Stichting CLOK en BE+: bedrijventerreinen vormen deeloplossing voor energietransitie

Laatst gecontroleerd op:
13 juli 2020
Gepubliceerd op:
22 juni 2020

Met het Convenant Duurzame Bedrijventerreinen vraagt TNO aandacht voor de belangrijke rol van bedrijventerreinen in de energietransitie. Als 800 van de 3500 bedrijventerreinen in Nederland energieneutraal worden, levert dat namelijk dezelfde CO2-besparing op als het aardgasvrij maken van alle Nederlandse woningen. Bijna dertig partijen vanuit bedrijfsleven en overheid ondertekenden het convenant in januari 2020. Maar wat hebben bedrijventerreinen nodig om de ambities waar te maken?

Interview met Dennis Potter, projectleider stichting CLOK

“We kunnen bedrijventerreinen beschouwen als onderdeel van het probleem of als belangrijke schakel in de oplossing”, stelt Dennis Potter. Hij is senior manager bij stichting CLOK en een van de ondertekenaars van het convenant. “Op bedrijventerreinen ligt er veel onbenut potentieel voor zonnepanelen, smart grids, het gebruik van restwarmte en meer duurzame initiatieven.”

Organiserend vermogen

Veel ondernemers willen graag aan de slag met duurzaamheid, maar nog lang niet alle bedrijventerreinen zijn klaar voor de energietransitie. Er is namelijk een behoorlijk organiserend vermogen voor nodig, legt Potter uit. “Voor een toekomstbestendige samenwerking, waar duurzame initiatieven uit voort kunnen blijven komen, is minimaal een bestuur nodig dat zich inzet voor het collectief. Dat collectief moet beschikken over structurele financiering. Verder is het belangrijk dat de basis op het terrein in orde is. Pas wanneer het terrein schoon, heel en veilig is, willen ondernemers praten over duurzaamheid.”

Succesfactoren

“Op bedrijventerreinen waar de energietransitie van de grond komt, wordt steeds duidelijker wat belangrijke succesfactoren zijn. Timing bijvoorbeeld: een bedrijfspand van tien jaar is vaak nog niet afgeschreven. Een oproep om te investeren komt dan niet aan. Bij een pand van vijftien à twintig jaar oud is dat al anders. Dan is onderhoud vaak nodig en is het een goed moment om bij de ondernemer aan te kloppen.”

Kennis en samenwerking

Stichting BE+, initiator van het convenant, ondersteunt bedrijventerreinen met kennisdeling en -ontwikkeling. Er is een netwerk opgezet waarin de deelnemers ervaringen delen en krachten bundelen in samenwerkingsverbanden. Hierdoor komen innovaties tot stand die de uitvoering van duurzame maatregelen en opschaling mogelijk maken. Uiteindelijk moeten bedrijventerreinen of clusters daarvan zelfstandig in hun energiebehoefte gaan voorzien en waar mogelijk zelfs leveren aan de omgeving.

In het convenant staan ook zes knelpunten in de energietransitie benoemd, die aandacht verdienen. Zo maken de deelnemers zich sterk voor meer inzicht in de energiegebruiksgegevens van bedrijventerreinen en individuele bedrijven. Ook ontwikkelt BE+ een gezamenlijke strategie om aan de informatieplicht te kunnen voldoen. De stichting wil het voor bedrijven gemakkelijker maken om resultaten te monitoren door een aanpassing van de Energie Potentieel Scan in combinatie met individuele energiescans. Tenslotte is er aandacht voor collectieve financiering, de beperkte capaciteit van elektriciteitsnetwerken en de businesscases rondom warmtenetten.

Meerwaarde van bedrijventerreinen

Het convenant is niet alleen in het belang van de energietransitie, maar ook in dat van de bedrijventerreinen zelf. Vooral grote gemeenten kijken nadrukkelijk naar deze gebieden in hun zoektocht naar ruimte voor woningen. Potter geeft als voorbeeld de Haarlemse Waarderpolder. “Het is voor de ondernemers daar noodzakelijk om hun meerwaarde voor de stad aan te blijven tonen. Naast werkgever willen ze zich daarom positioneren als energie- en warmteleverancier voor de stad, want Haarlem heeft verder niet genoeg ruimte om duurzame energievoorziening vorm te geven.” Het convenant biedt de mogelijkheid aan bedrijventerreinen om zich te profileren.

