Campbell’s dwerghamster
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Cricetidae |
---|---|
Subfamilie | Cricetinae |
Genus | Phodopus |
Soort | Phodopus campbelli |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 23-28 g |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 9-15 maanden wild, 24 maanden wild |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse D
Bij de Campbell’s dwerghamster zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de Campbell’s dwerghamster in risicoklasse D.
Samenvatting beoordeling van de Campbell’s dwerghamster
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de Campbell’s dwerghamster is het hoog-risico zoönotische pathogeen het influenza A virus H5N1 aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten binnen de familie (Cricetidae) zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis, Seoul hantavirus, Coxiella burnetii, Anaplasma phagocytophilum, Leptospira interrogans, Francisella tularensis, en Tick-borne encephalitisaangetoond. Dit leidt in het geval van zowel wilde als gedomesticeerde Campbell’s dwerghamsters tot een signalerende toepassing. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. | |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De Campbell’s dwerghamster is aangepast aan een steppeklimaat. |
Sociaal gedrag | X |
|
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de Campbell’s dwerghamster is het hoog-risico zoönotische pathogeen het influenza A virus H5N1 (Pavlova et al., 2016; Shriner et al., 2012) aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten binnen de familie (Cricetidae) zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis (Kiefer et al., 2012), Seoul hantavirus (Lin et al., 2012), Coxiella burnetii (Burgdorfer et al., 1963), Anaplasma phagocytophilum (Pulscher et al., 2018), Leptospira interrogans (Kim, 2019), Francisella tularensis (Malkhazova et al., 2020; Rossow et al., 2014; Starikov, 2020; Zhang et al., 2006), en Tick-borne encephalitis (Bakhvalova et al., 2006) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de Campbell’s dwerghamster is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De Campbell’s dwerghamster is een omnivoor (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De Campbell’s dwerghamster heeft geen hypsodonte gebitselementen (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | De Campbell’s dwerghamster is nachtactief en activiteit begint na zonsondergang en duurt circa 6 uur. Tijdens de nacht verplaatsen mannetjes zich gemiddeld 370 m en vrouwtjes gemiddeld 130 m van hun hol om te foerageren (Pardiñas et al., 2017). Campbell’s dwerghamsters doen aan larderhoarden en slaan hun voedselvoorraad op in een speciale kamer in hun hol (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V4 | Het dieet van de Campbell’s dwerghamster bestaat uit zaden, plantdelen en insecten (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Campbell’s dwerghamsters hebben een kleine home range en verplaatsen zich gemiddeld tussen de 130 (vrouwtjes) en 370 m (mannetjes) van het hol vandaan om te foerageren. Home ranges van mannetje zijn aanzienlijk groter dan die van vrouwtjes en hebben overlap. Daarentegen overlappen de home ranges van vrouwtjes niet. Campbell’s dwerghamsters beschikken over anogenitale klieren die ze gebruiken om hun territorium te markeren (Feoktistova et al., 2019; Pardiñas et al., 2017). Campbell’s dwerghamsters hebben een kleine home range. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | Campbell’s dwerghamsters gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen, als rustplaats en voor voedselopslag (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | De Campbell’s dwerghamster is schichtig en vlucht behendig en doelgericht naar dekking bij tekenen van gevaar (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Campbell’s dwerghamsters graven uitgebreide holensystemen met 2-6 ingangen, één kamer om te nestelen (20-40 cm diep) en meerdere kamers voor voedselopslag. Ook kunnen ze voedsel opslaan in daarvoor bestemde holen, naast hun primaire hol (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor Campbell’s dwerghamsters zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Pardiñas et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Campbell’s dwerghamsters leven in een steppeklimaat (Pardiñas et al., 2017; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur op de steppes van Mongolië waar Campbell’s dwerghamsters voorkomen is -7 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -42 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 6 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 29 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 300 mm en de luchtvochtigheid is gemiddeld 60%, fluctuerend van 30 tot 80% afhankelijk van het seizoen (Meteoblue, 2020; Schultz, 2005). De thermoneutrale zone van de Campbell’s dwerghamster ligt tussen de 25 en 30 °C (Chen et al., 2006). De Campbell’s dwerghamster is aangepast aan een steppeklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat Campbell’s dwerghamsters gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Pardiñas et al., 2017). Bovendien maken Campbell’s dwerghamsters gebruik van een hol. