FD6 - Koppel de verdamperventilator aan de vriesceldeur

Laatst gecontroleerd op:
29 september 2023
Gepubliceerd op:
3 oktober 2023

Bij het gebruik van een koel- en vriescel wordt vaak om praktische redenen de deur opengehouden. Hierdoor blaast de verdampingsventilator koude en droge lucht uit de cel. Tegelijkertijd stroomt warmere (en vaak vochtigere) lucht naar binnen. Een deurschakeling zet de verdampingsventilatoren uit bij het openen van de deur. Daardoor komt minder warme en vochtige lucht de koel- of vriescel binnen. Dit heeft 2 voordelen. De koelmachine hoeft minder warme lucht af te koelen. Er is minder ijsvorming op de verdamper, waardoor minder vaak verwarming van de verdamper nodig is. Dit is een besparing op het elektriciteitsverbruik van de koel- of vriesinstallatie.

Huidige situatie

Er is een vriescel aanwezig, waarbij de verdamperventilator en de vriesceldeur niet zijn gekoppeld, waardoor de verdamperventilator blijft draaien als de deur wordt geopend.

De deur is niet voorzien van lamellen of een snelsluitdeur.

Deurschakelaar

Herkenning

Een deurschakelaar is vaak een indrukcontact (indrukbare pin) in het kozijn. Het kan ook een kastje zijn met een scharnierbare looprol, meestal aan de zijkant van de deur. Bij het openen van de deur schiet de pen of de looprol naar zijn uiterste stand. De ventilatoren gaan dan uit. Het uitschakelen van de ventilatoren is te horen bij het openen van de deur.

Uitvoering

Koppel de verdamperventilator aan de vriesceldeur door middel van een deurschakelaar. Doe dit in samenspraak met de installateur van de koelinstallatie.

In bepaalde gevallen (bijvoorbeeld bij supermarkten) is het mogelijk dat de voedselveiligheid in gevaar komt door deze maatregel. Door voortdurende bevoorrading kan de deur open blijven staan. Hierdoor is de koeling te lang onderbroken. Het bevoegd gezag beoordeelt per geval hoe de maatregel uitgevoerd kan worden. Wat mogelijk uitkomst biedt is een alarm dat herinnert om de deur te sluiten.

Relevante wetgeving

De Warenwet schrijft voor dat voorschriften voor bewaartemperaturen moeten worden gevolgd. Voor diepgevroren producten geldt dat deze bewaard worden bij -18 °C of kouder. Bij de opslag en vervoer van diepvriesproducten moet in de meeste gevallen gebruik gemaakt worden van apparatuur die voldoet aan de normen EN 12830, EN 13485 en EN 13486. Dit staat vermeld op bijvoorbeeld de thermom (EN 13485).

Economische randvoorwaarde

Niet van toepassing.

Technische randvoorwaarde

De grenswaarden voor de maximale temperatuur van de producten in de vriescel moeten gewaarborgd kunnen blijven.

Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)

Ja

Alternatieve maatregel

Pas een tochtsluis, snelsluitdeur of strokengordijn toe. Door het plaatsen van een tochtsluis, snelsluitdeur of strokengordijn wordt voorkomen dat de koude lucht door de ventilatoren naar buiten worden geblazen.

Bent u tevreden over deze pagina?