Bosmuis

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Denys et al., 2017; Schlitter et al., 2016)
Familie Muridae
Subfamilie Murinae
Genus Apodemus
Soort Apodemus sylvaticus
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 80-110 mm
  • Staart: 70-115 mm
Gewicht 14-30 g
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Wijdverspreid in Europa (Van IJsland, Engeland, en het Iberische schiereiland tot Zuid-Noorwegen, Zuid-Zweden, Wit-Rusland, Zuidwest-Rusland, Oost-Oekraïne, en de Balkan) en in de kustgebieden van Marokko, Algerije en Tunesië.
  • Habitat: Prefereren bossen en bosranden, maar komen ook voor in tuinen, heggen of gecultiveerde velden. Van zeeniveau tot 2000 m hoogte.
Levensverwachting 1-2 jaar
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse F

Bij bosmuizen zijn zeer hoog-risico zoönotische pathogenen aangetoond. Daarnaast zijn in twee risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” meerdere risicofactoren vastgesteld. Om deze reden valt de bosmuis onder “risicoklasse F”.

Samenvatting beoordeling van de bosmuis

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Fok Wildvang Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) XF (zeer hoog risico) Bij de bosmuis zijn de zeer hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans en Mycobacterium microti aangetoond, waardoor de bosmuis alleen in geval van wildvang direct onder risicoklasse F valt. Daarnaast zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Puumala virus, Seoul virus, tick-borne encephalitis virus, Coxiella burnetii, Anaplasma phagocytophilum, Yersinia pestis, en Francisella tularensis aangetoond en bij sympatrische en aanverwante Murinae zijn de (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen Dobrava-Belgrade virus, Crimean-Congo hemorrhagic fever virus, rabiësvirus, Influenza A virus, en Streptobacillus moniliformis aangetoond.
Letselschade     De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Bosmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Bosmuizen gebruiken zelf gegraven holen.
  • Bosmuizen leven semi-arboreaal.
Thermoregulatie   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Sociaal gedrag X
  • Bosmuizen hebben een despotische dominantiehiërarchie.
  • Bosmuizen hebben een grote kans op overbevolking.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Fok Wildvang Toelichting
LG1 ! (signalerend) XF (zeer hoog risico) Bij de bosmuis zijn de zeer hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans (Mayer-Scholl et al., 2014) en Mycobacterium microti (Cavanagh et al., 2002) aangetoond, waardoor de bosmuis direct onder risicoklasse F valt. Daarnaast zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Puumala virus (Heyman et al., 2009), Seoul virus (McCaughey et al., 1996), Tick-borne encephalitis virus (Knap et al., 2012), Coxiella burnetii (Barandika et al., 2007), Anaplasma phagocytophilum (Chastagner et al., 2016; Matei et al., 2018), Yersinia pestis (Malek et al., 2015), en Francisella tularensis (Gurycová, 1998; Gurycová et al., 2001) aangetoond en bij sympatrische en aanverwante Murinae zijn de (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen Dobrava-Belgrade virus (Antoine et al., 2020), Crimean-Congo hemorrhagic fever virus (Földes et al., 2019), rabiësvirus (Lei et al., 2009), Influenza A virus (Cummings et al., 2019), en Streptobacillus moniliformis (Elliott, 2007) aangetoond. Dit leidt tot een signalering in geval van fok.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van bosmuizen is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De bosmuis is een omnivoor (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De bosmuis heeft geen hypsodonte gebitselementen (Denys et al., 2017; Lacher et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de tijd die bosmuizen besteden aan foerageren. Echter kunnen bosmuizen in periode van schaarste hun activiteit verlagen en leggen zij voorraden aan (Monarca et al., 2015; den Ouden et al., 2005). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V4   Het dieet van bosmuizen bestaat uit zaden, vruchten, bloemen, schimmels, insecten, slakken en regenwormen (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Bosmuizen hebben een home range grootte die bepaald wordt door het voedselaanbod (Corp et al., 1997). Er is sprake van overlap tussen territoria en geen verdedigend of patrouilleer gedrag (Attuquayefio et al., 1986; Tew & Macdonald, 1994; Wolton, 1985). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Bosmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Denys et al., 2017; Diaz et al., 2010; Wolton, 1985). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat bosmuizen een blindelingse vluchtreactie hebben. Bovendien gebruiken bosmuizen een hol (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4 X Bosmuizen kunnen zelf gegraven holen gebruiken om in te overwinteren (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R5 X Bosmuizen leven semi-arboreaal (Denys et al., 2017; Rosalino et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1   De bosmuis komt onder andere voor in een gematigd zeeklimaat (Denys et al., 2017; Schlitter et al., 2016; Schultz, 2005). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat bosmuizen gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats. Bovendien zijn bosmuizen nachtdieren die overdag in hun schuilplaats verblijven (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Bosmuizen zijn jaarrond actief (Abad, 1991). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Bosmuizen hebben een polygame leefwijze (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Bosmuizen kunnen hun jongen gemeenschappelijk opvoeden. In dit geval is er een dominant vrouwtje en meerdere subordinate vrouwtjes (Denys et al., 2017). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3 X Bosmuizen zijn vanaf 5-7 weken oud geslachtsrijp (Bartmann & Gerlach, 2001). Vrouwtjes zijn 20-22 dagen drachtig en krijgen per worp tot 9 jongen. Bosmuizen planten zich jaarrond voort (Denys et al., 2017). Bosmuizen hebben een grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

