Gewone tenrek
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Tenrecidae |
---|---|
Subfamilie | Tenrecinae |
Genus | Tenrec |
Soort | Tenrec ecaudatus |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte | Kop-romp: 182-350 mm |
Gewicht | 148-430 g |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 3,6 jaar |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse D
Bij de gewone tenrek zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de gewone tenrek in risicoklasse D.
Samenvatting beoordeling van de gewone tenrek
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de gewone tenrek zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis, Leptospira interrogans en Leptospira mayottensis aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | Gewone tenreks moeten dagelijks langdurig foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X |
|
Sociaal gedrag | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de gewone tenrek zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis (Migliani et al., 2001), Leptospira interrogans (Desvars et al., 2013; Sigaud et al., 2009) en Leptospira mayottensis (Lagadec et al., 2016) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte en morfologie van de gewone tenrek is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Jenkins, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De gewone tenrek is een omnivoor (Jenkins, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De gewone tenrek heeft geen hypsodonte gebitselementen (Renvoisé & Michon, 2014). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | X | Gewone tenreks eten voornamelijk insecten, invertebraten en fruit. De kleine, wijd verspreide prooidieren, die vaak uit het substraat moeten worden opgegraven, maken langdurig foerageren noodzakelijk (Eisenberg & Gould, 1970; Jenkins, 2018). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van gewone tenreks bestaat uit larven, termieten, mieren, duizendpoten, fruit en soms ook kleine vertebraten en slakken (Jenkins, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Gewone tenreks hebben een home range van 1-3 ha of meer, afhankelijk van voedselbeschikbaarheid. De home ranges van gewone tenreks overlappen (Jenkins, 2018). Gewone tenreks doen aan geurmarkering, maar er is geen indicatie dat het territoriale doeleinden heeft (Eisenberg & Gould, 1970). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | Gewone tenreks gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als rustplaats (Jenkins, 2018). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | De gewone tenrek vlucht richting een lage verstopplek bij tekenen van gevaar (Nicoll, 1982). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Gewone tenreks gebruiken zelf-gegraven holen, holle boomstammen en aangepaste natuurlijke tunnelsystemen zoals bij wortelstelsels of gestapelde stenen (Jenkins, 2018; Nicoll, 1982). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor gewone tenreks zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Eisenberg & Gould, 1970). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Gewone tenreks leven in een tropisch klimaat (Jenkins, 2018; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in het tropische deel van het leefgebied van gewone tenreks (Madagaskar) is 18 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 10 °C). De gemiddelde maximumtemperatuur is 30 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 40 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid varieert van 500-1500 mm in gebieden met een egenseizoen in de zomer tot 2000-4000 mm in tropisch regenwoudgebieden met jaarrond regen. De luchtvochtigheid is 90-100% (Schultz, 2005). Gewone tenreks zijn intolerant voor extreme temperaturen van lager dan 8°C of hoger dan 34°C (Treat et al., 2018). De gewone tenrek is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel- of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat gewone tenreks voornamelijk nachtdieren zijn en gebruik maken van een hol (Eisenberg & Gould, 1970; Jenkins, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | X | Gewone tenreks houden een obligate winterslaap (Eisenberg & Gould, 1970; Lovegrove et al., 2014; Nicoll, 1982; Nicoll, 1985). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Gewone tenreks hebben een polygame leefwijze (Eisenberg & Gould, 1970; Jenkins, 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | Gewone tenreks leven solitair, maar hebben overlap in home ranges. Mannetjes reageren agressief naar elkaar. Er is geen sprake van een dominantiehiërarchie (Eisenberg & Gould, 1970). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf zeven maanden geslachtsrijp en kunnen één-twee keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 56-64 dagen drachtig en krijgen per worp 15-31 jongen. De hoeveelheid jongen verschilt per locatie. In het droge westen van Madagaskar krijgen ze gemiddeld 25 jongen, in het vochtige oosten gemiddeld 20 jongen en op de Seychellen 15-16 jongen. Gewone tenreks hebben een paarseizoen van midden-oktober t/m begin-november Eisenberg & Gould, 1970; Jenkins, 2018; Symonds, 1999). Gewone tenreks hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |