Bruine + tamme rat

Gepubliceerd op:
30 november 2023

De tamme bruine rat staat wel op de huis- en hobbydierenlijst. De wilde bruine rat staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Denys et al., 2017; Ruedas, 2016; Wilson & Reeder, 2005; Lin Zeng et al., 2017)
Familie Muridae
Subfamilie Murinae
Genus Rattus
Soort Rattus norvegicus
Gedomesticeerd
  • Tamme rat: ja
  • Bruine rat: nee
Kruising Nee
Volwassen grootte Kop-romp: 160-290 mm
Gewicht 195-540 g
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding tamme rat: wereldwijd verspreid. 
  • Verspreiding bruine rat: Komt oorspronkelijk uit China, Siberië en Japan, maar is nu wereldwijd verspreid met uitzondering van Antarctica.
  • Habitat: Oorspronkelijk vochtige bossen en velden. Nu allerlei verstoorde habitats, waaronder steden en landbouwgronden. De bruine rat verblijft nabij water. In steden zitten ze vooral in vochtige en donkere gebieden met afgezonderde nestplaatsen, zoals riolen, muren en ondergrondse holen.
Levensverwachting Circa 1 jaar in het wild, in gevangenschap circa 4 jaar
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse C + F

Gedomesticeerde bruine rat (tamme rat): Bij de gedomesticeerde bruine rat zijn in twee risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” meerdere risicofactoren vastgesteld. Hierdoor valt de gedomesticeerde bruine rat in risicoklasse C.

Wilde bruine rat: Bij de wilde bruine rat zijn zeer hoog-risico zoönotische pathogenen aangetoond. Daarnaast zijn in twee risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” meerdere risicofactoren vastgesteld Om deze reden valt de wilde bruine rat onder “risicoklasse F”.

Samenvatting beoordeling van de bruine rat

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Gedomesticeerd Wild Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) XF (zeer hoog risico)

Bij de wilde bruine en tamme rat zijn de (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans en Influenza A virus aangetoond, waardoor de bruine rat direct onder risicoklasse F vallen. Voor de tamme rat geldt een signalering, gezien in fokkerij omstandigheden de zoönosen te beheersen zijn.

Daarnaast zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Seoul virus, tick-borne encephalitis virus, Coxiella burnetii, en Streptobacillus moniliformis aangetoond en bij sympatrische en aanverwante Murinae de (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium microti, Dobrava-Belgrade virus, Puumala virus, rabiësvirus, Crimean-Congo hemorrhagic fever virus, Anaplasma phagocytophilum, Francisella tularensis, en Yersinia pestis aangetoond.

Letselschade     De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Gedomesticeerd Wild Toelichting
Voedselopname     In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Ruimtegebruik/veiligheid X X
  • Bruine en tamme ratten gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Bruine en tamme ratten gebruiken zelf gegraven holen.
Thermoregulatie     In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Sociaal gedrag X X
  • Bruine en tamme ratten hebben een (lineaire) dominantiehiërarchie.
  • Bruine en tamme ratten hebben een grote kans op overbevolking.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Fok Wildvang Toelichting
LG1 ! (signalerend) XF (zeer hoog risico)

Bij de bruine en tamme rat zijn de (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans (Brooks, 1962; Cartes & Cordes, 1980; Costa et al., 2014; Feng & Himsworth, 2014; Gaudie et al., 2008; Himsworth et al., 2013; Koma et al., 2013; Ludwig et al., 2017) en Influenza A virus (Cummings et al., 2019) aangetoond, waardoor de bruine rat direct onder risicoklasse F valt. Voor de tamme rat geldt een signalering gezien in fokkerij omstandigheden de zoönosen te beheersen zijn (geen wildvang bij de gedomesticeerde soort).

Daarnaast zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Seoul virus (Costa et al., 2014; Guo et al., 2016; Heyman et al., 2004; Jameson et al., 2013; Johansson et al., 2010; Kerins et al., 2018; Koma et al., 2013; Plyusnina et al., 2012; Wang et al., 2000; Yao et al., 2013), tick-borne encephalitis virus (Takeda et al., 1999), Coxiella burnetii (Reusken et al., 2011; Webster et al., 1995), en Streptobacillus moniliformis (Andre et al., 2005; Elliott, 2007; Graves & Janda, 2001; Hayashimoto et al., 2008) aangetoond en bij sympatrische en aanverwante Murinae de (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium microti (Cavanagh et al., 2002), Dobrava-Belgrade virus (Antoine et al., 2020; Weidmann et al., 2005), Puumala virus (Heyman et al., 2009), rabiësvirus (Lei et al., 2009), Crimean-Congo hemorrhagic fever virus (Földes et al., 2019), Anaplasma phagocytophilum (Chastagner et al., 2016; Matei et al., 2018), Francisella tularensis (Dobay et al., 2015; Gurycová, 1998; Gurycová et al., 2001), en Yersinia pestis (Malek et al., 2015; Mostafavi et al., 2018) aangetoond.

