Bergkangoeroe
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Macropodidae |
---|---|
Subfamilie | Macropodinae |
Genus | Macropus (Osphranter) |
Soort | Macropus robustus |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 60 kg (m) en tot 28 kg (v) |
Dieet | Herbivoor. Voornamelijk een grazer. |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | In het wild 20-24 jaar, in gevangenschap 18-22 jaar |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Bergkangoeroes zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze reden valt de bergkangoeroe onder risicoklasse F.
Samenvatting beoordeling van de bergkangoeroe
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de bergkangoeroe is het hoog-risico zoönotische pathogeen Coxiella burnetii aangetoond en bij de sympatrische en aanverwante soort Macropus giganteus is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira spp. aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | XF | Bij bergkangoeroes is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de bergkangoeroe direct onder risicoklasse F valt. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X | Bergkangoeroes hebben een blindelingse vluchtreactie. |
Thermoregulatie | X | De bergkangoeroe is lokaal aangepast aan een subtropisch, tropisch, en een droog tropisch en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Bergkangoeroes hebben een dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de bergkangoeroe is het hoog-risico zoönotische pathogeen Coxiella burnetii (Cooper et al., 2012; Cooper et al., 2013) aangetoond en bij de sympatrische en aanverwante soort Macropus giganteus is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira spp. (Roberts et al., 2010) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | XF | De bergkangoeroe weegt 28-60 kg (Eldridge & Coulson, 2015) en beschikt over klauwen op de voor- en achterpoten (Fowler, 2011). Daarnaast kunnen bergkangoeroes met hun sterke achterpoten trappen, mensen omverwerpen, en de buik ophalen met hun klauwen (Fowler, 2011). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van bergkangoeroes, kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de bergkangoeroe direct onder risicoklasse F valt. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De bergkangoeroe is een grazer (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | De bergkangoeroe heeft hypsodonte kiezen (Butler et al., 2014; Damuth & Janis, 2014; Janis, 1990). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Macropodiden hebben een hoge passeersnelheid van voedsel door het verteringsstelsel (Hume, 1982). Zij moeten hierdoor een groot gedeelte van de actieve tijd besteden aan foerageren. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van bergkangoeroes bestaat uit grassen, chenopoden, struiken, forbs, riet, zegge, en kleine hoeveelheden browse (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Bergkangoeroes hebben een home range van 45-855 ha (Eldridge & Coulson, 2015). Er is sprake van grote overlap tussen territoria en maar beperkte bewegingen in de home range (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | Bergkangoeroes gebruiken geen afgezonderde nestplaats (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R3 | X | Bergkangoeroes vluchten wanneer zij benaderd worden in onvoorspelbare richting, waarbij zij hekken niet als barrière zien (Fowler, 2011; Lee et al., 2010; Wolf & Croft, 2010). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | Bergkangoeroes gebruiken natuurlijke schuilplaatsen (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor bergkangoeroes zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Eldridge & Coulson, 2015; Ellis et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Bergkangoeroes leven in verschillende klimaten, namelijk in een subtropisch klimaat, een tropisch klimaat, en een droog tropisch en subtropisch klimaat (Ellis et al., 2019; Schultz, 2005). Zij komen voor in zowel mesische als aride zones. De maximumtemperatuur in het leefgebied van de bergkangoeroe is 40,9 °C, de minimumtemperatuur bedraagt 5 °C. De gemiddelde jaarlijkse regenval bedraagt 732,57 mm (Ritchie & Bolitho, 2008). De bergkangoeroe is aangepast aan een subtropisch, tropisch, en een droog tropisch en subtropisch klimaat. Populaties zijn lokaal aangepast aan het klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat bergkangoeroes gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Eldridge & Coulson, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Bergkangoeroes zijn jaarrond actief (Croft, 1981; Croft, 1991). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Bergkangoeroes hebben een sociaal flexibele en polygame leefwijze (Croft, 1981). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Bergkangoeroes leven solitair of in kleine groepen die sterk variëren in grootte en samenstelling (Croft, 1981). De mannetjes hebben een sterke competitie voor de vrouwtjes, waarbij dominante mannetjes vrouwtjes bewaken tegen subordinate mannetjes (Eldridge & Coulson, 2015). Er is sprake van een dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 14 maanden geslachtsrijp en hebben een oestruscyclus van 31-46 dagen. Vrouwtjes zijn 30-38 dagen drachtig en krijgen per worp gemiddeld 1 jong. Jongen spenderen 8-8,5 maand in de buidel (Eldridge & Coulson, 2015). Bergkangoeroes hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Butler, K., Louys, J., & Travouillon, K. (2014). Extending dental mesowear analyses to Australian marsupials, with applications to six Plio-Pleistocene kangaroos from southeast Queensland. Palaeogeography, Palaeoclimatology, Palaeocology 408, 11-25.
