Alpenmarmot
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Sciuridae |
---|---|
Subfamilie | Xerinae |
Genus | Marmota |
Soort | Marmota marmota |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 2,5-5 kg |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 16 jaar wild |
IUCN-status | "Least concern" |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Alpenmarmotten zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze reden valt de alpenmarmot onder “risicoklasse F”.
Samenvatting beoordeling van de alpenmarmot
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (X). Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de alpenmarmot is het hoog-risico zoönotische pathogeen rabiësvirus aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten binnen het genus (Marmota) is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira interrogans aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | XF | Bij alpenmarmotten is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de alpenmarmot direct onder risicoklasse F valt. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | De alpenmarmot moet dagelijks langdurig foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X |
|
Sociaal gedrag | X |
|
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de alpenmarmot is het hoog-risico zoönotische pathogeen rabiësvirus (Steck & Wandeler, 1980) aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten binnen het genus (Marmota) is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira interrogans aangetoond (Plotnikov, 2012). Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | XF |
De alpenmarmot weegt 2,5-5 kg en beschikt over klauwen en grote snijtanden. Marmotten verzetten zich hevig tijdens het hanteren door te krabben en te bijten. In de praktijk worden marmotten geïmmobiliseerd middels een ketamine HCl injectie om ze veilig te kunnen hanteren (Frase & van Vuren, 1989; Koprowski et al., 2016). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van alpenmarmotten kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de alpenmarmot direct onder risicoklasse F valt. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De alpenmarmot is een omnivoor (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De alpenmarmot heeft geen hypsodonte gebitselementen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | X | De alpenmarmot is dagactief (Koprowski et al., 2016). De alpenmarmot moet dagelijks een grote hoeveelheid voedsel opnemen voor de groei, reproductie en ter voorbereiding van de winterslaap. Alpenmarmotten doen niet aan larderhoarden en teren op hun vetreserves tijdens de winterslaap (Allainé et al., 1998; Körtner en Heldmaier, 1995). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van de alpenmarmot bestaat uit de bladeren, stengels, bloemen en knoppen van grassen, kruiden en zeggen, maar ook mossen, korstmossen, insecten en wormen (Garin et al., 2008; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is hierom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Alpenmarmotten hebben een home range van 1,4-7,2 ha, afhankelijk van de populatie (Armitage, 2009). Alpenmarmotten zijn territoriaal. Het dominante paartje verdedigt het territorium van de familiegroep; individuen die niet tot de groep behoren worden agressief weggejaagd. Het territorium wordt gemarkeerd d.m.v. geurmarkeringen op objecten en burchten en door middel van roepen aangeduid als bezet gebied voor soortgenoten (Berger et al., 2016; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | Alpenmarmotten gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrust- en winterslaapplaats (Allainé, 2003; Berger et al., 2016; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | De alpenmarmot zoekt doelgericht beschutting in lage plekken en holen/burchten bij tekenen van gevaar (Ferrari et al., 2009; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Alpenmarmotten graven zowel complexe burchten als simpele burchten. De complexe burchten zijn nodig voor de grote complexe sociale groepen waarin ze leven en de simpele burchten fungeren als territoriummarkering en als schuilmogelijkheid. De subfamilie van de grondeekhoorns en marmotten (Xerinae) is morfologisch aangepast aan het graven van holen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor alpenmarmotten zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Alpenmarmotten leven in een bergklimaat (Koprowski et al., 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de Alpen waar alpenmarmotten voorkomen is 3 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -33 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 11 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 25 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 1250 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 80% (Meteoblue, 2020). De alpenmarmot kan slecht tegen zomerse middagtemperaturen (Koprowski et al., 2016). De alpenmarmot is aangepast aan een bergklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat alpenmarmotten gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats. Bovendien maken marmotten gebruik van een hol en/of burcht en leven ze op zuidwaarts gerichte berghellingen (Allainé et al., 1998; Allainé, 2003; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | X | Alpenmarmotten houden een obligate winterslaap (Berger et al., 2016; Koprowski et al., 2016; Körtner & Heldmaier, 1995). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | X | Alpenmarmotten hebben een monogame leefwijze (Allainé, 2003; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S2 | X | Alpenmarmotten leven in familiegroepen bestaande uit het volwassen paar en jongen van minder dan drie jaar oud. Familiegroepen kunnen uit 2-20 individuen bestaan. Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie (Allainé, 2003; Dupont et al., 2015; Koprowski et al., 2016). Het dominante paar onderdrukt de voortplanting van ondergeschikte individuen binnen de familiegroep (Berger et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 3 jaar geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 33-34 dagen drachtig en krijgen per worp 2-4 jongen. Alpenmarmotten hebben een paarseizoen van eind-april/begin-mei tot en met eind-september (Berger et al., 2016; Dupont et al., 2015; Koprowski et al., 2016). Alpenmarmotten hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Allainé, D. (2003). Sex ratio variation in the cooperatively breeding alpine marmot Marmota marmota. Behavioral Ecology. 15(6). 997-1002.