 

Letselschade
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
LG2     Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van bruine en tamme ratten is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Blanchard et al., 1986; Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
V1     De bruine en tamme rat zijn omnivoren (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2     De bruine en tamme rat hebben geen hypsodonte gebitselementen (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3     Tamme ratten hebben per donkerperiode 3-4 maaltijden (Strubbe & Woods, 2004). Bruine ratten foerageren voornamelijk kort voor of na zonsondergang, en besteden hier circa 53-58 minuten per dag aan (Denys et al., 2017; Inglis et al., 1996). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V4     Het dieet van de bruine en tamme rat bestaat uit een grote verscheidenheid aan vruchten, vegetatie, aas, vogels, kleine zoogdieren, ongewervelden en afval van mensen (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
R1     Bruine en tamme ratten hebben kleine home ranges afhankelijk van het voedselaanbod (Lambert et al., 2008; Oyedele et al., 2015). Ze leven in sociale kolonies en zijn opportunistische en adaptieve dieren (Feng & Himsworth, 2014). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X X Bruine en tamme ratten gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Adams & Boice, 1983; Boice, 1977; Feng & Himsworth, 2014; Lawlor, 2020; Lore & Flannelly, 1978; Schweinfurth, 2020). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3     Bij gevaar vluchten ratten hun burcht in of richting beschutting (Makowska & Weary, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4 X X Bruine en tamme ratten gebruiken zelf gegraven burchten (Adams & Boice, 1983; Boice, 1977; Brooks, 1962; Makowska & Weary, 2016; Schweinfurth, 2020). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R5     Voor bruine en tamme ratten zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
T1     De bruine en tamme rat komen onder andere voor in een gematigd zeeklimaat (Denys et al., 2017; Schultz, 2005). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T2     Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat bruine en tamme ratten gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats. Bovendien zijn bruine en tamme ratten nachtdieren (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3     Bruine en tamme ratten zijn jaarrond actief (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
S1     Bruine en tamme ratten hebben een polygame leefwijze (Schweinfurth, 2020). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X X Bruine en tamme ratten leven in sociale kolonies met meerdere mannetjes en vrouwtjes, die uit meer dan 150 individuen kunnen bestaan (Feng & Himsworth, 2014; Schweinfurth, 2020). Mannetjes hebben een hiërarchie met alfa, beta en omega mannetjes, waarbij alfa mannetjes het grootst zijn en zich het meest voortplanten (Adams & Boice, 1983; Blanchard et al., 1988; Denys et al., 2017; Schweinfurth, 2020). Vrouwtjes hebben ook een hiërarchie, waarbij dominante vrouwtjes subordinate vrouwtjes weerhouden van voortplanting (Adams & Boice, 1983; Blanchard et al., 1988; Feng & Himsworth, 2014). Er is sprake van een lineaire dominantiehiërarchie voor mannetjes en een dominantiehiërarchie voor vrouwtjes. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3 X X Bruine rat vrouwtjes zijn vanaf 3 maanden oud geslachtsrijp en hebben een oestruscyclus van 1-2 weken en kunnen jaarlijks 5 nestjes krijgen (Denys et al., 2017; Schweinfurth, 2020). Vrouwtjes zijn circa 3 weken drachtig en krijgen per worp 3-7 jongen (Denys et al., 2017). Bruine ratten planten zich jaarrond voort. Tamme ratten zijn eerder geslachtsrijp, hebben een kortere oestruscyclus van 4 dagen, en grotere nesten van 8-16 jongen (Schweinfurth, 2020). Bruine en tamme ratten hebben een grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

Verwijzingen

Adams, N. & Boice, R. (1983). A longitudinal study of dominance in an outdoor colony of domestic rats. Journal of Comparative Psychology. 97(1).

