GC3 - Pas een weersafhankelijke regeling toe
Een weersafhankelijke regeling stelt automatisch de temperatuur van het verwarmingswater in. We noemen dit ook wel een stooklijnregeling. Hoeveel verwarming een gebouw nodig heeft, hangt af van de buitentemperatuur. Als het in de winter koud is, stelt de weersafhankelijke regeling een hogere temperatuur in dan het verwarmingswater. De radiatoren worden dan warm genoeg om het gebouw te verwarmen. Is het minder koud buiten, dan hoeven de radiatoren minder warm te worden. De weersafhankelijke regeling stelt dan een lagere temperatuur in van het verwarmingswater.
De weersafhankelijke regeling schakelt dus naar een lagere verwarmingswater-temperatuur als er minder warmte nodig is. Bij een lagere temperatuur condenseert de waterdamp in de rookgassen, die condensatiewarmte wordt in de HR-ketel teruggewonnen. Dankzij een weersafhankelijke regeling is de watertemperatuur nooit hoger dan nodig, dus bespaart u dankzij dit effect maximaal energie.
Ook zorgt een lagere verwarmingswater-temperatuur dat het gebouw niet te warm wordt in het tussenseizoen (lente en herfst). Wanneer een gebouw het hele jaar verwarmd wordt met verwarmingswater van 90 °C, wordt het binnen te warm als de buitentemperatuur 15 °C is. Met een lagere temperatuur van het verwarmingswater wordt het binnen niet te warm.
Huidige situatie
Er is een verwarmingsketel aanwezig in een verwarmd gebouw (ten minste 18 °C) en de aanvoertemperatuur van het verwarmingswater wordt niet geregeld op basis van de buitentemperatuur.
Herkenning
Een weersafhankelijke regeling zit in een behuizing in de ruimte waar het verwarmingssysteem staat. De regeling kan ook in een gebouwbeheersysteem (GBS) of in een optimaliserende regeling zijn verwerkt. De 'buitenvoeler' neemt de buitentemperatuur op. Deze zit in een kleine kast aan de buitenkant van het gebouw. U vindt deze meestal op de noord- of noordoostgevel van uw gebouw.
U kunt op de behuizing, de thermostaat of op de ketel zelf zoeken naar een 'stooklijn'. Dit is een lijngrafiek met de buitentemperatuur op de horizontale as en de temperatuur van het verwarmingswater op de verticale as. Hierop is dus te zien welke temperaturen de cv-ketel aanhoudt op basis van de buitentemperatuur.
Een warmtepomp die wordt gebruikt voor verwarming heeft over het algemeen een weersafhankelijke regeling.
Uitvoering
Gebouwen groter dan 500 m2 hebben primaire en secundaire groepen voor de verwarming. Als de primaire groep een weersafhankelijke regeling heeft, dan zijn automatisch ook de secundaire groepen weersafhankelijk geregeld. Soms zijn er voor verschillende ruimtes verschillende temperatuurbehoeftes. Dan is het verstandig om voor iedere secundaire groep een weersafhankelijke regeling te plaatsen.
Wordt het verwarmingssysteem gebruikt voor zowel verwarming als het maken van warm tapwater? Dan moet de temperatuur van het warm tapwater apart geregeld worden. Soms is dat al zo, via een aparte groep. Als de warm tapwater-voorziening niet los van het warm tapwater geregeld kan worden, dan is het niet mogelijk om een weersafhankelijke regeling toe te passen.
Doelmatig beheer en onderhoud
Controleer de instellingen en zorg dat de warmteopwekking efficiënt werkt:
- Controleer en reinig jaarlijks de weersafhankelijke regeling en sensoren.
- Herstel of vervang zo nodig de regelaar of sensoren.
- Controleer jaarlijks of de sensoren nog op een representatieve plek zijn gemonteerd. Herplaats deze indien nodig.
- Controleer jaarlijks de juiste werking van de sensoren (ijken van sensoren).
- Controleer jaarlijks de instellingen of stookgrenzen. Stel deze af op de warmtebehoefte. Maak hierbij zo mogelijk gebruik van resultaten uit het GBS.
Economische randvoorwaarde
Niet van toepassing.
Technische randvoorwaarde
Bij een gecombineerd opweksysteem voor verwarming en warm tapwater is het technisch mogelijk om het tapwater in een aparte groep tot ten minste 65 °C te verwarmen.
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)
Ja
Alternatieve maatregel
Regel de aanvoertemperatuur via het gebouwbeheersysteem. De aanvoertemperatuur van het verwarmingswater wordt geregeld via het gebouwbeheersysteem. Regeling vindt automatisch plaats op basis van de buitentemperatuur en/of weersvoorspelling.