Aziatische wilde ezel
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
De fylogenie van de Indische wilde ezel, kulan, khur en onager is onderwerp van uitvoerig taxonomisch onderzoek (Khaire et al., 2017; Rubenstein, 2011). Daarbij is vastgesteld dat het om ondersoorten gaat die bij deze beoordeling zijn samengenomen onder de algemene naam Aziatische wilde ezel (Equus hemionus). Daaronder vallen de hieronder vermelde taxa.
Familie | Equidae |
---|---|
Subfamilie | - |
Genus | Equus |
Soort | Equus hemionus |
Ondersoorten | E. h. hemionus (Mongoolse kulan) E. h. khur (khur / Indiase wilde ezel) E. h. kulan (kulan) E. h. onager (Perzische onager) |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 200-260 kg |
Dieet | Herbivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 29 jaar |
IUCN-status | “Near Threatened” |
CITES | Bijlage A (E. h. hemionus & E. h. khur) |
Risicoklasse F
Aziatische wilde ezels zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze reden valt de Aziatische wilde ezel onder “risicoklasse F”.
Samenvatting beoordeling van de Aziatische wilde ezel
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de Aziatische wilde ezel zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium bovis en het rabiësvirus aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | XF | Bij Aziatische wilde ezels is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de Aziatische wilde ezel direct onder risicoklasse F valt. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De Aziatische wilde ezel is aangepast aan een droog landklimaat en woestijnklimaat. |
Sociaal gedrag | X | Aziatische wilde ezels hebben een despotische dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de Aziatische wilde ezel zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium bovis (Schaftenaar et al., 2013) en het rabiësvirus (Arora et al., 2013) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | XF | De Aziatische wilde ezel weegt 200-260 kg. Mannelijke Aziatische wilde ezels kunnen zich agressief opstellen naar mensen (Janssen & Allen, 2014; Rubenstein, 2011). Niet gedomesticeerde paardachtigen kunnen gericht schoppen en bijten, en halen veel sneller uit dan gedomesticeerde paarden. Volwassen dieren zijn niet in bedwang te houden zonder risico op schade bij mens of dier. Ze moeten gesedeerd worden om ze te kunnen verplaatsen of behandelen (Fowler, 1995). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van Aziatische wilde ezels kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de Aziatische wilde ezel direct onder risicoklasse F valt. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De Aziatische wilde ezel is een mixed-feeder, die voornamelijk gras eet. In voedselarme gebieden wordt het dieet met browse materiaal aangevuld (Mendoza & Palmqvist, 2007; Rubenstein, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | De Aziatische wilde ezel heeft hypsodonte kiezen (Kaiser et al., 2013; Mendoza & Palmqvist, 2007; Taylor et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Aziatische wilde ezels spenderen 45-67% van hun tijd aan foerageren (Xia et al., 2013). Aziatische wilde ezels zijn niet-herkauwende grazers met een hoge passeersnelheid in de achterdarm, waardoor langdurig foerageren noodzakelijk is (Bunnell & Gillingham, 1985; Janis, 1976). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van de Aziatische wilde ezel bestaat uit een grote variatie aan grassen en browse materiaal (Rubenstein, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Indiase wilde ezels (E. h. khur) in de Kleine Rann van Kutch (India) hebben een homerange van 2-20 km2, afhankelijk van groepstype (familiegroepen, bachelor groepen, territoriale mannetjes) en het seizoen. Territoriale Indiase wilde ezelmannetjes overzien hun groep vanaf uitkijkpunten en vechten met mannelijke indringers (Shah & Qureshi, 2007). Mannelijke Aziatische wilde ezels patrouilleren hun territorium en markeren waarschijnlijk hun territorium door middel van ontlasting (Klingel, 1998; Saltz et al., 2000). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | Aziatische wilde ezels gebruiken geen afgezonderde nestplaats (Neumann-Denzau, 2007; Rubenstein, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R3 | X | Aziatische wilde ezels leven op open vlaktes en kunnen onvoorspelbaar reageren (Janssen & Allen, 2014; Levanov et al., 2013). De afstand waarop mensen Aziatische wilde ezels kunnen benaderen voordat ze vluchten varieert per ondersoort, van honderd meter bij Indiase wilde ezels (E. h. khur) tot enkele kilometers bij de Mongoolse kulan (E. h. hemionus) (Neumann-Denzau, 2007; Walzer et al., 2006). Botsingen met hekken kunnen bij paardachtigen schedel- en wervenfracturen veroorzaken, uitglijden en vallen kan leiden tot botbreuken en schade aan zacht weefsel (Janssen & Allen, 2014). