel stond. Tot die tijd kan elk perceel met rustgewas meetellen.
Uw perceel is zichtbaar bedekt en u mag oogsten, maaien of beweiden.
Uw teeltgewas is een gewas dat onder GLB Rustgewas staat in de Gewascodelijst. U mag een mengsel gebruiken. Dat mag alleen met rustgewassen die in deze lijst staan.
U teelt een stikstofbindend gewas voor een vruchtbare bodem, meer stikstofopname en een betere biodiversiteit.
- Een mengsel van een stikstofbindend gewas met andere gewassen is niet toegestaan. Behalve met graan als het gedeelte stikstofbindende gewas meer dan 50% is. Vanuit de eco-activiteit zien we mais als graan.
- Uw perceel is zichtbaar bedekt.
- U past deze eco-activiteit niet toe op een perceel dat het voorgaande jaar blijvend grasland was.
U teelt verschillende gewassen naast elkaar op smalle stroken grond voor meer biodiversiteit. Vaak zijn deze stroken 3 meter breed, of een veelvoud daarvan. Bijvoorbeeld 6, 12 of 24 meter. U hoeft daardoor minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.
U houdt zich aan de volgende voorwaarden:
- U teelt een combinatie van minimaal 4 gewassen als hoofdteelt op uw perceel landbouwgrond. Hierbij mogen er geen 2 dezelfde gewassen naast elkaar liggen.
- U doet dit in minimaal 5 stroken van 3 tot 27 meter breed.
- Van de 4 hoofdteelten zijn minimaal 2 productieve gewassen en één rustgewas.
- U kunt blijvend grasland niet inzetten als strook. Een strook met struiken en bomen of een houtwal zijn wel toegestaan.
Voor deze activiteit zijn geen specifieke gewascodes bepaald. Zet u gewassen in voor de productie? Dan zien we dit als een productief gewas. Een rustgewas kiest u uit de lijst GLB Rustgewas in de Gewascodelijst.
U teelt een vezelgewas voor een vruchtbare bodem en een betere biodiversiteit. Voorwaarde is dat uw perceel zichtbaar bedekt is. Teelt u hennep? Lees meer over de voorwaarden voor hennep op Hennep.
Een voedselbos is een landbouwmethode met minimaal 3 verticale vegetatielagen. Bijvoorbeeld hogere bomen, struiken en lagere gewassen. De beplanting zorgt binnen afzienbare termijn voor eetbare producten. Het perceel met het voedselbos was landbouwareaal in de periode van 2015 tot 2023.
Voorwaarden
- U gebruikt geen bestrijdingsmiddelen of bemesting.
- U bewerkt de grond niet door keren, ploegen, spitten of woelen.
- Uw perceel voedselbos heeft een aaneengesloten oppervlak van minimaal 0,5 hectare.
- Per hectare staan er minimaal 15 verschillende soorten voedselproducerende bomen en struiken. Deze soorten komen voor op de lijst die hoort bij gewascode voedselbossen van de Stichting Voedselbosbouw.
- Er mag een kruinlaag van hogere bomen staan die een ondersteunende functie voor de andere soorten heeft.
- Er zijn minimaal 3 verticale vegetatielagen.
- De kruinlaag en vegetatielagen mogen nog in ontwikkeling zijn.
- U heeft een teeltplan voor het voedselbos met daarin:
- Een ontwerp van het voedselbos en een lijst met aangeplante of aan te planten soorten.
- Een overzicht van wanneer en wat voor voedsel de eetbare soorten zullen opleveren.
Door een vroeg te oogsten rooigewas kunt u uw bodem beter bewerken met minder structuurbederf. Dit zorgt ook voor een goede periode en geschikte grond om een vanggewas in te zaaien.
Uw perceel is zichtbaar bedekt en u oogst het gewas uiterlijk 31 augustus. U moet het gewas en de gewasresten uiterlijk 31 augustus afvoeren of onderwerken.
Bodemgewas
Met het bedekt houden van uw percelen verhoogt u het organisch stofgehalte en verbetert de bodemkwaliteit.