Verwijzingen

Abad, P. (1991). Biology of Apodemus sylvaticus in Leon province, Spain. Mammalia. 55(4). 579-589.

Antoine, M., Langlois, M., Bres, E., Rabeyrin, M., Reynes, J.-M. & Deeb, A. (2020). Imported haemorrhagic fever with renal syndrome caused by Dobrava-Belgrade hantavirus in France. Clinical Kidney Journal. 1-3.

Attuquayefio, D., Gorman, M. & Wolton, R. (1986). Home range sizes in the Wood mouse Apodemus sylvaticus: habitat, sex and seasonal differences. Journal of Zoology. 210. 45-53.

Barandika, J. F., Hurtado, A., García-Esteban, C., Gil, H., Escudero, R., Barral, M., Jado, I., Juste, R. A., Anda, P. & García-Pérez, A. L. (2007). Tick-Borne Zoonotic Bacteria in Wild and Domestic Small Mammals in Northern Spain. Applied and Environmental Microbiology. 73(19). 6166-6171.

Bartmann, S. & Gerlach, G.(2001).Multiple Paternity and Similar Variance in Reproductive Success of Ma-le and Female Wood Mice (Apodemus sylvaticus) Housed in an Enclosure. Ethology.107. 889-899

Cavanagh, R., Begon, M., Bennett, M., Ergon, T., Graham, I. M., de Haas, P. E. W., Hart, C. A., Koedam, M., Kremer, K., Lambin, X., Roholl, P. & van Soolingen, D. (2002). Mycobacterium microti Infection (Vole Tuberculosis) in Wild Rodent Populations. Journal of Clinical Microbiology. 40(9). 3281-3285.

Chastagner, A., Moinet, M., Perez, G., Roy, E., Mccoy, K. D., Plantard, O., Agoulon, A., Bastian, S., Butet, A., Rantier, Y., Verheyden, H., Cèbe, N., Leblond, A. & Vourc’h, G. (2016). Prevalence of Anaplasma phagocytophilum in small rodents in France. Ticks and Tick-borne Diseases. 7(5). 988-991.

Corp, N., Gorman, M. & Speakman, J. (1997). Ranging behaviour and time budgets of male wood mice Apodemus sylvaticus in different habitats and seasons. Oecologia. 109. 242-250.

Cummings, C., Hill, N., Puryear, W., Rogers, B., Mukherjee, J., Leibler, J. & Runstadler, J. (2019). Evidence of Influenza A in Wild Norway Rats (Rattus norvegicus) in Boston. Frontiers in Ecology and Evolution. 7(36). 1-9.

den Ouden, J., Jansen, P. & Smit, R. (2005).Jays, mice and oaks:predation and dispersal of Quercus ro-bur and Q.petraea in North-Western Europe.In P. Forget, J. Lambert, P. Hulme & S.vanderWall, Seed fate:predation, dispersal and seedling establishment (pp. 223-239). Wallingford, UK: CABI.

Denys, C., Taylor, P., Burgin, C., Aplin, K., Fabre, P.-H., Haslauer, R., . . . Menzies, J. (2017). Family MURIDAE (TRUE MICE AND RATS, GERBILS AND RELATIVES). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 536-886). Barcelona: Lynx Edicions.

Diaz, M., Torre, I. & Arrizabalaga, A. (2010). Relative roles of density and rainfall on the short-term regulation of Mediterranean wood mouse Apodemus sylvaticus populations. Acta Theriologica. 55(3). 251-260.

