Bleke gerbil
Dit dier staat op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Muridae |
---|---|
Subfamilie | Gerbillinae |
Genus | Gerbillus |
Soort | Gerbillus perpallidus |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 26-63 g |
Dieet | Granivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | - |
IUCN-status | "Least concern" |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse C
Bij de bleke gerbil zijn in twee risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de bleke gerbil in risicoklasse C.
Samenvatting beoordeling van de bleke gerbil
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante Gerbillinae soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen rabiës, Coxiella burnetii, Yersinia pestis en Crimean-Congo Hemorrhagic Fever virus aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. | |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De bleke gerbil is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante Gerbillinae soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen rabiësvirus (Botros et al., 1977), Coxiella burnetii (Ahmed, 1987), Yersinia pestis (Dubyanskiy & Yeszhanov, 2016) en Crimean-Congo Hemorrhagic Fever virus (Rabiee et al., 2018) aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van bleke gerbils is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De bleke gerbil is een granivoor (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De bleke gerbil heeft geen hypsodonte gebitselementen (Lacher et al., 2016; Tchernov & Chetboun, 1984). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over hoeveel tijd de bleke gerbil dagelijks aan foerageren besteedt. De bleke gerbil slaat voedsel op voor latere consumptie en ze hebben een relatief laag metabolisme (Eisenberg, 1975; Meder, 1989; Müller, 1985). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V4 | Het dieet van bleke gerbils bestaat uit zaden van verschillende planten (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de home range grootte van bleke gerbils. Home range groottes binnen hetzelfde genus (Gerbillus) variëren enorm per soort van 30-2100 m2 (Denys et al., 2017). Soorten binnen de subfamilie Gerbillinae beschikken over geurklieren, die onder andere voor territoriale doeleinden worden gebruikt (Denys et al., 2017; Gromov, 2015; Idris & Tripathi, 2011). Bleke gerbils hebben exclusieve home ranges die zij extensief verdedigen (Goltsman & Volodin, 1997; Gromov & Ilchenko, 2007; Tchabovsky et al., 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | Bleke gerbils gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Denys et al., 2017; Waldschmidt & Müller, 1988). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | Bij gevaar vluchten bleke gerbils hun hol of rotsspleten in of zoeken dekking onder struiken (Brown et al., 1992). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Bleke gerbils gebruiken uitsluitend zelf gegraven holen (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor bleke gerbils zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Bleke gerbils leven in een droog tropisch en subtropisch klimaat (Denys et al., 2017; Schultz, 2005). In het droge tropische en subtropische klimaat ligt, op enkele regionale uitzonderingen na, de gemiddelde maandtemperatuur gedurende het hele jaar boven de 10 °C. In sommige gebieden daalt de gemiddelde maandtemperatuur van de koudste maand tot 5 °C. Gedurende 5-12 maanden per jaar ligt de gemiddelde temperatuur boven de 18 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslag varieert, maar is maximaal 500 mm (Schultz, 2005). De bleke gerbil heeft een thermoneutrale zone rond de 33 °C (Müller, 1985). De bleke gerbil is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat bleke gerbils nachtdieren zijn en gebruik maken van een hol (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Bleke gerbils zijn jaarrond actief (Kotler et al., 1991; Sørensen et al., 2005). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Bleke gerbils hebben een solitaire en polygame leefwijze (Randall, 2007; Tchabovsky et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | Bleke gerbils leven solitair (Randall, 2007). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S3 | Vrouwtjes hebben geen postpartum oestrus (Tchabovsky et al., 2019). Vrouwtjes zijn 19-21 dagen drachtig en krijgen per worp 4-5 jongen (Waldschmidt & Müller, 1988). De jongen verlaten hun moeder na 2 maanden (Meder, 1989). Omdat bleke gerbils solitair leven, hebben ze geen grote kans op overbevolking (Randall, 2007). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Ahmed, I. (1987). A serological investigation of Q fever in Pakistan. Journal Pakistan Medical Association. 37. 126-129.Botros, B., Moch,
R., Kerkor, M. & Helmy, I. (1977). Rabies in the Arab Republic of Egypt: III. Enzootic rabies in wildlife. Journal of Tropical Medicine and Hygiene. 80(3). 59-62.