- U houdt uw perceel van 1 januari tot 1 maart voor minimaal 80% zichtbaar bedekt met een gewas. Dit doet u met het vanggewas of groenbemester die u laat staan van 2024.
- U mag in die periode ook alleen pleksgewijs op maximaal 10% van het perceel gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken.
- U werkt het vanggewas onder met machines voor de hoofdteelt.
- U mag het vanggewas voor het onderwerken niet doodspuiten of branden. Het gewas mag wel doodvriezen.
Bij de teelt van uw hoofdgewas zaait u het vanggewas. Door onderzaaien kan uw vanggewas zich beter ontwikkelen.
- Direct na de oogst van de hoofdteelt is uw perceel zichtbaar bedekt met het vanggewas. Dit vanggewas is een ander gewas dan de hoofdteelt.
- U laat het vanggewas tot minimaal 1 december staan.
- Het perceel is minimaal 80% zichtbaar bedekt.
- U mag geen chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruiken na de oogst van het hoofdgewas.
Teeltmaatregelen
Door biologische bestrijding beschermt u het milieu.
U doet op contractbasis aan biologische bestrijding met één of meer technieken:
- steriele insectentechniek tegen de uienvlieg
- feromoonverwarring tegen de fruitmot, pruimenmot, bessenglasvlinder, vruchtbladroller, leverkleurige bladroller, grote appelbladroller of de heggebladroller
- nematoden
- bacteriepreparaten
- een bestrijder uit bijlage VIIb, onderdeel A, van de Omgevingsregeling
U bewaart het aankoop- en betaalbewijs minimaal 5 jaar in uw administratie. In het aankoopbewijs staat minimaal:
- uw naam
- de GPS-coördinaten van het perceel of het perceelnummer uit de Gecombineerde opgave
- wat u denkt dat de grootte is van het perceel met de biologische bestrijding
- de naam van de leverancier
- de hoeveelheid geleverde biologische bestrijding
- de prijs
Met fertigatie geeft u vloeibare meststoffen via een druppel-irrigatiesysteem. U geeft dan op het juiste moment de juiste hoeveelheid voeding.
De meststoffen komen via een doseersysteem in het water. Daarna komt de mix van water en meststoffen via een hoofdleiding en druppelslangen uiteindelijk in het gewas terecht. U heeft hiervoor een functionerend fertigatie-systeem op uw perceel nodig. Een fertigatie-systeem kunt u ook gebruiken om te irrigeren.
Voorwaarden
- U heeft tijdens de hoofdteelt op het perceel een werkend druppel-irrigatiesysteem met doseersysteem.
- U registreert de meststoffen die u via een doseersysteem geeft en bewaart deze gegevens minimaal 5 jaar.
- U voegt nutriënten gedoseerd toe aan het water.
- U houdt zich aan de conditionaliteiten en de regels voor het gebruik van mest.
- U mag deze activiteit niet doen op braakliggende grond, landschapselementen of een verplichte bufferstrook.
U doseert de juiste hoeveelheid mest op de juiste plek voor uw gewas. Op die manier nemen uw gewassen de meststoffen beter op. Er spoelt minder mest uit naar bodem en water. Dit zorgt voor een betere waterkwaliteit.
Bekende precisiemachines zijn een strooier, spuitmachine, zodebemester of sleepvoetbemester, afhankelijk van de soort mest. Er zijn 2 werkvormen mogelijk:
- Een on-the-go precisietoepassing die ter plekke meet, beslist en uitvoert.
- Een geschakelde precisietoepassing waarbij meten, beslissen en uitvoeren los van elkaar gebeuren.
Voorwaarden
- U beschikt over machines die precisiebemesting kunnen uitvoeren. Of u laat dit door een loonwerker doen en beschikt dan over een factuur.
- U bemest tijdens de hoofdteelt of als voorbereiding voor de hoofdteelt.
- U houdt zich aan de regels voor het gebruik van meststoffen.
- U gebruikt een GPS-gestuurde machine of een sensorgestuurde, on-the-go aangestuurde machine voor de precisiebemesting. De machine moet de dosering mest kunnen aanpassen.
