GK3 - Maak gebruik van een CO2-netwerk voor CO2-dosering in de kas
Door extra CO2 toe te voegen aan de atmosfeer in een kas gaan gewassen niet alleen sneller, maar ook beter groeien. Die CO2 krijgt de teler door zijn ketel of warmtekrachtinstallatie te stoken en de rookgassen (gereinigd) in de kas te voeren.
Door aansluiting op een externe CO2-bron is het niet meer nodig om CO2 te produceren. Het gaat hier om die momenten dat wel CO2 nodig is, maar geen warmte en deze warmte ook niet gebufferd kan worden. Doordat de ketel in die situaties niet hoeft te worden aangezet, kan er energie worden bespaard.
Er zijn verschillende manieren om aangesloten te worden op een externe CO2 bron:
- Aansluiting op een extern netwerk, (zoals OCAP in het Westland/Oostland/Aalsmeer en ECW netwerk in Andijk/Agriport) . Er wordt vanuit de industrie zuivere CO2 aangeleverd via een speciaal daarvoor aangelegd distributienet.
- Plaatsing van een CO2-tank op het grondgebied van het bedrijf. Er wordt een tank op het bedrijf geplaatst en de vloeibare CO2 wordt vanuit de tank naar de kas getransporteerd. Er moet dan wel voldoende ruimte zijn om de CO2-tank te plaatsen.
- Aansluiting op een netwerk bij de buurman, die teveel CO2 produceert of CO2 inkoopt met een ander verbruiksprofiel.
Huidige situatie
Er wordt geen gebruik gemaakt van een externe CO2¬-bron. De benodigde CO2 wordt opgewekt door verbranding van aardgas in een gasketel.
Herkenning
- Bij de afnemers van CO2 uit het netwerk wordt een afleverstation geplaatst. Het afleverstation wordt in een roestvaststalen kast tegen of nabij het ketelhuis van de gebruiker geplaatst. Om de aansluitleiding naar de ketelruimte zo kort mogelijk te houden, dient de kast tegen de buitengevel worden geplaatst. Een inpandige opstelling van het afleverstation is niet toegestaan.
- Een CO2- tank wordt op het erf van het bedrijf geplaatst. Aan de buitenkant van de tank is niet direct zichtbaar of het om een CO2-tank gaat of niet.
Uitvoering
Op het terrein van de tuinder wordt een afleverstation geplaatst, dat is aangesloten op de CO2-leiding van het netwerk. Dit station brengt de druk van de leiding terug naar maximaal twee bar overdruk, die nodig is om CO2 in de kas te kunnen doseren. De klimaatcomputer van de kas kan daarvoor een klep in het station bedienen. Het afleverstation registreert tevens hoeveel CO2 wordt afgenomen. Als er tijdelijk niet voldoende voor alle afnemers beschikbaar is, kan vanuit het netwerk de toevoer worden beperkt, zodat de beschikbare CO2 op eerlijke wijze over de afnemers wordt verdeeld.
Relevante regelgeving
Niet van toepassing
Doelmatig beheer en onderhoud
Niet van toepassing
Economische randvoorwaarde
- Zelfstandig moment: bij een gebruik van ten minste 6.500 kg CO2 uit de gasketel per jaar, op momenten dat de warmte niet nuttig kan worden ingezet.
- Natuurlijk moment: bij een gebruik van ten minste 5.400 kg CO2 uit de gasketel per jaar, op momenten dat de warmte niet nuttig kan worden ingezet.
Technische randvoorwaarde
Er moet een CO2-netwerk zodanig in de buurt van het bedrijf gelegen zijn, dat het bedrijf tegen standaardtarief hierop kan aansluiten.
Direct uitvoerbaar (zelfstandig moment)
Ja
Alternatieve maatregel
Als geen netwerk in de buurt is kan gebruik worden gemaakt van een CO2-tank met vloeibare CO2. Er moet dan wel voldoende ruimte zijn om een tank te kunnen plaatsen.