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | Aziatische wilde ezels gebruiken geen holen of kuilen (Rubenstein, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor Aziatische wilde ezels zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Rubenstein, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Aziatische wilde ezels leven in een woestijnklimaat (Khunt & Pandhi, 2011; Reading et al., 2001; Rubenstein, 2011; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de droge vlaktes van Centraal-Azië waar Aziatische wilde ezels voorkomen is 5 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -20 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 22 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 39 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 150 mm en de luchtvochtigheid is het overgrote deel van het jaar 30% (Feh et al., 2001; Meteoblue, 2021; Reading et al., 2001; Schultz, 2005; Xia et al., 2013). De Aziatische wilde ezel is aangepast aan een woestijnklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat Aziatische wilde ezels gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Rubenstein, 2011; Xia et al., 2013; Zhang et al., 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Aziatische wilde ezels zijn jaarrond actief (Rubenstein, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Aziatische wilde ezels hebben een polygame leefwijze (Neumann-Denzau & Denzau, 2007). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Aziatische wilde ezels hebben een sociaal systeem waarbij enkele dominante mannetjes territoria verdedigen. De territoriale mannetjes hebben wel overlap in homerange met de vrouwtjes, maar niet met andere mannetjes. Verder bestaan er flexibele groepen van vrouwtjes en jongen, en flexibele bachelorgroepen. Alleen vrouwtjes met hun jong hebben een vaste associatie. Territoriale mannetjes zijn dominant over bachelor mannetjes (Klingel, 1998; NeumannDenzau & Denzau, 2007; Nowzari et al., 2013; Rubenstein, 2011; Shah & Qureshi, 2007). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 3 jaar geslachtsrijp en kunnen 1 keer per 1-2 jaar werpen. Vrouwtjes zijn 11 maanden drachtig en krijgen per worp 1 jong. Aziatische wilde ezels hebben een paarseizoen van april t/m september (Rubenstein, 2011). Aziatische wilde ezels hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Arora, B. M., Bhardwaj, M., Parihar, N. & Kumar, A. A. (1997). Rabies in a captive Indian wild ass (Equus hemionus khur). ZOOS’ PRINT. 12(1). 10.
Bunnell, F. L. & Gillingham, M. P. (1985). Chapter 3 - Foraging Behavior: Dynamics of Dining Out. In: R. J. Hudson & R. G. White, Bioenergetics of Wild Herbivores (pp. 53-79). CRC Press.
Feh, C., Munkhtuya, B., Enkhbold, S. & Sukhbaatar, T. (2001). Ecology and social structure of the Gobi khulan Equus hemionus subsp. in the Gobi B National Park, Mongolia. Biological Conservation. 51-61.
Fowler, M. (1995). Chapter 23 Hoofed Stock. In M. Fowler, Restraint and handling of wild and domestic animals (pp. 270-303). Hoboken: Wiley-Blackwell.
Janis, C. (1976). The evolutionary strategy of the Equidae and the origins of rumen and cecal digestion. Evolution. 757-774.
Janssen, D. L. & Allen, J. L. (2014). Chapter 57 - Equidae. In E.R. Miller & M.E. Fowler, Fowler's Zoo and Wild Animal Medicine, Volume 8 (E-Book) (pp. 559-567).
Kaczensky, P., Lkhagvasuren, B., Pereladova, O., Hemami, M. & Bouskila, A. (2020). Equus hemionus (amended version of 2015 assessment). The IUCN Red List of Threatened Species 2020. Opgehaald van IUCN: https://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2020-1.RLTS.T7951A166520460.en.
Kaiser, T. M., Müller, D. W., Fortelius, M., Schulz, E., Codron, D. & Clauss, M. (2013). Hypsodonty and tooth facet development in relation to diet and habitat in herbivorous ungulates: implications for understanding tooth wear. Mammal Review. 43(1). 34-46.
Khaire, D., Atkulwar, A., Farah, S. & Baig, M. (2017). Mitochondrial DANN analyses revealed low genetic diversity in the endangered Indian wild ass Equus hemionus khur. DNA Mapping, Sequencing and Analysis. 28(5). 681-686.