- Spuit u vloeibare meststoffen? Dan heeft de spuitboom sectiecontrole (aan/uit). Ook kan de spuitboom de dosering aanpassen voor elke GPS-locatie.
- U bewaart de gegevenskaarten voor ieder perceel minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen
- U mag deze activiteit niet doen op braakliggende grond, landschapselementen of een verplichte bufferstrook.
Taakkaart of resultaatkaart
U heeft voor ieder perceel met precisiebemesting een taakkaart of een resultaatkaart. Bij een GPS-gestuurde machine gaan de gegevens naar een taakkaart. Een sensorgestuurde, on-the-go aangestuurde machine registreert gegevens op een resultaatkaart. Deze kaart legt de precieze dosering vast tijdens de uitvoering. Een resultaatkaart heet ook wel as-appliedkaart.
Gegevens op de kaart
Een taak- of resultaatkaart bestaat uit een set bestanden (Geo-tagged dataset). De dataset toont met GPS-coördinaten aan, dat de hoeveelheid bemesting op het perceel wisselt.
Welke gegevens staan er minimaal op de kaart:
- GPS-coördinaten van het precisie-bemeste perceel.
- De dosering mest op de GPS-coördinaten.
Welke gegevens houdt u zelf bij:
- De datum waarop u de precisiebemesting uitvoert.
- Het perceelnummer dat bij de bemeste GPS-coördinaten hoort.
Werkzaamheden door loonwerker
Bij precisiebemesting door een loonwerker gelden extra voorwaarden:
- De loonwerker levert de kaartgegevens en perceelgegevens voor ieder bemest perceel.
- Op de factuur van de loonwerker staat: welk werk er precies is gedaan, op welke datum en op welke percelen.
- U bewaart facturen minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen.
U gaat voor een gezond gewas met minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Elke plek op het perceel krijgt precies de juiste dosering. Op deze manier beschermt u uw gewas en houdt u rekening met mens en natuur.
Onder gewasbeschermingsmiddelen verstaan we chemische en biologische middelen. En ook herbiciden die wettelijk zijn toegestaan in Nederland. U mag geen biociden inzetten voor deze eco-activiteit.
Er zijn 2 werkvormen mogelijk voor precisiegewasbescherming:
- Een on-the-go precisietoepassing die ter plekke meet, beslist en uitvoert.
- Een geschakelde precisietoepassing waarbij meten, beslissen en uitvoeren los van elkaar gebeuren.
Voorwaarden
- U beschikt over machines die precisiebemesting kunnen uitvoeren. Of u laat dit door een loonwerker doen en beschikt dan over een factuur.
- U houdt zich aan de regels voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
- U spuit tijdens de hoofdteelt of als voorbereiding voor de hoofdteelt.
- De spuitboom heeft sectiecontrole (aan/uit) en kan de dosering aanpassen.
- Tijdens de hoofdteelt past u de precisiegewasbescherming minimaal één keer toe op een perceel.
- U heeft voor elk perceel een taakkaart (bij een GPS-gestuurde spuit) of een resultaatkaart (bij een spuit met sensors).
- U bewaart de kaartgegevens minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen.
- U mag deze activiteit niet doen op braakliggende grond, landschapselementen of een verplichte bufferstrook.
Taakkaart of resultaatkaart
U heeft voor ieder perceel met precisiegewasbescherming een taakkaart of een resultaatkaart. Hierop is de toegepaste, wisselende dosering binnen het perceel af te lezen.
Bij een GPS-gestuurde machine gaan de gegevens naar een taakkaart. Een sensorgestuurde, on-the-go aangestuurde machine registreert gegevens op een resultaatkaart. Deze kaart legt de precieze dosering vast tijdens de uitvoering. Een resultaatkaart heet ook wel as-appliedkaart.
Gegevens op de kaart:
Een taak- of resultaatkaart bestaat uit een set bestanden (Geo-tagged dataset). Deze gegevens staan er minimaal op de kaart:
- De GPS-coördinaten van waar u het variabel gedoseerde gewasbeschermingsmiddel toepaste.