Andre, J., Freydiere, A., Benito, Y., Rousson, A., Lansiaux, S., Kodjo, A. & Floret, D. (2005). Rat bite fever caused by Streptobacillus moniliformis in a child: human infection and rat carriage diagnosed by PCR. Journal of Clinical Pathology. 58(11). 1215-1216.

Antoine, M., Langlois, M., Bres, E., Rabeyrin, M., Reynes, J.-M. & Deeb, A. (2020). Imported haemorrhagic fever with renal syndrome caused by Dobrava-Belgrade hantavirus in France. Clinical Kidney Journal. 1-3.

Blanchard, R., Flannelly, K. & Blanchard, D. (1986). Defensive behaviors of laboratory and wild Rattus norvegicus. Journal of Comparative Psychology. 100(2).

Blanchard, R., Flannelly, K. & Blanchard, D. (1988). Life-span studies of dominance and aggression in established colonies of laboratory rats. Physiology & Behavior. 43(1). 1-7.

Boice, R. (1977). Burrows of wild and albino rats: effects of domestication, outdoor raising, age, experience, and maternal state. Journal of Comparative and Physiological Psychology. 91(3). 649-661.

Brooks, J. (1962). Methods of sewer rat control. University of Nebraska- Proceedings of the 1st vertebrate pest conference.

Carter, M. & Cordes, D. (1980). Leptospirosis and other infections of Rattus rattus and Rattus norvegicus. New Zealand Veterinary Journal. 28(3). 45-50.

Cavanagh, R., Begon, M., Bennett, M., Ergon, T., Graham, I. M., de Haas, P. E. W., Hart, C. A., Koedam, M., Kremer, K., Lambin, X., Roholl, P. & van Soolingen, D. (2002). Mycobacterium microti Infection (Vole Tuberculosis) in Wild Rodent Populations. Journal of Clinical Microbiology. 40(9). 3281-3285.

Chastagner, A., Moinet, M., Perez, G., Roy, E., Mccoy, K., Plantard, O., Agoulon, A., Bastian, S., Butet, A., Rantier, Y., Verheyden, H., Cèbe, N., Leblond, A. & Vourc’h, G. (2016). Prevalence of Anaplasma phagocytophilum in small rodents in France. Ticks and Tick-borne Diseases. 7(5). 988-991.

Costa, F., Porter, F., Rodrigues, G., Farias, H., de Faria, M., Wunder, E. & Childs, J. (2014). Infections by Leptospira interrogans, Seoul virus, and Bartonella spp. among Norway rats (Rattus norvegicus) from the urban slum environment in Brazil. Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 14(1). 33-40.

Cummings, C., Hill, N., Puryear, W., Rogers, B., Mukherjee, J., Leibler, J. & Runstadler, J. (2019). Evidence of Influenza A in Wild Norway Rats (Rattus norvegicus) in Boston. Frontiers in Ecology and Evolution. 7(36).

Denys, C., Taylor, P., Burgin, C., Aplin, K., Fabre, P.-H., Haslauer, R., . . . Menzies, J. (2017). Family MURIDAE (TRUE MICE AND RATS, GERBILS AND RELATIVES). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 536-886). Barcelona: Lynx Edicions.

Dobay, A., Pilo, P., Lindholm, A., Origgi, F., Bagheri, H. & König, B. (2015). Dynamics of a Tularemia Outbreak in a Closely Monitored Free-Roaming Population of Wild House Mice. PLoS One. 10(11).
Elliott, S. (2007). Rat bite fever and Streptobacillus moniliformis. Clinical Microbiology Reviews. 20(1). 13-22.

Feng, A. & Himsworth, C. (2014). The secret life of the city rat: a review of the ecology of urban Norway and black rats (Rattus norvegicus and Rattus rattus). Urban Ecosystems. 17(1). 149-162.

Földes, F., Madai, M., Németh, V., Zana, B., Papp, H., Kemenesi, G., Bock-Marquette, I., Horváth, G., Herczeg, R. & Jakab, F. (2019). Serologic survey of the Crimean-Congo haemorrhagic fever virus infection among wild rodents in Hungary. Ticks and Tick-Borne Diseases. 10(6). 101258.

Gaudie, C., Featherstone, C., Philips, W., McNaught, R., Rhodes, P., Errington, J. & Pritchard, C. (2008). Human Leptospira interrogans serogroup icterohaemorrhagiae infection (Weil's disease) acquired from pet rats. The Veterinary Record. 599-600.

