Gesloten voor aanvragen

Subsidie voor investeringen in verduurzaming voor veehouderijlocaties met piekbelasting (Sbv)

Laatst gecontroleerd op:
27 oktober 2025

Heeft u subsidie gekregen om de stikstofneerslag van uw veehouderijlocatie te verminderen en de duurzaamheid te vergroten? En valt uw veehouderij onder de aanpak piekbelasting? Bekijk voor welke kosten u subsidie krijgt. En wat u verder nog regelt voor uw investering.

Hoogte subsidie en aanvraagperiode

Startdatum:
maandag 21 oktober 2024
09:00
Einddatum:
woensdag 8 januari 2025
17:00
Budget per aanvraag: € 25.000 tot € 600.000

Sbv actueel

In totaal hebben 36 veehouderijen een aanvraag ingediend. Op de afbeelding hieronder ziet u hoe wij deze Sbv-subsidie hebben verdeeld.

Waarvoor krijgt u subsidie?

U krijgt subsidie voor investeringen die (samen) zorgen voor minder uitstoot van ammoniak. En voor maatregelen die zorgen voor een verbetering van de brandveiligheid of het dierenwelzijn. U investeert dus niet in één maatregel, maar altijd in een combinatie. U kunt investeren in 5 soorten maatregelen: 

  • Investeringen in nageschakelde technieken om ammoniak te verminderen (tabel 1). Hiermee voorkomt u zo veel mogelijk dat uitstoot de stal verlaat;
  • Investeringen in brongerichte technieken om ammoniak te verminderen (tabel 2). U zorgt er zo voor dat er minder stikstofuitstoot ontstaat. Een brongerichte techniek zorgt daardoor voor een beter stalklimaat en verbetering van het dierenwelzijn;
  • Investeringen in brandveiligheid zodat rook en vuur minder snel verspreiden als er brand uitbreekt (tabel 3). Hiermee voorkomt u schade aan uw stal en dieren. Dit is nodig omdat elektrische installaties zorgen voor een hoger risico op brand;
  • Investeringen in dierenwelzijn (tabel 4). Hiermee zorgt u ervoor dat het dierenwelzijn op uw bedrijf verbetert.
  • Aanvullende investeringen in emissiereductie buiten de stal (tabel 5). Dit zijn technieken die de uitstoot van ammoniak verminderen. 

Een overzicht van alle maatregelen vindt u in de Investeringslijst Sbv. In dit zoekregister kunt u de maatregelen filteren. Zo ziet u overzichtelijk welke investeringen voor uw veehouderijlocatie mogelijk zijn. U vindt de maatregelen ook in tabel 1 tot en met 5 in de regelingstekst.

De maatregelen uit tabel 1 en 2 zijn bewezen technieken uit Bijlage V en Bijlage VI van de Omgevingsregeling.  De maatregelen uit tabel 3 zijn gebaseerd op de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). Deze zijn aangepast op basis van inzichten van experts op het gebied van brandveiligheid. De maatregelen uit tabel 4 komen ook uit de MDV.

Hoe investeringen combineren

Welke maatregelen u kunt kiezen hangt af van welke dieren u houdt. U doet de investeringen voor hetzelfde dierenverblijf. 

Zo investeert u per diersoort

Houdt u melkvee? U combineert een brongerichte techniek (tabel 2) met een investering in brandveiligheid (tabel 3). De andere technieken (uit tabel 4 en 5) zijn niet verplicht, maar mogen wel.  

Houdt u varkens of vleeskalveren? U kiest een nageschakelde techniek (tabel 1) en moet ook nog investeren in een andere techniek. Hiervoor heeft u 2 opties: 

  • U investeert ook in het verbeteren van brandveiligheid (tabel 3) en dierenwelzijn (tabel 4). U kunt ook investeren in emissiereductie buiten de stal (tabel 5)  en als varkenshouder ook in een brongerichte techniek (tabel 2), maar dit hoeft niet.
  • U kiest als varkenshouder nog een brongerichte techniek (tabel 2) en investeert ook in het verbeteren van brandveiligheid (tabel 3). U kunt ook investeren in dierenwelzijn (tabel 4) en emissiereductie buiten de stal (tabel 5), maar dit hoeft niet.

Doet u investeringen voor een bestaande stal? Om de brandveiligheid te verbeteren, kunt u uit tabel 3 alleen kiezen voor een opslagruimte voor brandbare voer- en strooiselmaterialen buiten het brandcompartiment met de dierverblijven. Heeft u al zo’n opslagruimte? Dan hoeft u geen andere investering uit tabel 3 te doen, maar het mag wel.