Elliott, S. (2007). Rat bite fever and Streptobacillus moniliformis. Clinical Microbiology Reviews. 20(1). 13-22.

Földes, F., Madai, M., Németh, V., Zana, B., Papp, H., Kemenesi, G., Bock-Marquette, I., Horváth, G., Herczeg, R. & Jakab, F. (2019). Serologic survey of the Crimean-Congo haemorrhagic fever virus infection among wild rodents in Hungary. Ticks and Tick-Borne Diseases. 10(6). 101258.

Gurycová, D. (1998). First Isolation of Francisella tularensis subsp. tularensis in Europe. European Journal of Epidemiology. 14. 797-802.

Gurycová, D., Výrosteková, V., Khanakah, G., Kocianová, E. & Stanek, G. (2001). Importance of surveillance of tylaremia natural foci in the known endmeic area of Central Europe, 1991-1997. Wiener Klinische Wochenschrift. 113(11-12). 433-438.

Heyman, P., van Mele, R., Smajlovic, L., Dobly, A., Cochez, C. & Vandenvelde, C. (2009). Association between Habitat and Prevalence of Hantavirus Infections in Bank Voles (Myodes glareolus) and Wood Mice (Apodemus sylvaticus). Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 9(2). 141-146.

Knap, N., Korva, M., Dolinsek, V., Sekirnik, M., Trilar, T. & Avsic-Zupanc, T. (2012). Patterns of Tick-Borne Encephalitis Virus Infection in Rodents in Slovenia. Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 12(3). 236-242.

Lacher Jr., T., Murphy, W., Rogan, J., Smith, A. & Upham, N. (2016). Evolution, phylogeny, ecology and conservation of the Clade Glires: Lagomorpha and Rodentia. In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 15-28). Barcelona: Lynx Edicions.

Lei, Y., Wang, X., Li, H., Chen, X., Ye, B., Liu, F., Lan, J., Ye, X., Mei, J. & Tang, Q. (2009). New animal hosts of rabies virus in mountain areas in Zhejiang province. Zhonghua Liuxingbingxue Zazhi. 30(4). 344-347.

Malek, M., Hammani, A., Beneldjouzi, A. & Bitam, I. (2015). Enzootic plague foci, Algeria. New Microbes and New Infections. 4(C). 13-16.

Matei, I. A., D'Amico, G., Ionică, A. M., Kalmár, Z., Corduneanu, A., Sándor, A. D., Fiţ, N., Bogdan, L., Gherman, C. M. & Mihalca, A. D. (2018). New records for Anaplasma phagocytophilum infection in small mammal species. Parasites & Vectors. 11(193).

Mayer-Scholl, A., Hammerl, J. A., Schmidt, S., Ulrich, R. G., Pfeffer, M., Woll, D., Scholz, H. C., Thomas, A. & Nöckler, K. (2014). Leptospira spp. in Rodents and Shrews in Germany. International Journal of Environmental Research and Public Health. 11. 7562-7574.

McCaughey, C., Montgomery, W., Twomey, N., Addley, M., O'neill, H. & Coyle, P. (1996). Evidence of hantavirus in wild rodents in Northern Ireland. Epidemiology and Infection. 117. 361-365.

Monarca, R., da Luz Mathias, M. & Speakman, J. (2015). Behavioural and Physiological responses of wood mice (Apodemus sylvaticus) to experimental manipulations of predation and starvation risk. Physiology & Behavior. 149. 331-339.

Rosalino, L., Ferreira, D., Leitão, I. & Santos-Reis, M. (2011).Usage patterns of Mediterranean agro-fo-rest habitat components by wood mice Apodemus sylvaticus. Mammalian Biology 76(3).268-273

Schlitter, D., van der Straeten, E., Amori, G., Hutterer, R., Krystufek, B., Yigit, N. & Mitsain, G. (2016). Apodemus sylvaticus. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: doi:10.2305/IUCN.UK.2016-3.RLTS.T1904A22423831.en

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer.

Tew, T.,& Macdonald, D. (1994). Dynamics of space use and male vigour amongst wood mice, Apodemus sylvaticus, in the cereal ecosystem. Behavioural Ecology and Sociobiology. 34(5). 337-345.

Wolton, R. (1985). The ranging and nesting behaviour of Wood mice, Apodemus sylvaticus (Rodentia: Muridae), as revealed by radio-tracking. Journal of Zoology. 206. 203-223.

Bent u tevreden over deze pagina?