- De dosering gewasbescherming op die GPS-coördinaten.
Welke gegevens houdt u zelf bij:
- De datum waarop u de precisiegewasbescherming uitvoert.
- Het perceelnummer dat bij de bespoten GPS-coördinaten hoort.
Werkzaamheden door loonwerker
Bij precisiegewasbescherming door een loonwerker gelden extra voorwaarden:
- De loonwerker levert de kaartgegevens en perceelgegevens voor ieder behandeld perceel.
- Op de factuur van de loonwerker staat: welk werk er precies is gedaan, op welke datum en op welke percelen.
- U bewaart facturen minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen.
U kunt tagetes als natuurlijk bestrijding inzetten tegen aaltjes. Hierdoor hoeft u minder chemische gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Dit is beter voor het milieu.
Voorwaarden
- U teelt niets anders dan Tagetes patula als hoofdteelt met een zichtbare bedekking.
- U teelt de tagetes minimaal drie maanden achter elkaar.
- U gebruikt minimaal de in de Aanbevelende Rassenlijst CSAR aanbevolen hoeveelheid zaaizaad.
- U bewaart de etiketten van het zaaizaad van de Tagetes patula gedurende 5 jaar in uw administratie.
- Het perceel waarop u de tagetes inzet, was in het afgelopen aanvraagjaar geen blijvend grasland.
Veemaatregelen
Door koeien te laten weiden zorgt u voor minder ammoniak-emissie. Ook verbetert u de kwaliteit van het landschap.
Deze activiteit kunt u alleen doen met melkkoeien. Dat zijn koeien die minimaal 1 keer hebben gekalfd. U houdt ze voor de productie van melk of andere melkproducten voor mensen.
Voor het uitvoeren van deze eco-activiteit moet u zich bij Qlip aanmelden voor een verklaring weiden. De verklaring betekent dat u zich aan onder andere deze voorwaarden houdt:
• Uw melkkoeien weiden per jaar minimaal 1.500 uur.
• U weidt overdag minimaal 2 uur (tussen 6:00 en 22:00 uur).
• U begint niet later dan 15 mei met weiden.
• U weidt maximaal 5 melkgevende koeien per hectare beweidbare huiskavel.
• U houdt de digitale weidekalender van Qlip bij. Daarin zet u van tevoren op welke datum en tijdstippen u uw koeien gaat weiden. Ook als uw melkvee vrij kan uitlopen.
• U bewaart de kalender minimaal 5 jaar.
Lees alle voorwaarden voor deze eco-activiteit op Voorwaarden stichting Weidegang.
Deze activiteit geldt voor al uw grasland, behalve de bufferstroken die u gebruikt voor de activiteit bufferstroken met kruiden. Deze bufferstroken tellen niet mee omdat ze niet beweid mogen worden. U tekent deze als apart perceel in.
Aanmelden Qlip
Meld u vanaf 1 maart maar uiterlijk 15 mei 2025 aan voor de verklaring weidegang. Heeft uw bedrijf aan het eind van het weideseizoen voldaan aan de voorwaarden? Dan krijgt u de verklaring van Qlip.
Kosten voor de verklaring weiden
De kosten voor de verklaring zijn € 189,-. Vorig jaar was dit € 179.
Opgeven in de Gecombineerde opgave
U geeft de activiteit uiterlijk 15 mei 2025 op in de Gecombineerde opgave.
Controle
Qlip voert controles uit. Zij hebben contact met u over deze eco-activiteit. Als u voldoet aan alle voorwaarden meldt Qlip dat aan RVO. U hoeft dat niet zelf te doen.
Door koeien te laten weiden zorgt u voor minder ammoniak-emissie. Ook verbetert u de kwaliteit van het landschap.
Deze activiteit kunt u alleen doen met melkkoeien. Dat zijn koeien die minimaal 1 keer hebben gekalfd. U houdt ze voor de productie van melk of andere melkproducten voor mensen.