Keuzehulp bij investeringen

Hoeveel subsidie

Voor de investeringen krijgt u subsidie voor maximaal 80% van de kosten. Het minimale subsidiebedrag is € 25.000 en het maximale subsidiebedrag is € 600.000 per veehouderijlocatie. Deze subsidie krijgt u alleen voor de aankoop en installatie van deze technieken. Is het voor de installatie nodig dat u aanpassingen maakt in uw stal? Dan kunt u hier meestal ook subsidie voor krijgen. 

Wilt u van een maatregel of techniek weten waar u specifiek subsidie voor krijgt? Kijk dan in de Investeringslijst Sbv of in de tabellen van de regelingstekst. Daar leest u welke kosten in aanmerking komen voor subsidie en voor welke kosten u geen subsidie krijgt.

Wat valt niet onder de subsidie? 

 U krijgt geen subsidie voor ondersteunende en extra kosten. Dit zijn bijvoorbeeld:

  • kosten voor de aanschaf, verbetering en verwerving van grond;
  • investeringen in tweedehands technieken, installaties, machines, apparatuur of uitrusting;
  • investeringen die u moet doen om aan de wet te voldoen, zoals het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
  • afsluitingskosten, bijvoorbeeld als het gaat om lease;
  • kosten op de offerte voor advies en begeleiding van de leverancier, nadat de techniek of maatregel is geleverd;
  • kosten voor onderhoud van de investering(en);
  • kosten voor de controleverklaring van de accountant;
  • eigen uren van de veehouder.

Voorwaarden

Voor deze subsidie gelden er voorwaarden. Per diercategorie zijn er aanvullende voorwaarden. 

Algemene voorwaarden

  • U bent veehouder en houdt melkvee, vleeskalveren en/of varkens.
  • U doet een aanvraag voor één veehouderijlocatie. Een veehouderijlocatie is een locatie met meestal één of soms meer Uniek(e) Bedrijfsnummer(s) (UBN). Om te bepalen wat één locatie is, gaat u uit van uw natuurvergunning.
  • U berekent de stikstofvracht (stikstofdepositie) van uw locatie met de AERIUS Check. Ga uit van het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 (het referentiejaar) op uw locatie heeft gehouden. Meer hierover leest u bij AERIUS Check invullen.
  • De stikstofvracht van uw bedrijfslocatie op een overbelast Natura 2000-gebied is minimaal 2500 mol. Dit gebied ligt binnen 25 kilometer van uw bedrijfslocatie. Als u de AERIUS Check heeft ingevuld, ziet u meteen wat de stikstofvracht van uw locatie is. Als u subsidie aanvraagt, controleren wij uw ingevulde gegevens.
  • U investeert in ieder geval in één bewezen staltechniek om de uitstoot van ammoniak te verminderen.
  • U investeert in ieder geval in één maatregel om de brandveiligheid te vergroten.
  • U houdt zich aan de wettelijke regels voor het houden van een veehouderij.
  • U rondt uw project af binnen 2 jaar na de definitieve beslissing op uw aanvraag.
  • Het gemiddelde aantal dieren op uw veehouderijlocatie mag 5 jaar na vaststelling van de subsidie niet stijgen vergeleken met het referentiejaar.

Voorwaarden voor melkveehouders

Bent u melkveehouder? Dan geldt: 

  • U investeert als melkveehouder om de uitstoot van ammoniak te verminderen in een Lely Sphere.
  • U investeert in minstens één maatregel om de brandveiligheid te vergroten.

Voorwaarden voor vleeskalverhouders en varkenshouders

Bent u vleeskalverhouder of varkenshouder? Dan kunt u uit tabel 1 alleen investeren in een luchtwasser. Hiervoor geldt:

  • U sluit een overeenkomst af met een deskundige. Bijvoorbeeld de leverancier van de luchtwasser. In de overeenkomst moet staan dat u real-time gegevens levert van het elektronisch monitoringssysteem van de luchtwasser. Zo kan de deskundige op afstand zien of de luchtwasser goed werkt. U gebruikt voor uw aanvraag hiervan de offerte, de overeenkomst mag nog niet getekend zijn.
  • De luchtwasser moet zo worden geïnstalleerd dat de concentratie van ammoniak maximaal 20 ppm ter hoogte van de kop van het dier is. De concentratie koolstofdioxide mag maximaal 3.000 ppm ter hoogte van de kop van het dier zijn. U bent hiervoor verantwoordelijk.
  • U moet het ventilatiekanaal, de ventilatoren en het sprinklersysteem regelmatig (laten) reinigen en stofvrij houden. 

Welke vergunningen heeft u nodig?