Allainé, D., Graziani, L. & Coulon, J. (1998). Postweaning mass gain in juvenile alpine marmots Marmota marmota. Oecologica. 113(3). 370-376.
Armitage, K. B. (2009). Home range area and shape of yellow-bellied marmots. Ethology Ecology & Evolution. 21. 195-207.
Berger, V., Lemaître, J. F., Dupont, P., Allainé, D., Gaillard, J. M. & Cohas, A. (2016). Age-specific survival in the socially monogamous alpine marmot (Marmota marmota): evidence of senescence. Journal of Mammalogy. 97(3). 992-1000.
Dupont, P., Pradel, R., Lardy, S., Allainé, D. & Cohas, A. (2015). Litter sex composition influences dominance status of alpine marmots (Marmota marmota). Oecologica. 179(3). 753-763.
Ferrari, C., Bogliani, G. & von Hardenberg, A. (2009). Alpine marmots (Marmota marmota) adjust vigilance behaviour according to environmental characteristics of their surrounding. Ethology Ecology & Evolution. 21(3-4). 355-364.
Frase, B. A. & van Vuren, D. (1989). Techniques for immobilising and bleeding marmots and woodrats. Journal of Wildlife Diseases. 25(3). 444-445.
Garin, I., Aldezabal, A., Herrero, J., García-Serrano, A. & Remón, J. L. (2008). Diet selection of the alpine marmot (Marmota M. marmota L.) in the Pyrenees. Revue d'Ecologie (La Terre et la Vie). 63. 383-390.
Koprowski, J. L., Goldstein, E. A., Bennett, K. R. & Pereira Mendes, C. (2016). Family Sciuridae (tree, flying and ground squirrels, chipmunks, marmots and prairie dogs. In D. E. Wilson, T. E. Lacher & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world, lagomorphs and rodents I (Vol. 6, pp. 648-837). Barcelona: Lynx.
Körtner, G. & Heldmaier, G. (1995). Body weight cycles and energy balance in the alpine marmot (Marmota marmota). Physiological Zoology. 68(1). 149-163.
Meteoblue. (2020). Schweizer Nationalpark, Switzerland. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/sch….
Plotnikov, I. A. (2012). Cage housed marmot's diseases. In P. F. Larsen, S. H. Møller, T. Clausen, A. S. Hammer, T. M. Lássen, V. H. Nielsen & J. Malmkvist, Proceedings of the Xth International Scientific Congress in fur animal production (Vol. 36 (3/4), pp. 177-179). The Netherlands: Wageningen Academic Publishers.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World: The Ecological Divisions of the Geosphere (2nd ed.). Stuttgart: Springer.
Steck, F. & Wandeler, A. (1980). The epidemiology of fox rabies in Europe. Epidemiologic Reviews. 2. 71-96.