Graves, M. & Janda, J. (2001). Rat-bite fever (Streptobacillus moniliformis): a potential emerging disease. International Journal of Infectious Diseases. 5(3). 151-154.

Guo, G., Sheng, J., Wu, X., Wang, Y., Guo, L., Zhang, X. & Yao, H. (2016). Seoul virus in the brown rat (Rattus norvegicus) from Ürümqi, Xinjiang, northwest of China. Journal of Wildlife Diseases. 52(3). 705-708.

Gurycová, D. (1998). First Isolation of Francisella tularensis subsp. tularensis in Europe. European Journal of Epidemiology. 14. 797-802.

Gurycová, D., Výrosteková, V., Khanakah, G., Kocianová, E. & Stanek, G. (2001). Importance of surveillance of tylaremia natural foci in the known endmeic area of Central Europe, 1991-1997. Wiener Klinische Wochenschrift. 113(11-12). 433-438.

Hayashimoto, N., Yoshida, H., Goto, K. & Takakura, A. (2008). Isolation of Streptobacillus moniliformis from a pet rat. Journal of Veterinary Medical Science. 70(5). 493-495.

Heyman, P., Plyusnina, A., Berny, P., Cochez, C., Artois, M., Zizi, M. & Plyusnin, A. (2004). Seoul hantavirus in Europe: first demonstration of the virus genome in wild Rattus norvegicus captured in France. European Journal of Clinical Microbiology and Infectious Diseases. 23(9). 711-717.

Heyman, P., van Mele, R., Smajlovic, L., Dobly, A., Cochez, C. Vandenvelde, C. (2009). Association between Habitat and Prevalence of Hantavirus Infections in Bank Voles (Myodes glareolus) and Wood Mice (Apodemus sylvaticus). Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 9(2). 141-146.

Himsworth, C., Bidulka, J., Parsons, K., Feng, A., Tang, P., Jardine, C. & Patrick, D. (2013). Ecology of Leptospira interrogans in Norway rats (Rattus norvegicus) in an inner-city neighborhood of Vancouver, Canada. Negl Trop Dis. 7(6).

Inglis, I., Shepherd, D., Smith, P., Haynes, P., Bull, D., Cowan, D. & Whitehead, D. (1996). Foraging behaviour of wild rats (Rattus norvegicus) towards new foods and bait containers. Applied Animal Behaviour Science. 47(3-4). 175-190.

Jameson, L., Taori, S., Atkinson, B., Levick, P., Featherstone, C., Van Der Burgt, G. & Brooks, T. (2013). Pet rats as a source of hantavirus in England and Wales, 2013. Eurosurveillance. 18(9). 1-3.

Johansson, P., Yap, G., Low, H., Siew, C., Kek, R., Ng, L. & Bucht, G. (2010). Molecular characterization of two hantavirus strains from different rattus species in Singapore. Virology Journal. 7(1). 1-9.

Kerins, J., Koske, S., Kazmierczak, J., Austin, C., Gowdy, K. & Dibernardo, A. (2018). Outbreak of Seoul virus among rats and rat owners—United States and Canada, 2017. Morbidity and Mortality Weekly Report. 67(4). 131-134.

Koma, T., Yoshimatsu, K., Yasuda, S., Li, T., Amada, T., Shimizu, K. & Yamashiro, T. (2013). A survey of rodent-borne pathogens carried by wild Rattus spp. in Northern Vietnam. Epidemiology & Infection. 141(9). 1876-1884.

Lambert, M., Quy, R., Smith, R. & Cowan, D. (2008). The effect of habitat management on home‐range size and survival of rural Norway rat populations. Journal of Applied Ecology. 45(6). 1753-1761.

Lawlor, M. (2020). Comfortable quarters for rats in research institutions. Opgehaald van http://ebooks.lib.ntu.edu.tw/1_file/AWI/96122405/06.htm

Lei, Y., Wang, X., Li, H., Chen, X., Ye, B., Liu, F., Lan, J., Ye, X., Mei, J. & Tang, Q. (2009). New animal hosts of rabies virus in mountain areas in Zhejiang province. Zhonghua Liuxingbingxue Zazhi. 30(4). 344-347.

Lin Zeng, Chen Ming, Yan Li, Ling-Yan Su, Yan-Hua Su, Newton O. Otecko, He-Qun Liu, Ming-Shan Wang, Yong-Gang Yao, Hai-Peng Li, Dong-Dong Wu, and Ya-Ping Zhang: Rapid Evolution of Genes Involved in Learning and Energy Metabolism for Domestication of the Laboratory Rat: Mol. Biol. Evol. 34(12):3148–3153 (2017)

Lore, R. & Flannelly, K. (1978). Habitat selection and burrow construction by wild Rattus norvegicus in a landfill. Journal of Comparative and Physiological Psychology. 92(5).