Voor het uitvoeren van deze eco-activiteit moet u zich bij Qlip aanmelden voor een verklaring weiden. De verklaring betekent dat u zich aan onder andere deze voorwaarden houdt:
- Uw melkkoeien weiden per jaar minimaal 2.500 uur.
- U weidt overdag minimaal 2 uur (tussen 6:00 en 22:00 uur).
- U begint niet later dan 15 mei met weiden.
- U weidt maximaal 3 melkgevende koeien per hectare beweidbare huiskavel.
- U houdt de digitale weidekalender van Qlip bij. Daarin zet u van tevoren op welke datum en tijdstippen u uw koeien gaat weiden. Ook als uw melkvee vrij kan uitlopen.
- U bewaart de kalender minimaal 5 jaar.
Lees alle voorwaarden voor deze eco-activiteit op Voorwaarden stichting Weidegang.
Deze activiteit geldt voor al uw grasland, behalve de bufferstroken die u gebruikt voor de activiteit bufferstroken met kruiden. Deze bufferstroken tellen niet mee omdat ze niet beweid mogen worden. U tekent deze als apart perceel in.
Aanmelden Qlip
Meld u vanaf 1 maart maar uiterlijk 15 mei 2025 aan voor de verklaring weidegang. Heeft uw bedrijf aan het eind van het weideseizoen voldaan aan de voorwaarden? Dan krijgt u de verklaring van Qlip.
Kosten voor de verklaring weiden
De kosten voor de verklaring zijn € 189,-. Vorig jaar was dit € 179.
Opgeven in de Gecombineerde opgave
U geeft de activiteit uiterlijk 15 mei 2025 op in de Gecombineerde opgave.
Controle
Qlip voert controles uit. Zij hebben contact met u over deze eco-activiteit. Als u voldoet aan alle voorwaarden meldt Qlip dat aan RVO. U hoeft dat niet zelf te doen.
Aanpassen weidegang-uren
Haalt u het aantal weidegang-uren van 2.500 uur niet, maar wel minimaal 1.500 uur? Verander de eco-activiteit dan in Weidegang: minimaal 1.500 uur beweiding in de Gecombineerde opgave. Dit kan tot uiterlijk 15 oktober 2025.
Meldt deze aanpassing ook bij Qlip.
Niet-productieve grond
Met een bufferstrook met kruiden zorgt u voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit.
U heeft een bufferstrook met kruiden langs bouwland (behalve tijdelijk grasland) of langs een perceel blijvende teelt. U houdt zich aan de volgende voorwaarden:
- De bufferstrook ligt helemaal of voor een deel op een verplichte bufferstrook.
- U bemest de bufferstrook niet en u gebruikt geen chemische gewasbeschermingsmiddelen.
- De bufferstrook ligt direct langs bouwland, met uitzondering van tijdelijk grasland, of direct langs een perceel blijvende teelt.
- De bufferstrook is minimaal 3 en maximaal 12 meter breed.
- Van 1 juni tot 1 oktober is de bufferstrook zichtbaar bedekt met minimaal 25% duidelijk zichtbare kruiden en vlinderbloemige gewassen. Tenzij u tijdelijk niet kunt voldoen omdat u een ANLb-pakket plas-dras weidevogels heeft
- De kruiden en vlinderbloemigen zijn gelijkmatig verdeeld over de bufferstrook.
- U beweidt of oogst de bufferstrook niet.
- U mag de bufferstrook beheren met maaien en afvoeren.
Mestplaatsingsruimte
Doet u op landbouwareaal een eco-activiteit uit de categorie Niet-productieve grond? Deze percelen mag u niet bemesten en tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte.
Met een bufferstrook met kruiden zorgt u voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit.
U heeft een bufferstrook met kruiden langs een perceel met grasland. U houdt zich aan de volgende voorwaarden:
- De bufferstrook ligt helemaal of voor een deel op een verplichte bufferstrook.
- De bufferstrook ligt direct langs een perceel grasland.
- U bemest de bufferstrook niet en u gebruikt geen chemische gewasbeschermingsmiddelen.
- De bufferstrook is minimaal 3 en maximaal 12 meter breed.