Samenwerking tussen bedrijven en overheid

“In het convenant zijn uiteenlopende partijen verenigd, maar ik mis wat betrokkenheid vanuit overheden”, geeft Potter aan. “Zij zijn ondervertegenwoordigd in het convenant. Ik hoop dat in de toekomst meer decentrale overheden aanhaken, want de energietransitie kan alleen slagen als gemeenten en provincies die faciliteren.”

Lokale overheden en bedrijven houden niet altijd gelijke tred in de verduurzaming, ziet hij. “In de Gooi- en Vechtstreek zitten bijvoorbeeld dertig bedrijventerreinen in zeven gemeenten. Vijf van de dertig terreinen zijn klaar voor de energietransitie, maar zij kunnen nog niet allemaal aan de slag. In sommige gevallen is de gemeente er namelijk nog niet klaar voor. In andere gevallen is de gemeente er klaar voor maar de bedrijventerreinen nog niet. Stichting CLOK helpt partijen om op gelijke vlieghoogte te komen.”

Projectsamenvatting

  1. Wat houdt het project in 1 zin in?
    Met het Convenant Duurzame Bedrijventerreinen vraagt TNO via stichting BE+ aandacht voor de rol van bedrijventerreinen in de energietransitie, en ondersteunt BE+ de deelnemers met kennis, samenwerkingsverbanden en praktische hulp bij concrete maatregelen.
  2. Wie zijn er bij het project betrokken?
    • TNO
    • Stichting BE+ (initiatiefnemer van het convenant)
    • Meer dan dertig deelnemers aan het convenant, vanuit overheid en bedrijfsleven
  3. Hoe wordt het project georganiseerd en gefinancierd?
    Het initiatief voor het Convenant komt van Bedrijventerreinen Energiepositief (BE+), waarin TNO samenwerkt met Oost-NL en andere regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Inmiddels is het initiatief uitgebreid tot een landelijke aanpak waarin veel partijen participeren en hun bijdrage leveren, zowel vanuit de overheid als het bedrijfsleven.
  4. Welke voordelen biedt het project?
    • Zichtbare meerwaarde
      Op bedrijventerreinen gebeurt al veel op het gebied van duurzaamheid, dankzij de verschillende vormen van bedrijfscollectieven. Het convenant maakt dit zichtbaar voor omwonenden, gemeenten en andere bedrijven. Het geeft bedrijventerreinen de mogelijkheid om zich te profileren als onmisbare partners in de energietransitie. Dat is vooral van belang in de grote steden, waar bedrijventerreinen onder druk staan vanwege de zoektocht naar ruimte voor woningen. Het convenant versterkt hun onderhandelingspositie tegenover gemeenten.
    • Verbinding tussen publiek en privaat
      Het convenant verbindt partijen vanuit de overheid en het bedrijfsleven. Dit levert een groot netwerk op vol ervaring met energievraagstukken. Partijen versterken elkaar door kennisdeling, een snelle match van vraag en aanbod en korte lijnen voor advies of ondersteuning. Het convenant genereert aandacht voor knelpunten in de energietransitie op bedrijventerreinen, waardoor de innovatie op die gebieden wordt versneld.
  5. Wat zijn de belangrijkste lessen?
    • Maatschappelijk en financieel rendement
      Om zowel overheden als bedrijven te enthousiasmeren is de combinatie van financiële en maatschappelijke resultaten van belang. Een collectieve aanpak van de energietransitie op bedrijventerreinen biedt beide. Duurzame investeringen in bedrijfspanden verbeteren bijvoorbeeld de kwaliteit van de omgeving: een maatschappelijk voordeel, maar ook een impuls voor de waarde van vastgoed. Het uitvoeren van duurzame maatregelen bevordert de lokale en regionale werkgelegenheid en verhoogt tegelijkertijd de organisatiegraad op bedrijventerreinen. Zo zet de energietransitie meerdere positieve bewegingen in gang.
    • Laat ondernemers aan het woord
      Ondernemers laten zich niet gemakkelijk door derden overtuigen om te verduurzamen. Het werkt beter als ze door andere ondernemers worden overtuigd. Wanneer iemand aan het woord wordt gelaten die dezelfde twijfels heeft gehad als zijzelf, levert dat herkenning op. De boodschap komt dan beter over.
In opdracht van:
  • Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Bent u tevreden over deze pagina?