Bennettwallaby
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Macropodidae |
---|---|
Subfamilie | Macropodinae |
Genus | Macropus (Notamacropus) |
Soort | Macropus rufogriseus |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | Gewicht: 11-26 kg |
Dieet | Herbivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | circa 15 jaar |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse E
Bij de bennettwallaby zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de bennettwallaby in risicoklasse E.
Samenvatting beoordeling van de bennettwallaby
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoogrisico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Macropus giganteus zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Coxiella burnetii en Leptospira spp. aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De bennettwallaby is lokaal aangepast aan een gematigd en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Bennettwallaby’s hebben een dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Macropus giganteus zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Coxiella burnetii (Cooper et al., 2012; Cooper et al., 2013) en Leptospira spp. (Roberts et al., 2010) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de morfologie en het gedrag van bennettwallaby’s (Eldridge & Coulson, 2015) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De bennettwallaby is een mixed-feeder, die voornamelijk graast (Butler et al., 2014; Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | De bennettwallaby heeft hypsodonte kiezen (Butler et al., 2014; Damuth & Janis, 2014). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Wallaby’s hebben een hoge passeersnelheid van voedsel door het verteringsstelsel (Hume, 1982). Zij moeten hierdoor een groot gedeelte van de actieve tijd besteden aan foerageren. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van bennettwallaby’s bestaat uit grassen, loofbladen, browse, kruiden, riet, zaden, peulen, fruit, varens en schimmels (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Bennettwallaby’s hebben een home range van 12-72 ha (Eldridge & Coulson, 2015; Le Mar et al., 2003; Wiggins et al., 2010). Er is sprake van grote overlap tussen territoria (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | De jongen van bennettwallaby’s gebruiken een beschutte verstopplaats, nadat zij uit de buidel gekomen zijn (Coulson, 1999; Eldridge & Coulson, 2015; Johnson, 1987). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | X | Bennettwallaby’s vluchten wanneer zij benaderd worden, waarbij zij hekken niet als barrière zien (Eldridge & Coulson, 2015; Fowler, 2011; King et al., 2005). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | Bennettwallaby’s gebruiken natuurlijke schuilplaatsen (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor bennettwallaby’s zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Eldridge & Coulson, 2015; McKenzie et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X | De bennettwallaby komt voor in een gematigd zeeklimaat en een subtropisch klimaat (Catt, 1977; McKenzie et al., 2016; Schultz, 2005). Populaties zijn lokaal aangepast aan het klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat bennettwallaby’s gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Bennettwallaby’s zijn jaarrond actief (Clarke & Jarman, 1991; Le Mar et al., 2003). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Bennettwallaby’s hebben een polygame leefwijze (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Bennettwallaby’s leven voornamelijk solitair, maar komen samen om in groepen te foerageren (McKenzie et al., 2016). Deze groepen veranderen regelmatig in grootte en samenstelling. Mannetjes hebben onderling sterke competitie om vrouwtjes, waarbij het dominante mannetje een vrouwtje bewaakt tegen tot 7 subordinate mannetjes (Eldridge & Coulson, 2015). Er is sprake van een dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 13 maanden oud geslachtsrijp en krijgen pas nadat het voorgaande jong permanent uit de buidel is na 9-9,5 maanden, nieuwe jongen (Eldridge & Coulson, 2015). Vrouwtjes zijn 16-29 dagen drachtig en krijgen per worp 1 jong (Eldridge & Coulson, 2015; McKenzie et al., 2016). Bennettwallaby’s planten zich jaarrond voort op het vaste land en seizoensgebonden op Tasmanië (McKenzie et al., 2016). Bennettwallaby’s hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Butler, K., Louys, J., & Travouillon, K. (2014). Extending dental mesowear analyses to Australian marsupials, with applications to six Plio-Pleistocene kangaroos from southeast Queensland. Palaeogeography, Palaeoclimatology, Palaeocology 408, 11-25.
Catt, D. (1977). The breeding biology of Bennett's wallaby (Macropus rufogriseus jruticus) in South Canterbury, New Zealand. New Zealand Journal of Zoology 4(4), 401-411.
Clarke, J., & Jarman, P. (1991). The foraging behaviour of eastern grey kangaroos and red-necked wallabies. Opgehaald van Research University of New England: https://rune.une.edu.au/web/handle/1959.11/22177
Cooper, A., Barnes, T., Potter, A., Ketheesan, N., & Govan , B. (2012). Determination of Coxiella burnetii seroprevalence in macropods in Australia. Veterinary microbiology 155(2-4), 317-323.
Cooper, A., Stephens, J., Ketheesan, N., & Govan, B. (2013). Detection of Coxiella burnetii DNA in wildlife and ticks in northern Queensland, Australia. Vector-born and zoonotic diseases 13(1), 12-16.
Coulson, G. (1999). Monospecific and heterospecific grouping and feeding behavior in grey kangaroos and red-necked wallabies. Journal of Mammology 80(1), 270-282.
Damuth, J., & Janis, C. (2014). A comparison of observed molar wear rates in extant herbivorous animals. Annales Zoologici Fennici 51 (1-2), 188-200.
Eldridge, M., & Coulson, G. (2015). Red-necked wallaby. In A. Russell, A. Mittermeier, & D. Wilson, Handbook of the Mammals of the World, Volume 5: Monotremes and Marsupials. Lynx Edicions. Fowler, M. (2011). Chapter 21 Monotremes and marsupials. In M. Fowler, Restraint and handling of wild and domestic animals (pp. 249- 256). John Wiley & Sons.
Hume, I. (1982). The digestive physiology of marsupials. Comparative biochemistry and physiology. Part A: Physiology 71(1), 1-10.
Johnson, C. (1987). Relationships between mother and infant red-necked wallabies. Ethology 74(1), 120.
King, N., Higginbottom, K., & Bauer, J. (2005). Terrifying tourists and wary wallabies: responses of macropodid species to the presence of humans. Pacific conservation biology 11(1), 64-72.
Le Mar, K., McArthur, C., & Statham, M. (2003). Home ranges of sympatric red-necked wallabies, redbellied pademelons and common brushtail possums in a temperate eucalypt forestry environment. Australian Mammamology 25(2), 183-191.
McKenzie, N., Menkhorst, P., & Lunney, D. (2016). Macropus rufogriseus. Opgehaald van The IUCN Red List of Threatened Species: http://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.20162.RLTS.T40566A21953329.en
Roberts, M., Smythe, L., Dohnt, M., Symonds, M., & Slack, A. (2010). Serologic-based investigation of leptospirosis in a population of free-ranging eastern grey kangaroos (Macropus giganteus) indicating the presence of Leptospira weilii serovar Topaz. Journal of Wildlife Diseases 46(2), 564-579.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Wiggins, N., Williamson, G., McCallum, H., McMahon, C., & Bowman, D. (2010). Shifts in macropod home ranges in response to wildlife management interventions. Wildlife Research 37(5), 379391.
Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/