Tijdelijk gesloten voor aanvragen

Thematische Technology Transfer: pijler 1 en 2

Laatst gecontroleerd op:
28 november 2022
Gepubliceerd op:
1 februari 2019

De subsidieregeling Thematische Technology Transfer (TTT) stimuleert onderzoeksorganisaties die willen samenwerken binnen 1 bepaald thema .

De regeling stimuleert daarnaast investeerders die willen investeren in start-ups (kennisstarters) binnen een bepaald thema, die gebruik maken van kennis van onderzoeksorganisaties over datzelfde thema.

De Thematische Technology Transfer-regeling rust op 2 pijlers.

Pijler 1

Het doel van pijler 1 is dat onderzoeksorganisaties hun krachten bundelen voor een thematische inzet op kennisoverdracht. De TTT-subsidiemodule stimuleert samenwerking voor kennisoverdracht tussen onderzoeksorganisaties binnen een bepaald thema.

Subsidie voor het uitvoeren van een kennisoverdrachtplan

Op bepaalde thema’s is de wetenschap in Nederland van wereldniveau. De kennis is alleen vaak verspreid over verschillende onderzoeksorganisaties. Door samen te werken op het gebied van kennisoverdracht kunnen onderzoeksorganisaties  de economische en maatschappelijke doelen sneller (helpen) realiseren. Daarom kunnen onderzoeksorganisaties die samenwerken binnen een bepaald thema voor kennisoverdracht subsidie aanvragen voor het uitvoeren van een kennisoverdrachtplan.

Samenwerkingsvormen

De samenwerking kan 2 vormen hebben:

  • ofwel minimaal 3 onderzoeksorganisaties die in daadwerkelijke samenwerking een kennisoverdrachtplan uitvoeren (hierna aangeduid als samenwerkende onderzoeksorganisaties);  
  • ofwel een onderzoeksorganisatie met rechtspersoonlijkheid die is opgericht door minimaal 3 onderzoeksorganisaties voor het uitvoeren van een kennisoverdrachtplan (hierna aangeduid als  thematisch samenwerkingsverband).

Kennisoverdrachtplan

In het kennisoverdrachtplan beschrijven de aanvragers hoe zij rondom een thema samenwerken aan kennisoverdracht en onderbouwen ze hoe deze samenwerking bijdraagt aan het realiseren van economische en maatschappelijke doelen.

Met een subsidie van maximaal € 2.500.000 kunnen de onderzoeksorganisaties voor een periode van minimaal 5 jaar en maximaal 6 jaar samenwerken aan kennisoverdracht. Een nadere beschrijving van de subsidiabele activiteiten staat in de toelichting van artikel 3.22.2, derde lid van de regeling nationale EZ- en LNV-subsidies.

Bijdragen aan oprichting van kennisstarters

De activiteiten in het kennisoverdrachtplan moeten uiteindelijk bijdragen aan het oprichten van kennisstarters. De activiteiten die onder de subsidie vanuit pijler 1 vallen, vinden echter plaats binnen onderzoeksorganisaties, vóór de daadwerkelijke oprichting van de kennisstarter.

Er is vanuit pijler 1 dus geen subsidie beschikbaar voor activiteiten ter ondersteuning van de kennisstarter, deze moet zijn eigen financiering rond krijgen. Maar gezien de hoge investeringsrisico’s, is in deze fase nauwelijks financiering vanuit de markt beschikbaar. Het TTT-fonds (pijler 2) kan dan uitkomst bieden.

Lees meer over de voorwaarden voor pijler 1

Pijler 2

Het doel van pijler 2 is risicofinanciering voor kennisstarters beter beschikbaar te maken door onafhankelijke particuliere investeerders te stimuleren om met een TTT-fonds te investeren in kennisstarters in hun vroegste ontwikkelingsfase.

Hetzelfde thema als pijler 1

Het fondsplan moet de focus op hetzelfde thema te hebben als het kennisoverdrachtplan van het thematisch samenwerkingsverband of de samenwerkende onderzoeksorganisaties binnen het TTT-samenwerkingsverband van pijler 1.

Investeren in kennisstarters

Een TTT-fonds moet investeren in kennisstarters die gebruik maken van de kennis van onderzoeksorganisaties. Binnen dit thema ontwikkelen zij nieuwe producten, procedés of diensten met als doel marktintroductie.

Het fonds is niet verplicht om (alleen) te investeren in kennisstarters die voortkomen uit de activiteiten van pijler 1. Dat betekent dus dat het fonds ook kan investeren in kennisstarters die niet voortkomen uit de activiteiten van pijler 1, mits:

  • deze passen binnen de thematische focus van het fondsplan; en
  • zij gebruik maken van de kennis van onderzoeksorganisaties.

Het TTT-fonds is ook niet verplicht om kennisstarters die afkomstig zijn uit activiteiten van pijler 1 te financieren. Het fonds moet namelijk onafhankelijke, winstgedreven financieringsbeslissingen kunnen nemen.

Lees meer over de voorwaarden voor pijler 2 

In opdracht van:
  • Ministerie van Economische Zaken
Bent u tevreden over deze pagina?