Technische voorzieningen voor energiebesparing in of aan bestaande transportmiddelen [W]

Laatst gecontroleerd op:
17 januari 2024
Gepubliceerd op:
29 december 2023

De terugverdientijd van de investering moet ten minste 5 jaar, maar niet meer dan 15 jaar bedragen. Als referentie dient bij bestaande transportmiddelen het historisch energiegebruik8.
De energiebesparing moet aantoonbaar het directe gevolg zijn van het gebruik van het bedrijfsmiddel waarin geïnvesteerd is.

De terugverdientijd moet als volgt worden berekend:

TVT =  Investering / (Energiegebruik per jaar x Energieprijs)oude situatie- (Energiegebruik per jaar x Energieprijs)nieuwe situatie 

  • Waarbij onder de investering alle kosten vallen die noodzakelijk zijn om het bedrijfsmiddel in gebruik te nemen. Financieringskosten vallen hier niet onder.
  • Waarbij de energieprijs moet worden gekozen uit onderstaande tabel, tenzij wordt bespaard op een andere energiedrager dan aardgas of elektriciteit. In dat geval dient de door de onderneming betaalde energieprijs te worden gebruikt.
Aardgas
Inkoopomvang van de bedrijfsinrichting (Nm3 per jaar) Prijs per Nm3
Niet hoger dan 170.000 Nm3 € 1,16
Hoger dan 170.000, niet hoger dan 1 miljoen Nm3 € 0,83
Hoger dan 1 miljoen, niet hoger dan 10 miljoen Nm3 € 0,72
Hoger dan 10 miljoen Nm3 € 0,62

 

Elektriciteit
Inkoopomvang van de bedrijfsinrichting (kWh per jaar) Prijs per kWh
Niet hoger dan 10.000 kWh € 0,26
Hoger dan 10.000, niet hoger dan 50.000 kWh € 0,29
Hoger dan 50.000, niet hoger dan 10 miljoen kWh € 0,21
Hoger dan 10 miljoen kWh € 0,16

Diesel:

  • Voor scheepvaart (binnenvaart, visserij et cetera): € 0,95 per liter
  • Voor wegtransport: € 1,48 per liter

Technische voorzieningen die het transportmiddel zelf niet energie-efficiënter maken, maar indirect energie besparen zijn uitgesloten voor Energie-investeringsaftrek. Dit geldt bijvoorbeeld voor het toepassen van intermodaal vervoer of routeoptimalisatie.

De energiebesparing moet gebaseerd zijn op dezelfde rij- of vaarroute, waarbij wordt uitgegaan van dezelfde goederen en van een maximale belading.

Bekijk voorbeeldberekening

Technische voorzieningen in of aan transportmiddelen moeten de energiebesparing realiseren door:

a. verbetering van de energie-efficiëntie door:

  • toepassing van automatische meet- en regelapparatuur;
  • toepassing van efficiëntere apparatuur;
  • additionele efficiency-verhogende voorzieningen.

b. vermindering van de warmte- of koellast door:

  • thermische isolering;
  • beperking van ventilatie- of tochtverliezen.

c. warmtehergebruik door:

  • warmteterugwinning.

d. efficiënte verlichting door:

  • toepassing van automatische meet- en regelapparatuur;
  • toepassing van efficiëntere apparatuur;
  • additionele efficiency-verhogende voorzieningen.

Toelichting

  • Als er sprake is van vervanging van onderdelen voor een bestaand transportmiddel, dan geldt code 340000.
  • Als er sprake is van uitbreiding van het transportmiddelpark (capaciteitsuitbreiding), dan geldt voor het uitbreidingsgedeelte code 440000.
  • Als er sprake is van een besparing op meerdere energiedragers (bijvoorbeeld gas en elektriciteit), dan moet de kostenbesparing van deze verschillende energiedragers bij elkaar worden opgeteld voor de berekening van de terugverdientijd van de investering.

8 Historisch energiegebruik
Onder het historisch energiegebruik wordt verstaan het totale energiegebruik gemeten over een representatieve periode, voorafgaand aan het moment van investeren, waarin het bedrijfsmiddel onder ontwerpomstandigheden is gebruikt, en gebaseerd op de oorspronkelijke specificaties van het bedrijfsmiddel.

Meer informatie

ID:TEO, ID:AEO

Bent u tevreden over deze pagina?