Bij uw aanvraag heeft u alle vergunningen of meldingen meegestuurd die u nodig heeft voor uw bedrijf. Welke dat precies zijn, verschilt per bedrijf. Dat hangt bijvoorbeeld af van de grootte en de locatie van uw bedrijf en de activiteit die u gaat uitvoeren.

Omgevingsvergunning onderdelen ‘bouw’ en ‘milieu’

Wilt u een nieuwe stal bouwen of een bestaande stal grondig verbouwen? Dan heeft u vaak een omgevingsvergunning onderdeel ‘bouw’ nodig. Gaat u een emissiearm stalsysteem installeren zoals de Lely Sphere of een luchtwasser? In de Omgevingswet staat dat het installeren van een emissiearm stalsysteem wordt gezien als een milieubelastende activiteit. Daarom moet u de activiteit melden of een omgevingsvergunning onderdeel ‘milieu’ aanvragen.

Omgevingsvergunning onderdeel ‘Natura 2000-activiteit’

Heeft u een veehouderijlocatie bij een Natura 2000-gebied en wilt u een emissiearm stalsysteem gebruiken? Dan heeft u ook een omgevingsvergunning onderdeel Natura 2000-activiteit nodig. Deze vergunning kunt u niet krijgen op basis van de emissiefactoren uit bijlage 5 van de Omgevingsregeling. Hiervoor is altijd een passende beoordeling nodig. Ook een positieve weigering is niet voldoende om de stalsystemen van de Sbv toe te passen.  

Het bevoegd gezag beoordeelt of u een vergunningsaanvraag of melding moet doen. Neem contact op met het bevoegd gezag wanneer u twijfelt u of u een vergunning nodig heeft. Of wanneer u niet zeker weet of u een melding moet doen. Voor de omgevingsvergunning onderdelen 'bouw' en ‘milieu’ is dit de gemeente. Voor het onderdeel ‘Natura-2000 activiteit’ is dit de provincie. 

Iemand machtigen

U kunt een intermediair machtigen voor:

  • aanvraag van uw subsidie;
  • aanvraag van uw subsidie en bezwaar en beroep;
  • aanvraag, beheer en vaststelling van uw subsidie;
  • aanvraag, beheer en vaststelling van uw subsidie en bezwaar en beroep.

De intermediair geeft in het formulier aan waarvoor u hem heeft gemachtigd. 

Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider

Staat u voor belangrijke keuzes voor de toekomst van uw veehouderij? Zoals innoveren, omschakelen, verplaatsen of stoppen? Zo’n keuze kan ingrijpend zijn. Zeker als uw bedrijf al generaties in de familie is. Als u wilt, kunt u daarbij persoonlijke ondersteuning krijgen van een zaakbegeleider. Naast de diensten van uw eigen bedrijfsadviseur (met of zonder BAS-certificaat). De zaakbegeleider is vrijblijvend en kost u niks. Vraag uw zaakbegeleider aan op Persoonlijke ondersteuning zaakbegeleider.

Na uw aanvraag

U bekijkt en beheert uw aanvraag op MijnRVO:

Uw aanvraag beheren

Subsidiegegevens worden openbaar

De Sbv valt onder staatssteun. Volgens Europese regels zijn wij daarom verplicht om gegevens over deze subsidie openbaar te maken. Dit doen wij nadat wij uw subsidie is verleend. Wij maken dan deze gegevens openbaar:

  • de naam van de aanvrager
  • het subsidiebedrag
  • uw provincie
  • de sector van uw bedrijf

De gegevens blijven minstens 10 jaar beschikbaar.

Webinar

Op 25 september 2024 hebben wij een webinar georganiseerd over de Sbv. Hierin gaven wij informatie over de regeling en kreeg u antwoorden op een aantal veelgestelde vragen. 

Webinar terugkijken

Doel van de Sbv

Het doel van deze subsidie is de stikstofneerslag op kwetsbare natuur in Natura 2000-gebieden snel naar beneden te brengen. Zo kan de natuur weer herstellen. Met de Sbv investeert u in verduurzaming van uw veehouderijlocatie. Daarbij investeert u ook in het verbeteren van het dierenwelzijn, waaronder brandveiligheid. Meer over de regelingen uit de aanpak piekbelasting leest u op Minder stikstof uitstoten als agrarisch ondernemer.

Wetten en regels

Deze subsidie valt onder de regeling Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Deze investeringsmodule voor veehouderijlocaties met piekbelasting valt onder de aanpak piekbelasting.

U vindt de regelingstekst van de Sbv in de Staatscourant.

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bent u tevreden over deze pagina?