Gestreepte grasmuis
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Muridae |
---|---|
Subfamilie | Murinae |
Genus | Lemniscomys |
Soort | Lemniscomys striatus |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 28-67 g |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 1 jaar |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse D
Bij de gestreepte grasmuis is in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één risicofactor vastgesteld. Hierdoor valt de gestreepte grasmuis in risicoklasse D.
Samenvatting beoordeling van de gestreepte grasmuis
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore.
Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de gestreepte grasmuis zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Rabiës, Coxiella burnetii en Yersinia pestis aangetoond en bij de sympatrische en aanverwante soort Lemniscomys griselda is de hoog-risico zoönotische pathogeen Crimean-Congo hemorrhagic fever aangetoond. Dit leidt alleen bij wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. | |
Ruimtegebruik/veiligheid | X | Gestreepte grasmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats. |
Thermoregulatie | X | De gestreepte grasmuis is aangepast aan een tropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Gestreepte grasmuizen hebben een grote kans op overbevolking. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de gestreepte grasmuis zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen rabiësvirus (Fichet-Calvet et al., 2014), Coxiella burnetii (Heisch, 1960) en Yersinia pestis (Arap-Siongok et al., 1977; Poland & Dennis, 1999) aangetoond en bij de sympatrische en aanverwante soort Lemniscomys griselda is de hoog-risico zoönotische pathogeen Crimean-Congo hemorrhagic fever (Spengler et al., 2016) aangetoond. Dit leidt alleen bij wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van gestreepte grasmuizen is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Denys et al., 2017; Happold, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De gestreepte grasmuis is een omnivoor of herbivoor, afhankelijk van het seizoen (Happold, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De gestreepte grasmuis heeft geen hypsodonte gebitselementen (Lacher et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | De gestreepte grasmuis kan tot 12,5 uur actief zijn per dag (Hoffmann & Klingel, 2001). Gestreepte grasmuizen passen hun activiteitenpatroon aan wanneer er sprake is van voedselovervloed. Er wordt dan aanzienlijk minder tijd aan foerageren besteed (Cheeseman, 1977). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
|
V4 | Het dieet van de gestreepte grasmuis bestaat uit groene vegetatie, zaden, en insecten (Denys et al., 2017; Happold, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Gestreepte grasmuizen hebben een home range van tussen 0,07 en 0,11 ha. Er is sprake van overlap tussen home ranges (Hoffmann & Klingel, 2001). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | Gestreepte grasmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Denys et al., 2017; Hoffmann & Klingel, 2001). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | De gestreepte grasmuis heeft geen blindelingse vluchtreactie en vlucht snel naar dichte vegetatie om onder te schuilen (Carleton, 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
|
R4 | Gestreepte grasmuizen gebruiken bovengrondse nesten (Denys et al., 2017; Hoffmann & Klingel, 2001). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor gestreepte grasmuizen zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X | Gestreepte grasmuizen leven in een tropisch klimaat (Cheeseman & Delany, 1979; Nicolas et al., 2008; Schultz, 2005). De gemiddelde maandelijkse minimumtemperatuur komt niet onder de 18 °C. In sommige hoger gelegen gebieden kan in het droge seizoen de minimumtemperatuur onder het vriespunt komen en gestreepte grasmuizen komen tot op een hoogte van 1700 meter voor (van der Straeten et al., 2016). In de warmste maanden ligt de gemiddelde temperatuur rond de 30 °C met maximum temperaturen van boven de 40 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid ligt tussen de 500-1500 mm (Schultz, 2005). De gestreepte grasmuis is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat gestreepte grasmuizen nachtdieren zijn (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
|
T3 | Gestreepte grasmuizen zijn jaarrond actief (Neal, 1977). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | G | De gestreepte grasmuis wordt alleen of in paren gevonden (Happold, 2013; Hoffmann & Klingel, 2001). Verder is er geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de sociale structuur van de gestreepte grasmuis. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden. |
S2 | G | Gestreepte grasmuizen leven solitair of in paren (Happold, 2013; Hoffmann & Klingel, 2001). Verder is er geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de aanwezigheid van dominantiehiërarchie. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden. |
S3 | X | Vrouwtjes hebben een postpartum oestrus (Happold, 2013). Vrouwtjes zijn 23 dagen drachtig en krijgen per worp tot 8 jongen. Gestreepte grasmuizen kunnen zich jaarrond voortplanten (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Verwijzingen
Arap-Siongok, T., Njagi, A. & Masaba, S. (1977). Another focus of sylvatic plague in Kenya. East African Medical Journal. 54(12). 694-699.