- Van 1 juni tot 1 oktober is de bufferstrook zichtbaar bedekt met minimaal 25% kruiden en vlinderbloemige gewassen. Tenzij u tijdelijk niet kunt voldoen omdat u een ANLb-pakket plas-dras weidevogels heeft.
- De kruiden en vlinderbloemigen zijn gelijkmatig verdeeld over de bufferstrook.
- U beweidt of oogst de bufferstrook niet.
- U mag de bufferstrook beheren met maaien en afvoeren.
Mestplaatsingsruimte
Doet u op landbouwareaal een eco-activiteit uit de categorie Niet-productieve grond? Deze percelen mag u niet bemesten en tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte.
Met groene braak zorgt u voor meer biodiversiteit en minder milieubelasting.
Dit zijn de voorwaarden:
- U heeft tijdens het aanvraagjaar minimaal 9 maanden achter elkaar groene braak op bouwland.
- Tijdens de periode groene braak gebruikt u geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en mest.
- Blijft uw gewas langer dan 9 maanden staan? Dan mag u na deze periode nog steeds geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en mest op dit gewas gebruiken
- Uw perceel is voor minimaal 80% zichtbaar bedekt met een levend gewas van 31 mei tot 31 augustus. Door bijvoorbeeld een kruidenmengsel in te zaaien of door spontane opkomst.
- U mag het gewas het hele jaar niet beweiden en niet oogsten.
- Op dit perceel stond vorig jaar geen blijvend grasland.
U kunt deze eco-activiteit ook doen op een akkerrand. Maar niet op een verplichte bufferstrook. De akkerrand is minimaal 3 meter breed.
Mestplaatsingsruimte
Doet u op landbouwareaal een eco-activiteit uit de categorie Niet-productieve grond? Deze percelen mag u niet bemesten en tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte.
Met landschapselementen zorgt u voor meer biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap.
U heeft een lijnvormige heg, haag of struweel op of naast landbouwgrond. Een heg, haag of struweel bestaat uit inheemse struiken aan elkaar en daartussen staan geen bomen.
- U houdt het element en de vorm ervan het hele jaar in stand door te snoeien wanneer dat nodig is.
- U verwijdert opkomende bomen en uitheemse struiken.
- U mag niet snoeien in het broedseizoen van 15 maart tot en met 15 juli. Sommige vogels broeden buiten deze periode. In dat geval moet u wachten tot het nest is uitgevlogen.
Met landschapselementen zorgt u voor meer biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap.
U heeft een houtig element (zoals houtwallen en bomen) op of naast landbouwgrond. Het element is het hele jaar aanwezig, van 1 januari tot en met 31 december.
U mag niet snoeien in het broedseizoen van 15 maart tot en met 15 juli. Sommige vogels broeden buiten dit seizoen. In dat geval moet u wachten tot het nest is uitgevlogen.
Duurzaam bedrijf
Met de eco-activiteiten gaan we samen voor een duurzame landbouw.
Helemaal biologisch (Skal)
Uw bedrijf is uiterlijk 15 mei 2025 Skal-gecertificeerd of daarvoor in omschakeling. Dit blijft zo de rest van het aanvraagjaar. U heeft recht op de eco-premie goud als u de eco-regeling aanvraagt. De Gecombineerde opgave vult deze activiteit automatisch in bij alle percelen.
Voor een deel biologisch
Uw bedrijf is voor een deel biologisch of daarvoor in omschakeling. De berekening van de eco-premie is hetzelfde als bij niet-biologische bedrijven. U geeft voor deze eco-activiteit uw biologische percelen op.
Gewascodelijst
In de Gewascodelijst kunt u de codes opzoeken voor de gewassen die u gebruikt voor eco-activiteiten. Wilt u een PDF-bestand ontvangen met de gewascodes en gewassen per eco-activiteit? Omdat u deze liever uitprint? Laat dan hieronder uw e-mailadres achter.
PDF-bestand Gewascodes en gewassen eco-activiteiten 2025 ontvangen
Wij gaan zorgvuldig om met uw persoonsgegevens. Lees meer over ons privacybeleid.
Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur