Bergnyala
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Bovidae |
---|---|
Subfamilie | Bovinae |
Genus | Tragelaphus |
Soort | Tragelaphus buxtoni |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 180-320 kg (m), 150-200 kg (v) |
Dieet | Herbivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 15-23 jaar |
IUCN-status | “Endangered” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Bergnyala’s zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt de bergnyala onder risicoklasse F.
Samenvatting beoordeling van de bergnyala
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoogrisico zoönotische pathogenen, maar lokale bevolking geeft aan dat bergnyala’s bovine tuberculosis kunnen hebben. Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen dezelfde genus (Tragelaphus) de grote koedoe (T. strepsiceros) zijn Mycobacterium bovis, Coxiella burnetii, het rabiësvirus, het Rift Valley fever virus en Brucella abortus aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | XF | Bij bergnyala’s is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de bergnyala direct onder risicoklasse F valt. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De bergnyala is aangepast aan een tropisch montaan klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Bergnyala’s hebben een dominantiehiërarchie met lineaire en despotische kenmerken. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen, maar lokale bevolking geeft aan dat bergnyala’s bovine tuberculosis kunnen hebben (Tadesse & Kotler, 2016). Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen dezelfde genus (Tragelaphus) de grote koedoe (T. strepsiceros) zijn Mycobacterium bovis (Keet et al., 2001), Coxiella burnetii(Stalis et al., 2000), het rabiësvirus (Hübschle, 1988), het Rift Valley fever virus (Pienaar & Thompson, 2013) en Brucella abortus (Condy & Vickers, 1972) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | XF |
De bergnyala weegt 180-320 kg (m) of 150-200 kg (v) en mannetjes beschikken over 85-199 cm lange hoorns (Groves et al., 2011). Bergnyala’s zijn wilde dieren en het hanteren van bergnyala’s vereist ervaring en deskundigheid van de houder (Wolfe, 2015). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van bergnyala’skunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de bergnyala direct onder risicoklasse F valt. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | X | De bergnyala is een herbivore browser (Sillero-Zubiri, 2013; Spinage, 1986). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V2 | X | De bergnyala heeft hypsodonte kiezen (Fortelius et al., 2016; aiser et al., 2013; Mendoza & Palmqvist, 2007). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Bergnyala’s besteden relatief veel tijd aan lopen, waarschijnlijk omdat er tijdens het droge seizoen schaarste is aan voedsel van goede kwaliteit (Tadesse & Kotler, 2013). De bergnyala is een herkauwende browser met een hoge passeersnelheid in de pens, waardoor frequent foerageren noodzakelijk is (Hofmann, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van bergnyala’s bestaat uit bladeren van kruiden en struiken, soms grassen, varens en korstmossen (Castelló, 2016; Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Bergnyalamannetjes hebben in het regenseizoen een home range van 15-20 km2 en vrouwtjes van ongeveer 5 km2. De home ranges in het droge seizoen zijn groter voor beide geslachten. Bergnyala’s zijn niet territoriaal (Groves et al., 2011; Sillero-Zubiri, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | De jongen van bergnyala’s gebruiken een beschutte verstopplaats (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | X | Bergnyala's zijn schuwe, voorzichtige en alerte dieren en hebben een sterke vluchtreactie waarbij ze 72 km/uur kunnen behalen en 1,75 m hoog kunnen springen (Groves et al., 2011; Sillero-Zubiri, 2013). Aanverwante soorten binnen het genus (Tragelaphus) zijn waargenomen capture myopathy te ontwikkelen (Blumstein et al., 2015). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | Bergnyala’s gebruiken geen holen of kuilen (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor bergnyala’s zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Groves et al., 2011; Sillero-Zubiri, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Bergnyala’s leven in een tropisch montaan klimaat (Groves et al., 2011; Schultz, 2005; Spinage, 1986). De gemiddelde minimumtemperatuur in het Munessa gebergte van Ethiopië waar bergnyala’s voorkomen is 9 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 2 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 21 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 36 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 600-1200 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 70% (Meteoblue, 2020; Schultz, 2005; Tadesse & Kotler, 2014). De bergnyala is aangepast aan een tropisch montaan klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat bergnyala’s gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Bergnyala’s zijn jaarrond actief (Tadesse & Kotler, 2014). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Bergnyala’s hebben een polygame leefwijze (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Bergnyala's leven in groepen van 2-13 individuen. Familiegroepen bestaan uit een dominant vrouwtje, andere volwassen en onvolwassen vrouwtjes en jongen. Ongeveer de helft van de tijd is er ook een volwassen mannetje aanwezig in zo’n groep. Buiten het paarseizoen leven volwassen mannetjes solitair of in bachelorgroepen. Mannetjes hebben een lineaire dominantiehiërarchie. Vrouwtjes hebben een despotische dominantiehiërarchie (Groves et al., 2011; Sillero-Zubiri, 2013). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 2-3 jaar geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 8-9 maanden drachtig en krijgen per worp één jong. Bergnyala’s hebben verschillende paarseizoenen afhankelijk van de populatie (Groves et al., 2011). Bergnyala’s hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Blumstein, D. T., Buckner, J., Shah, S., Patel, S., Alfaro, M. E. & Natterson-Horowitz, B. (2015). The evolution of capture myopathy in hooved mammals: a model for human stress cardiomyopathy? Evol Med Public Health. 2015(1). 195-203.