Ludwig, B., Zotzmann, V., Bode, C., Staudacher, D. & Zschiedrich, S. (2017). Lethal pulmonary hemorrhage syndrome due to Leptospira infection transmitted by pet rat. IDCases. 8. 84-86.

Makowska, I. & Weary, D. (2016). The importance of burrowing, climbing and standing upright for laboratory rats. Royal Society Open Science. 3(6). 1-12.

Malek, M., Hammani, A., Beneldjouzi, A. & Bitam, I. (2015). Enzootic plague foci, Algeria. New Microbes and New Infections. 4(C). 13-16.

Matei, I. A., D'Amico, G., Ionică, A. M., Kalmár, Z., Corduneanu, A., Sandor, A. D., Fiţ, N., Bogdan, L., Gherman, C. M. & Mihalca, A. D. (2018). New records for Anaplasma phagocytophilum infection in small mammal species. Parasites & Vectors. 11(193).

Mostafavi, E., Ghasemi, A., Rohani, M., Molaeipoor, L., Esmaeili, S., Mohammadi, Z., Mahmoudi, A., Aliabadian, M. & Johansson, A. (2018). Molecular Survey of Tularemia and Plague in Small Mammals From Iran. Frontiers in Cellular and Infection Microbiology. 8(215).

Oyedele, D., Sah, S., Kairuddinand, L. & Ibrahim, W. (2015). Range measurement and a habitat suitability map for the Norway rat in a highly developed urban environment. Tropical life Sciences Research. 26(2).

Plyusnina, A., Heyman, P., Baert, K., Stuyck, J., Cochez, C. & Plyusnin, A. (2012). Genetic characterization of Seoul hantavirus originated from Norway rats (Rattus norvegicus) captured in Belgium. Journal of Medical Virology. 84(8). 1298-1303.

Reusken, C., van der Plaats, R., Opsteegh, M., de Bruin , A. & Swart, A. (2011). Coxiella burnetii (Q fever) in Rattus norvegicus and Rattus rattus at livestock farms and urban locations in the Netherlands; could Rattus spp. represent reservoirs for (re) introduction? Preventive Veterinary Medicine. 101(1-2). 124-130.

Ruedas, L. (2016). Rattus norvegicus. Opgehaald van The IUCN Red List of Threatened Species: https://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2016-3.RLTS.T19353A165118026.en

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer.

Schweinfurth, M. (2020). The social life of Norway rats (Rattus norvegicus). Elife 9.

Strubbe, J. & Woods, S. (2004). The Timing of Meals. Psychological Review. 11(1). 128-141.

Takeda, T., Ito, T., Osada, M., Takahashi, K. & Takashima, I. (1999). Isolation of tick-borne encephalitis virus from wild rodents and a seroepizootiologic survey in Hokkaido, Japan. The American Journal of Tropical Medicine and Hygiene. 60(2). 287-291.

Wang, H., Yoshimatsu, K., Ebihara, H., Ogino, M., Araki, K., Kariwa, H. & Arikawa, J. (2000). Genetic diversity of hantaviruses isolated in China and characterization of novel hantaviruses isolated from Niviventer confucianus and Rattus rattus. Virology. 278(2). 332-345.

Webster, J., Lloyd, G. & Macdonald, D. (1995). Q fever (Coxiella burnetii) reservoir in wild brown rat (Rattus norvegicus) populations in the UK. Parasitology. 110(1). 31-35.

Weidmann, M., Schmidt, P., Vackova, M., Krivanec, K., Munclinger, P. & Hufert, F. (2005). Identification of Genetic Evidence for Dobrava Virus Spillover in Rodents by Nested Reverse Transcription (RT)-PCR and TaqMan RT-PCR. Journal of Clinical Microbiology. 43(2). 808-812.

Wilson, D. & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/

Yao, L., Kang, Z., Liu, Y., Song, F., Zhang, X., Cao, X. & Hu, K. (2013). Seoul virus in rats (Rattus norvegicus), Hyesan, North Korea, 2009–2011. Emerging Infectious Diseases. 19(11). 1895-1896.

Bent u tevreden over deze pagina?