Khunt, M. & Pandhi, N. (2011). Moderate halophilic bacterial community in excreta of wild ass (Equus hemionus khur). International Journal of Biosciences. 1(5). 31-37.
Klingel, H. (1998). Observations on social organization and behaviour of African and Asiatic wild asses (Equus africanus and Equus hemionus). Applied Animal Behaviour Science. 60(2-3). 103-113.
Levanov, V. F., Sokolov, S. V. & Kaczensky, P. (2013). Corral mass capture device for Asiatic wild asses Equus hemionus. Wildlife Biology. 19(3). 325-334.
Mendoza, M. & Palmqvist, P. (2007). Hypsodonty in ungulates: an adaptation for grass consumption or for foraging in open habitats? Journal of Zoology. 274(2). 1-9.
Meteoblue. (2021). Kalamailisi, Xinjiang, China. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/kal…;
Neumann-Denzau, G. (2007). The Birth of a Wild Ass (Equus hemionus khur) in India’s Little Rann of Kutch. Erforsch Biol Ress Mongolei (Halle/Saale). 10. 219-226.
Neumann-Denzau, G. & Denzau, H. (2007). Remarks on the social system of the Mongolian wild ass (Equus hemionus hemionus). Erforsch Biol Ress Mongolei (Halle/Saale). 10. 177-187.
Nowzari, H., Hemami, M., Karami, M., Kheirkhah Zarkesh, M. M., Riazi, B. & Rubenstein, D. I. (2013). Habitat use by the Persian onager, Equus hemionus onager (Perissodactyla: Equidae) in Qatrouyeh National Park, Fars, Iran. Journal of Natural History. 47(43-44). 2795-2814.
Reading, R., Mix, H. & Lhagvasuren, B. (2001). Status and distribution of khulan (Equus hemionus) in Mongolia. J Zool Lond. 381-389.
Rubenstein, D. (2011). Family Equidae (Horses and relatives). In D. Wilson & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world volume 2: Hoofed mammals (pp. 106-143). Barcelona: Lynx.
Saltz, D., Rowen, M. & Rubenstein, D. I. (2000). The effect of space‐use patterns of reintroduced Asiatic wild ass on effective population size. Conservation Biology. 14(6). 1852-1861.
Schaftenaar, W., Lécu, A., Greenwald, R. & Lyashchenko, K. P. (2013). Retrospective serological investigation of bovine tuberculosis in two gemsbok (Oryx gazelle gazelle) and an onager (Equus hemionus onager). Journal of Zoo and Wildlife Medicine. 44(4). 1036-1042.
Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, The Ecological Divisions of the Geosphere (2 ed.). Berlin.
Shah, N. & Qureshi, Q. (2007). Social organization and determinants of spatial distribution of Khur (Equus hemionus khur). Erforsch Biol Ress Mongolei (Halle/Saale). 10. 189-200.
Taylor, L. A., Müller, D. W., Schwitzer, C., Kaiser, T. M., Castell, J. C., Clauss, M. & Schulz‐Kornas, E. (2016). Comparative analyses of tooth wear in free‐ranging and captive wild equids. Equine Veterinary Journal. 48(2). 240-245.
Walzer, C., Kaczensky, P., Ganbaatar, O., Lengger, J., Enkhsaikhan, N. & Lkhagvasuren, D. (2006). Capture and anaesthesia of wild Mongolian equids–the Przewalski’s horse (Equus ferus przewalskii) and khulan (E. hemionus). Mongolian Journal of Biological Sciences. 4(1). 19-28.
Walzer, C. (2007). Chapter 46 – Non-domestic Equids. In: G. West, D. Heard & N. Caulkett, Zoo Animal & Wildlife – Immobilization and anesthesia. Blackwell publishing.
Xia, C.,Liu, W.,Xu, W., Yang, W.,Xu, F. & Blank,D.(2013).Diurnal time budgets and activity rhythm of the Asiatic wild ass Equus hemionus in Xinjiang, western China.Pakistan Journal of Zoology.45(5).1241-1248
Zhang, Y., Cao, Q. S., Rubenstein, D. I., Zang, S., Songer, M., Leimgruber, P., Chu, H., Cao, J., Ki, K. & & Hu, D. (2015). Water use patterns of sympatric Przewalski’s horse and khulan: interspecific comparison reveals niche differences. PloS ONE. 10(7). e0132094.