Axishert
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Cervidae |
---|---|
Subfamilie | Cervinae |
Genus | Axis |
Soort | Axis axis |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 70-110 kg (m), 45-70 kg (v) |
Dieet | Herbivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 21 jaar in gevangenschap |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Axisherten zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt het axishert onder “risicoklasse F”.
Samenvatting beoordeling van het axishert
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij het axishert zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium orygis en het rabiësvirus aangetoond. Dit leidt in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | XF | Bij axisherten is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor het axishert direct onder risicoklasse F valt. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | • Het axishert heeft hypsodonte gebitselementen. • Axisherten moeten dagelijks frequent foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X | • Axisherten gebruiken een beschutte verstopplaats. • Axisherten hebben een sterke vluchtreactie. |
Thermoregulatie | X | Het axishert is aangepast aan een tropisch en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Axisherten hebben een lineaire dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij het axishert zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium orygis (Thapa et al., 2015) en het rabiësvirus (Singh et al., 2018) aangetoond. Dit leidt in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | XF | Het axishert weegt gewicht 70-110 kg (m) of 45-70 kg (v) en mannetjes beschikken over een gewei van 65-110 cm lang (Mattioli, 2011). Axisherten worden agressiever in de bronsttijd, waarin ze zich ook agressiever opstellen tegen mensen (Thalgaspitiya et al., 2020) Het hanteren van axisherten vereist expertise van de houder (Masters & Flach, 2015). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van axisherten, kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor het axishert direct onder risicoklasse F valt. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | Het axishert is een mixed-feeder die voornamelijk gras eet. Gras maakt 30-60% uit van het dieet, afhankelijk van of er meer browse- of kruidachtig materiaal aanwezig is in de omgeving (Dave & Jhala, 2008; Huerta-Patricio et al., 2005; Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | Het axishert heeft hypsodonte kiezen (Damuth & Janis, 2011; Kaiser et al., 2013; Mendoza & Palmqvist, 2007; Petronio et al., 2011; Powers & Mead, 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Axisherten spenderen 35-45% van de tijd aan foerageren (Dave & Jhala, 2008). Het axishert heeft een hoge energie- en eiwitbehoefte (Suresh et al., 2013). Axisherten zijn herkauwende mixed-feeders met een hoge passeersnelheid in de pens, waardoor frequent foerageren noodzakelijk is (Hofmann, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van axisherten bestaat uit 190 verschillende plantensoorten, waaronder grassen, bladeren, scheuten en fruit (Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Mannelijke axisherten hebben een home range van ongeveer 200-350 ha en vrouwtjes van 150-250 ha (Mattioli, 2011). De home ranges van zowel mannetjes als vrouwtjes overlappen met en tussen elkaar (Moe & Wegge, 1994). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | De jongen van axisherten gebruiken een beschutte verstopplaats (Awasthi et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | X | Axisherten hebben een sterke primaire vluchtreactie (Ghosal & Venkataraman, 2013; Grandin, 2000; Mattioli, 2011). Axisherten kunnen capture myopathy ontwikkelen (Hampton et al., 2020). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | Axisherten gebruiken geen holen of kuilen (Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor axisherten zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X | Axisherten leven in een tropisch en subtropisch klimaat (Dave & Jhala 2008; Ramesh et al., 2012; Sheikh et al., 2011). De gemiddelde minimumtemperatuur in Gir (India), waar axisherten voorkomen is 22 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 8 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 36 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 43 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 300-1000 mm en de luchtvochtigheid is gemiddeld 60%, fluctuerend van 30-90% (Meteoblue, 2021). Het leefgebied heeft een droog seizoen in de winter en een nat seizoen in de zomer (Dave & Jhala, 2008).Het axishert is aangepast aan een tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerds gedragsonderzoek is niet gebleken dat axisherten gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Dave & Jhala, 2008). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Axisherten zijn jaarrond actief (Sheikh et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Axisherten hebben een polygame leefwijze (Mattioli, 2011; Ramesh et al., 2012). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Axisherthindes vormen familiegroepen bestaande uit een dominant ouder vrouwtje en haar nakomelingen. Er is sprake van een lineaire hiërarchie binnen de familiegroep (Sharatchandra & Gadgil 1980). Meerdere familiegroepen en jonge mannetjes kunnen tijdelijk grote groepen vormen van 6-12 individuen. Tijdens het regenseizoen en na bosbranden kunnen aggregaties van 150-200 individuen voorkomen (Mattioli, 2011; Ramesh et al., 2012). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 10-14 maanden geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 231-235 dagen drachtig en krijgen per worp één jong. Axisherten kunnen zich jaarrond voortplanten, met een geboortepiek in februari-mei (Jose & Saseendran 2014; Mattioli, 2011; Ramesh et al., 2012). Axisherten hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Awasthi, N., Kumar, U., Qureshi, Q., Pradhan, A. & Chauhan, J. S. (2016). Effect of human use, season and habitat on ungulate density in Kanha Tiger Reserve, Madhya Pradesh, India. Regional Environmental Change. 16(1). S31-S41.