Castelló, J. R. (2016). Genus Tragelaphus. In: J. R. Castelló, Bovids of the world: antelopes, gazelles, cattle, goats, sheep, and relatives (pp. 566-593). Princeton University Press.
Condy, J. B. & Vickers D. B. (1972). Brucellosis in Rhodesian wildlife. Journal of the South African Veterinary Association. 43(2). 175-179.
Fortelius, M., Žliobaitė, I., Kaya, F., Bibi, F., Bobe, R., Leakey, L., Leakey, M., Patterson, D., Rannikko, J. & Werdelin, L. (2016). An ecometric analysis of the fossil mammal record of the Turkana Basin. Phil Trans R Soc. B37120150232.
Groves, C. P., Leslie Jr., D. M., Huffman, B. A., Valdez, R., Habibi, K., Weinberg, P. J., Burton, J. A., Jarman, P. J. & Robichaud, W. G. (2011). Family Bovidae (Hollow-horned Ruminants). In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (pp. 444-779). Barcelona: Lynx Edicions.
Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants: a comparative view of their digestive system. Oecologia. 78(4). 443-457.
Hübschle, O. J. B. (1988). Rabies in the kudu antelope (Tragelaphus strepsiceros). Reviews of Infectious Diseases. 10(4). S629-S633.
Kaiser, T. M., Müller, D. W., Fortelius, M., Schulz, E., Codron, D. & Clauss, M. (2013). Hypsodonty and tooth facet development in relation to diet and habitat in herbivorous ungulates: implications for understanding tooth wear. Mammal Review. 43(1). 34-46.
Keet, D. F., Kriek, N. P. J., Bengis, R. G. & Michel, A. L. (2001). Tuberculosis in kudus (Tragelaphus strepsiceros) in the Kruger National Park. Onderstepoort Journal of Veterinary Research. 68. 225-230.
Mendoza, M. & Palmqvist, P. (2007). Hypsodonty in ungulates: an adaptation for grass consumption or for foraging in open habitat? Journal of Zoology. 274. 134-142.
Meteoblue. (2020). Munēsa, Ethiopia. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/mun…;
Pienaar, N. J. & Thompson, P. N. (2013). Temporal and spatial history of Rift Valley fever in South Africa: 1950 to 2011. Onderstepoort Journal of Veterinary Research. 80(1). 1-13.
Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, The Ecological Divisions of the Geosphere (2 ed.). Berlin: Springer.
Sillero-Zubiri, C. (2013). Tragelaphus buxtoni Mountain Nyala (Gedemsa). In: J. Kingdon & M. Hoffmann, Mammals of Africa Volume VI - Hippopotamuses, Pigs, Deer, Giraffe and Bovids (pp. 179-185). Bloomsbury.
Spinage, C.A. (1986). The Natural History of Antelopes. Croom Helm, London. 203 p.
Stalis, I., Rideout, B., Sexton, P. & Osterhuis, J. (2000). Coxiella burnetii infection in two species of exotic ruminants. Veterinarmedicinas Raksti (Latvia). 193-199.
Tadesse, S. A. & Kotler, B. P. (2013). Habitat use by mountain nyala Tragelaphus buxtoni determined using stem bite diameters at point of browse, bite rates, and time budgets in the Bale Mountains National Park, Ethiopia. Current Zoology. 59(6). 707-717.
Tadesse, S. A. & Kotler, B. P. (2014). Effects of habitat, group-size, sex-age class and seasonal variation on the behavioural responses of the mountain nyala (Tragelaphus buxtoni) in Munessa, Ethiopia. Journal of Tropical Ecology. 30(1). 33-43.
Tadesse, S. A. & Kotler, B. P. (2016). Attitudes of local people towards the mountain nyala (Tragelaphus buxtoni) in Munessa, Ethiopia. African Journal of Ecology. 54(4). 488-499.
Wolfe, B. A. (2015). Chapter 63 - Bovidae (except sheep and goats) and Antilocapridae. In R. E. Miller, & M. E. Fowler, Fowler's Zoo and Wild Animal Medicine, Volume 8 (pp. 626-645). Saunders.