Cooper, A., Barnes, T., Potter, A., Ketheesan, N., & Govan , B. (2012). Determination of Coxiella burnetii seroprevalence in macropods in Australia. Veterinary microbiology 155(2-4), 317-323.
Cooper, A., Stephens, J., Ketheesan, N., & Govan, B. (2013). Detection of Coxiella burnetii DNA in wildlife and ticks in northern Queensland, Australia. Vector-born and zoonotic diseases 13(1), 12-16.
Croft, D. (1981). Social behaviour of the euro, Macropus robustus, in the Australian Arid Zone. Australian Wildlife Research 8, 13-49.
Croft, D. (1991). Home range of the euro, Macropus robustus erubescens. The Journal of Arid Environments 20, 99-111.
Damuth, J., & Janis, C. (2014). A comparison of observed molar wear rates in extant herbivorous animals. Annales Zoologici Fennici 51 (1-2), 188-200.
Eldridge, M., & Coulson, G. (2015). Common Wallaroo. In A. Russell, A. Mittermeier, & D. Wilson, Handbook of the Mammals of the World, Volume 5: Monotremes and Marsupials. Lynx Edicions.
Ellis, M., Menkhorst, P., van Weenen, J., Burbidge, A., Copley, P., Denny, M., . . . Morris, K. (2019). Macropus robustus. Opgehaald van The IUCN Red List of Threatened Species: http://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2019-1.RLTS.T40565A21953431.en
Fowler, M. (2011). Chapter 21 Monotremes and marsupials. In M. Fowler, Restraint and handling of wild and domestic animals (pp. 249- 256). John Wiley & Sons.
Hume, I. (1982). The digestive physiology of marsupials. Comparative biochemistry and physiology. Part A: Physiology 71(1), 1-10.
Janis, C. (1990). Correlation of cranial and dental variables with dietary preferences in mammals: a comparison of macropodoids and ungulates. Memoirs of the Queensland Museum 28(1), 349366.
Lee, E., Croft, D., & Ramp, D. (2010). Flight response as a causative factor in kangaroo-vehicle collisions. In G. Coulson, & M. Eldridge, Macropods: The biology of kangaroos, wallabies and ratkangaroos. CSIRO Publishing.
Ritchie, E. G., & Bolitho, E. E. (2008). Australia’s savanna herbivores: bioclimatic distributions and an assessment of the potential impact of regional climate change. Physiological and Biochemical Zoology, 81(6), 880-890.
Roberts, M., Smythe, L., Dohnt, M., Symonds, M., & Slack, A. (2010). Serologic-based investigation of leptospirosis in a population of free-ranging eastern grey kangaroos (Macropus giganteus) indicating the presence of Leptospira weilii serovar Topaz. Journal of Wildlife Diseases 46(2), 564-579.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/
Wolf, I., & Croft, D. (2010). Minimizing disturbance to wildlife by tourists approaching on foot or in a car: A study of kangaroos in Australian rangelands. Applied Animal Behaviour Science 126, 75-84.