Carleton, M. (2013). Genus Lemniscomys Grass Mice. In D. Happold, Mammals of Africa. Volume III: Rodents, Hares and Rabbits (pp. 441-443). London: Bloomsbury Publishing.
Cheeseman, C. L. (1977). Activity patterns of rodents in Rwenzori National Park, Uganga. E Afr Wildl J. 15. 281-287.
Cheeseman, C. & Delany, M. (1979). The population dynamics of small rodents in a tropical African grassland. Journal of Zoology. 188. 451-475.
Denys, C., Taylor, P., Burgin, C., Aplin, K., Fabre, P.-H., Haslauer, R., . . . Menzies, J. (2017). Family MURIDAE (TRUE MICE AND RATS, GERBILS AND RELATIVES). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 536-886). Barcelona: Lynx Edicions.
Fichet-Calvet, E., Becker-Ziaja, B., Koivogui, L. & Günther, S. (2014). Lassa Serology in Natural Populations of Rodents and Horizontal Transmission. Vector Borne and Zoonotic Diseases. 14(9). 665-674.
Happold, D. (2013). Lemniscomys striatus Striated Grass Mouse (Striated Lemniscomys). In D. Happold, Mammals of Africa. Volume III: Rodents, Hares and Rabbits (pp. 452-453). London: Bloomsbury Publishing.
Heisch, R. (1960). The Isolation of Rickettsia burneti from Lemniscomys sp. in Kenya. East African Medical Journal. 37(2). 104.
Hoffmann, A. & Klingel, H. (2001). Spatial and temporal patterns in Lemniscomys striatus (Linnaeus 1758) as revealed by radio-tracking. African Journal of Ecology. 39. 351-356.
Lacher Jr., T., Murphy, W., Rogan, J., Smith, A. & Upham, N. (2016). Evolution, phylogeny, ecology and conservation of the Clade Glires: Lagomorpha and Rodentia. In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 15-28). Barcelona: Lynx Edicions.
Neal, B. (1977). Reproduction of the punctated grass-mouse, lemniscomys striatus in the Ruwenzori national park, Uganda (Rodentia : Muridae). Zoologica Africana. 12(2). 419-428.
Nicolas, V., Mboumba, J.-F., Verheyen, E., Denys, C., Lecompte, E., Olayemi, A., Missoup, A. D., Katuala, P. & Colyn, M. (2008). Phylogeographic structure and regional history of Lemniscomys striatus (Rodentia: Muridae) in tropical Africa. Journal of Biogeography. 35. 2074-2089.
Poland, J. & Dennis, D. (1999). Treatment of Plague. In WHO, Plague Manual: Epidemiology, Distribution, Surveillance and Control (pp. 55-134).
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Spengler, J., Bergeron, E. & Rollin, P. (2016). Seroepidemiological Studies of Crimean-Congo Hemorrhagic Fever Virus in Domestic and Wild Animals. PLoS Neglected Tropical Diseases, 10(1).
van der Straeten, E., Decher, J., Corti, M. & Abdel-Rahman, E. (2016). Lemniscomys striatus. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: doi:10.2305/IUCN.UK.2016-
3.RLTS.T11495A22439555.en