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Campbell’s dwerghamsters gaan in torpor, afhankelijk van de buitentemperatuur, maar houden geen obligate winterslaap (Ushakova et al., 2012). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | X | Campbell’s dwerghamsters hebben een monogame leefwijze tijdens het paarseizoen en het grootbrengen van de jongen. Campbell’s dwerghamsters leven het overgrote deel van hun adulte leven als monogaam paar doordat het paarseizoen een groot deel uitmaakt van de korte levensduur (Lupfer-Johnson et al., 2009; Miedel & Hankenson, 2015; Pardiñas et al., 2017; Walton & Wynne-Edwards, 1998). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S2 | X | Campbell’s dwerghamsters leven monogaam en zijn erg territoriaal. Home ranges van mannetjes overlappen, in tegenstelling tot die van vrouwtjes. Mannetjes hebben een despotische dominantiehiërarchie en verdedigen hun vrouwtje en nest tegen andere mannetjes (Gammie & Nelson, 2005; Pardiñas et al., 2017; Wynne-Edwards & Lisk, 1987). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | X | Vrouwtjes zijn vanaf 48-60 dagen geslachtsrijp, maar dit kan versnellen in het bijzijn van een mannelijke soortgenoot. Vrouwtjes kunnen 3-4 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn polyoestreus en hebben een postpartum oestrus. Vrouwtjes zijn 18 dagen drachtig en krijgen per worp gemiddeld 6-8 jongen. Campell’s dwerghamsters hebben een paarseizoen van midden-april tot en met begin-oktober. Campbell’s en Russische (P. sungorus) dwerghamsters hebben de meest gecomprimeerde reproductieve cyclus van alle placentale zoogdieren. Vrouwtjes kunnen direct postpartum paren na een tweede worp baren terwijl ze de eerste worp nog spenen, allemaal binnen de span van 36 dagen (Miedel & Hankenson, 2015; Pardiñas et al., 2017). Campbell’s dwerghamsters hebben een grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Verwijzingen
Bakhvalova, V. N., Dobrotvorsky, A. K., Panov, V. V., Matveeva, V. A., Tkachev, S. E. & Morozova, O. V. (2006). Natural Tick-borne encephalitis virusInfection among Wild Small Mammals in the Southeastern Part of Western Siberia, Russia. Tick-Borne and Zoonotic Diseases. 6(1). 32-41.
Burgdorfer, W., Pickens, E. G., Newhouse, V. F. & Lackman, D. B. (1963). Isolation of Coxiella burnetii from Rodents in Western Montana. The Journal of Infectious Diseases. 112(2). 181-186.
Cassola, F. (2016). Phodopus campbelli. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: https://www.iucnredlist.org/species/17035/115139470.
Chen, J., Zhong, W. & Wang, D. (2006). Metabolism and thermoregulation in Maximowiczi's voles (Microtus maximowiczii) and Djungarian hamsters (Phodopus campbelli). Journal of Thermal Biology. 31(8). 583-587.
Feoktistova, N. Yu., Chernova, O. F. & Meshcherskii, I. G. (2013). Decorative Forms of Hamsters of the Genus Phodopus (Mammalia, Cricetinae): Analysis of Genetic Lines Distribution and Features of Hair Changes. Biology Bulletin Reviews. 3(1). 57-72.
Feoktistova, N. Yu., Kropotkina, M. V., Potashnikova, E. V., Gureeva, A. V., Kuznetsova, E. V. & Surov, A. V. (2019). Speciation in Allopatric Species of the Hamster Subfamily Cricetinae (Rodentia, Cricetidae). Biology Bulletin Reviews. 9(3). 230-242.
Gammie, S. C. & Nelson, R. J. (2005). High Maternal Aggression in Dwarf Hamsters (Phodopus campbelli and P. sungorus). Aggressive Behavior. 31. 294-302.
Kiefer, D., Dalantai, G., Damdindorj, T., Riehm, J. M., Tomaso, H., Zöller, L., Dashdavaa, O., Pfister, K. & Scholz, H. C. (2012). Phenotypical Characterization of Mongolian Yersinia pestis Strains. Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 12(3). 183-188.
Kim, M. J. (2019). Historical Review of Leptospirosis in the Korea (1945 – 2015). Infect Chemother. 51(3). 315-329.
Lin, X., Guo, W., Wang, W., Zou, Y., Hao, Z., Zhou, D., Dong, X., Qu, Y., Li, M., Tian, H., Wen, J., Plyusnin, A., Xu, J. & Zhang, Y. (2012). Migration of Norway Rats Resulted in the Worldwide Distribution of Seoul Hantavirus Today. Journal of Virology. 86(2). 972-981.