Damuth, J. & Janis, C. M. (2011). On the relationship between hypsodonty and feeding ecology in ungulate mammals, and its utility in palaeoecology. Biological Reviews. 86. 733-758.
Dave, C. & Jhala, Y. V. (2008). Ecology of chital (Axis axis) in Gir. Saurashtra University: Wildlife Institute of India.
Ghosal, R. & Venkataraman, A. (2013). An adaptive system of vigilance in spotted deer (Axis axis) herds in response to predation. Current Science. 104(6). 768-771.
Grandin, T. (2000). Livestock handling and transport 2nd edition. Fort Collins, USA: CABI Publishing.
Hampton, J. O., Amos, M., Pople, A., Brennan, M. & Forsyth, D. M. (2020). Minimising mortalities in capturing wildlife: refinement of helicopter darting of chital deer (Axis axis) in Australia. Wildlife Research.
Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants: a comparative view of their digestive system. Oecologia. 78. 443-457.
Huerta-Patricio, E., Cameron, K. D., Cameron, G. N. & Medellín, R. A. (2005). Chapter 21 – Conservation Implications of Exotic Game Ranching in the Texas Hill Country. In V. Sánchez-Cordero & R. A. Medellín, Contribuciones Mastozoológicas en Homenaje a Bernardo Villa (pp. 237-252). Conabio: Instituto de Ecología, UNAM.
Jose, R. A. & Saseendran, P. C. (2014). Physical and behavioural changes in correlation with the testosterone levels of dominant males of a captive population of spotted deer. Journal of Animal Science Advances. 4(3). 744-748.
Kaiser, T. M., Müller, D. W., Fortelius, M., Schulz, E., Codron, D., & Clauss, M. (2013). Hypsodonty and tooth facet development in relation to diet and habitat in herbivorous ungulates: implications for understanding tooth wear. Mammal Review, 43(1), 34-46.
Masters, N. J. & Flach, E. (2015). Chapter 62 - Tragulidae, Moschidae, and Cervidae. In E. Miller & M. Fowler, Fowler's Zoo and Wild Animal Medicine, Volume 8 (pp. 611-625). Columbia en Davis: Saunders.
Mattioli, S. (2011). Family Cervidae. In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (Vol. 2, pp. 350 - 443). Barcelona: Lynx Edicions.
Mendoza, M. & Palmqvist, P. (2007). Hypsodonty in ungulates: an adaptation for grass consumption or for foraging in open habitat? Journal of Zoology. 274. 134-142.
Meteoblue. (2021). Sasan Gir, India. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/nl/weer/historyclimate/climatemodelled/sasan-…;
Moe, S. R. & Wegge, P. (1994). Spacing behaviour and habitat use of axis deer (Axis axis) in lowland Nepal. Canadian Journal of Zoology. 72. 1735-1744.
Petronio, C., Bellucci, L., Martiinetto, E., Pandolfi, L. & Salari, L. (2011). Biochronology and palaeoenvironmental changes from the Middle Pliocene to the Late Pleistocene in Central Italy. Geodiversitas. 33(3). 485-517.
Powers, P. M. & Mead, A. J. (2019). Dental and Mandibular Anomalies in White-tailed Deer (Odocoileus virginianus) from Central Georgia. Georgia Journal of Science. 77(2). 1-11.
Ramesh, T., Sankar, K., Qureshi, Q. & Kalle, R. (2012). Group size, sex and age composition of chital (Axis axis) and sambar (Rusa unicolor) in a deciduous habitat of Western Ghats. Mammalian Biology. 77. 53-59.
Sharatchandra, H. C. & Gadgil, M. (1980). On the time-budget of different life-history stages of chital (Axis axis). The Journal of Bombay Natural History Society. 75. 949-960.
Sheikh, K. A., Telang, S., Bhat, S. A. & Wani, M. A. (2011). Habitat utilization of chital (Axis axis) in Van Vihar National Park, Bhopal, Madhya Pradesh, Central India. Biomedal & Pharmacology Journal. 4(2). 319-324.
Singh, G., Jaiswal, R., Chhabra, M., Gupta, N. K., Singhai, M., Tiwari, S., Dhariwal, A. C. & Ram, S. (2018). Phylogenetic analysis of glycoprotein (G) gene of rabies virus isolated from spotted deer, Delhi, 2016. International Journal of Infectious Diseases. 73(S). 385.
Suresh, C., Das, A., Katole, S., Saini, M., & Swarup, D. (2013). Effect of concentrate supplementation on feed consumption, nutrient utilization and blood metabolite profile in captive spotted deer (Axis axis) fed oat (Avena sativa) and berseem (Trifolium alexandrinum) fodders based diet. Zoo biology, 32(2), 195-203.
Thalgaspitiya, S. P., Wijekoon, H. S. & Wijerathne, B. T. (2020). Penetrating injuries following spotted deer Axis axis ceylonensis attack. Wilderness & Environmental Medicine.
Thapa, J., Nakajima, C., Maharjan, B., Poudel, A. & Suzuki, Y. (2015). Molecular characterization of Mycobacterium orygis isolates from wild animals of Nepal. Japanese Journal of Veterinary Research. 63(3). 151-158.