Brown, J., Arel, Y., Abramsky, Z. & Kotler, B. (1992). Patch use by Gerbils (Gerbillus allenbyi) in Sandy and Rocky Habitats. Journal of Mammalogy. 73(4). 821-829.
Denys, C., Taylor, P., Burgin, C., Aplin, K., Fabre, P.-H., Haslauer, R., . . . Menzies, J. (2017). Family MURIDAE (TRUE MICE AND RATS, GERBILS AND RELATIVES). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 536-886). Barcelona: Lynx Edicions.
Dubyanskiy, V. & Yeszhanov, A. (2016). Ecology of Yersinia pestis and the Epidemiology of Plague. In R. Yang, & A. Anisimov, Yersinia pestis: Retrospective and Perspective (pp. 101-170). Dordrecht, Nederland: Springer.
Eisenberg, J. (1975). The Behavior Patterns of Desert Rodents. In I. Prakash, & P. Ghosh, Rodents in Desert Environments (pp. 189-224). Dordrecht: Springer.
Goltsman, M. & Volodin, I. (1997). Temporal Pattern of Agonistic Interaction in Two Gerbil Species (Rhombomys opimus en Gerbillus perpallidus) Differing in Resistance to Social Pressure. Ethology. 103. 1051-1059.
Gromov, V. S. (2005). Scent marking in gerbils and its possible functions. Russian J Theriol. 14(1). 113-126.
Gromov, V. & Ilchenko, O. (2007). The use of space and social organization in pallid gerbils (Gerbillus perpallidus) under semi-natural conditions. Zoologicheskii zhurnal. 86(9). 1131-1140.
Idris, M. & Tripathi, R. S. (2011). Behavioural responses of desert gerbil, Meriones hurrianae after removal of scent marking gland. Indian Journal of Experimental Biology. 49. 555-557.
Kotler, B., Brown, J. & Hasson, O. (1991). Factors Affecting Gerbil Foraging Behaviour and Rates of Owl Predation. Ecology. 72(6). 2249-2260.
Lacher Jr., T., Murphy, W., Rogan, J., Smith, A. & Upham, N. (2016). Evolution, phylogeny, ecology and conservation of the Clade Glires: Lagomorpha and Rodentia. In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 15-28). Barcelona: Lynx Edicions.
Meder, A. (1989). Das Verhalten von Gerbillus perpallidus Setzer (Mammalia) in Gefangenschaft. Stuttgarter Beiträge zur Naturkunde. 439(A). 1-20.
Müller, E. (1985). Untersuchungen zur Temperaturregulation bei der Wüstenrennmaus Gerbillus perpallidus Setzer, 1958. Zeitschrift für Säugetierkunde. 50. 337-347.
Rabiee, M., Mahmoudi, A., Siahsarvie, R., Krystufek, B. & Mostafavi, E. (2018). Rodent-borne diseases and their public health importance in Iran. PLoS Neglected Tropical Diseases. 12(4). e0006256.
Randall, J. (2007). Environmental Constraints and the Evolution of Sociality in Semifossorial Desert Rodents. In J. Wolff & P. Sherman, Rodent Societies: An Ecological & Evolutionary Perspective (pp. 368-379). Chicago: University of Chicago Press.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Sørensen, D. B., Krohn, T., Hansen, H. N., Ottesen, J. L. & Hansen, A. K. (2005). An ethological approach to housing requirements of golden hamsters, Mongolian gerbils and fat sand rats in the laboratory - A review. Applied Animal Behaviour Science. 94. 181-195.
Tchabovsky, A., Savinetskaya, L., Ovchinnikova, N., Safonova, A., Ilchenko, O., Sapozhnikova, S. & Vasilieva, N. (2019). Sociability and pair-bonding in gerbils: a comparative experimental study. Current Zoology. 65(4). 363-373.
Tchernov, E. & Chetboun, R. (1984). A new genus of gerbillid rodent from the early Pleistocene of the Middle East. Journal of Vertebrate Paleontology. 4(4). 559-569.
Waldschmidt, A. & Müller, E. (1988). A comparison of postnatal thermal physiology and energetics in an altricial (Gerbillus perpallidus) and a precocial (Acomys cahirinus) rodent species. Comparative Biochemistry and Physiology. 90A(1). 169-181.