Lupfer-Johnson, Hanson, K. L. & Edwards, L. E. (2009). Social Cues Influence Foraging in Dwarf Hamsters (Phodopus campbelli). Journal of Comparative Psychology. 123(2). 226-229.
Malkhazova, S., Pestina, P., Prasolova, A. & Orlov, D. (2020). Emerging Natural Focal Infectious Diseases in Russia: A Medical–Geographical Study. Int J Environ Res Public Health. 17(8005). 1-12.
Meteoblue. (2020). Selenge, Mongolia. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climateobserved/sel….
Miedel, E. L. & Hankenson, F. C. (2015). Biology and Diseases of Hamsters. In J. G. Fox, G. M. Otto, M. T. Whary, L. C. Anderson & K. R. Pritchett-Corning (3rd ed.), Laboratory Animal Medicine (pp. 209-245). Amsterdam: Elsevier.
Pardiñas, U. F. J., Myers, P., León-Paniagua, L., Ordóñez Garza, N., Cook, J. A., Kryštufek, B., Haslauer, R., Bradley, R. D., Shenbrot, G. I. & Patton, J. L. (2017). Family Cricetidae (True Hamsters, Voles, Lemmings and New World Rats and Mice). In D. E. Wilson, T. E. Lacher Jr. & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world. 7. Rodents II (pp. 204-535). Barcelona: Lynx Edicions.
Pavlova, E. V., Kirilyuk, E. V. & Naidenko, S. V. (2016). Occurrence Pattern of Influenza A Virus, Coxiella burnetii, Toxoplasma gondii, and Trichinella sp. in the Pallas Cat and Domestic Cat and Their Potential Prey Under Arid Climate Conditions. Arid Ecosystems. 6(4). 277-283.
Pulscher, L. A., Moore, T. C., Caddell, L., Sukhbaatar, L., von Fricken, M. E., Anderson, B. D., Gonchigoo, B. & Gray, G. C. (2018). A cross-sectional study of small mammals for tick-borne pathogen infection in northern Mongolia. Infection Ecology & Epidemiology. 8(1). 1450591.
Rossow, H., Sissonen, S., Koskela, K. A., Kinnunen, P. M., Hemmilä, H., Niemimaa, J., Huitu, O., Kuusi, M., Vapalahti, O., Henttonen, H. & Nikkari, S. (2014). Detection of Francisella tularensis in Voles in Finland. Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 14(3). 193-198.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World: The Ecological Divisions of the Geosphere (2nd ed.). Stuttgart: Springer.
Shriner, S. A., van Dalen, K. K., Mooers, N. L., Ellis, J. W., Sullivan, H. J., Root, J. J., Pelzel, A. M. & Franklin, A. B. (2012). Low-Pathogenic Avian Influenza Viruses in Wild House Mice. PLoS ONE. 7(6). e39206.
Starikov, V. P. (2020). ECTOPARASITES OF A STEPPE LEMMING LAGURUS LAGURUS PALLAS, 1773 IN THE SOUTH TRANS-URAL REGION (KURGAN OBLAST) IN CONNECTION WITH THE NATURAL FOCI OF TULAREMIA. Bulletin of Nizhnevartovsk State University, (2), 102-109.
Ushakova, M. V., Kroporkina, M. V., Feoktistova, N. Yu. & Surov, A. V. (2012). Daily Torpor in Hamsters (Rodentia, Cricetinae). Russian Journal of Ecology. 43(1). 62-66.
Walton, J. M. & Wynne-Edwards, K. E. (1998). Paternal Care Reduces Maternal Hyperthermia in Djungarian Hamsters (Phodopus campbelli). Physiology & Behavior. 63(1). 41-47.
Wynne-Edwards, K. E. & Lisk, R. D. (1987). Differences in Behavioral Responses to a Competitive Mating Situation in Two Species of Dwarf Hamster (Phodopus campbelli and P. sungorus). Journal of Comparative Psychology. 102(1). 49-55.
Zhang, F., Liu, W., Chu, M. C., He, J., Duan, Q., Wu, X. M., Zhang, P. H., Zhao, Q. M., Yang, H., Xin, Z. T., & Cao, W. C. (2006). Francisella tularensis in rodents, China. Emerging infectious diseases. 12(6). 994-996.