Gewoon stekelvarken
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Hystricidae |
---|---|
Subfamilie | - |
Genus | Hystrix |
Soort | Hystrix cristata |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 8-27 kg |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 12-15 jaar wild, 28 jaar gevangenschap. |
IUCN-status | "Least concern" |
CITES | Bijlage A |
Risicoklasse E
Bij het gewone stekelvarken zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” meerdere risicofactoren vastgesteld. Hierdoor valt het gewone stekelvarken in risicoklasse E.
Samenvatting beoordeling van het gewone stekelvarken
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij het gewone stekelvarken zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans en Crimean-Congo hemorrhagic fever virus aangetoond. Dit leidt in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X |
|
Sociaal gedrag | X |
|
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij het gewone stekelvarken zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans (Cilia et al., 2020; Coppola et al., 2020a) en Crimean-Congo hemorrhagic fever virus (Lorusso et al., 2011; Mori et al., 2015; Nalca & Whitehouse, 2007) aangetoond. Dit leidt in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de morfologie van het gewone stekelvarken is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Barthelmess, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | Het gewone stekelvarken is een omnivoor (Barthelmess, 2016; Coppola et al., 2020b; Mori et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | Het gewone stekelvarken heeft hypsodonte kiezen en elodonte snijtanden (Barthelmess, 2016; Koenigswald, 2011; van Weers, 1994). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Het gewone stekelvarken is voornamelijk nachtactief. In Italië zijn gewone stekelvarkens door het jaar heen tussen de 7 en 9 uur per nacht actief (Barthelmess, 2016; Lovari et al., 2017). Gewone stekelvarkens spenderen tussen de 40 en 60% van hun actieve tijd ’s nachts aan foerageren (Pigozzi & Patterson, 1990; Sonnino, 1998). Stekelvarkens binnen de familie (Hystricidae) hebben een verteringsstelsel aangepast aan vezelrijkvoedsel, een langzaam metabolisme en doen aan coprofagie (Hagen et al., 2019; van Jaarsveld & Knight-Eloff, 1984). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van gewone stekelvarkens bestaat uit ondergrondse bollen, wortels, vruchten, bast, bloeiwijzen, truffels en aas (Barthelmess, 2016; Coppola et al., 2020b; Mori et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Gewone stekelvarkenmannetjes hebben een home range van 114-162 ha en vrouwtjes van 91-143 ha. De home range grootte is afhankelijk van het seizoen, met een grotere home range tijdens het koude seizoen. Het gewone stekelvarken is in Italië geïntroduceerd. Een populatie aan de noordgrens van zijn Italiaanse verspreidingsgebied vertoonde geen geurmarkering aan de grenzen van de territoria, hoewel deze dieren wel perianale geurklieren hebben. De dichtheid van de bestudeerde populatie was zo laag dat de noodzaak voor territoriaal gedrag en geurmarkering daar minimaal moet worden geacht (Barthelmess, 2016; Mori et al., 2014). Van de Afrikaanse populaties is niet beschreven in de wetenschappelijke literatuur of ze hun territoriagrenzen merken. De home ranges van verwante stekelvarkens in de familie (Hystricidae) worden gemarkeerd met geuren en worden actief verdedigd door de familiegroep (Barthelmess, 2016; Mustikasari et al., 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | Gewone stekelvarkens gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als rustplaats (Barthelmess, 2016; Santini, 1980). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | Het gewone stekelvarken stelt zich defensief op bij tekenen van gevaar en heeft geen primaire vluchtreactie (Barthelmess, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Gewone stekelvarkens gebruiken zelf-gegraven holen en gebruiken holen van Europese dassen (Meles meles) om in te nestelen. De holen worden verder uitgegraven en aangepast door het stekelvarken (Santini, 1980). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor gewone stekelvarkens zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Barthelmess, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Het gewone stekelvarken komt voor in verschillende klimaten, namelijk in een mediterraan, savanne- en woestijnklimaat (Barthelmess, 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de Mediterrane bossen van Italië waar gewone stekelvarkens voorkomen is 11 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -7 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 24 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 38 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 850 mm en de luchtvochtigheid is gemiddeld 70% (Meteoblue, 2020a). De gemiddelde minimumtemperatuur in de woestijnen van Oost-Afrika waar gewone stekelvarkens voorkomen is 21 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 11 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 39 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 47 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 100 mm en de luchtvochtigheid is gemiddeld 40% (Meteoblue, 2020b). Het gewone stekelvarken komt voor in een mediterraan, savanne- en woestijnklimaat en populaties zijn lokaal aangepast aan het klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | X | Jonge gewone stekelvarkens en volwassen gewone stekelvarkens met jongen doen aan zonnebaden. Het zonnebaden vindt voornamelijk plaats voor de ingang van hun hol. De exacte reden voor dit gedrag is onbekend, maar bevordert mogelijk de aanmaak van vitamine D en de thermoregulatie van de jongen (Coppola et al., 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T3 | Gewone stekelvarkens zijn jaarrond actief (Ori et al., 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | X | Gewone stekelvarkens hebben een monogame leefwijze (Barthelmess, 2016; Mori & Lovari, 2014). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S2 | X | Gewone stekelvarkens leven in familiegroepen bestaan uit het ouderlijk paar en de jongen (Mori & Lovari, 2014). Bij de aanverwante soort het Zuid-Afrikaans stekelvarken (H. africaeaustralis) onderdrukken dominante vrouwtjes binnen de familiegroep voortplanting van subordinate vrouwtjes (van Aarde & van Wyk, 1991). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 1 jaar geslachtsrijp en kunnen per jaar 1-2 keer werpen. Vrouwtjes zijn 7-8 weken drachtig en krijgen per worp 1-4 jongen. Gewone stekelvarkens planten zich jaarrond voort, met een geboortepiek in februari en oktober (Barthelmess, 2016; Mori et al., 2016). Gewone stekelvarkens hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
van Aarde, R. J. & van Wyk, V. (1991). Reproductive inhibition in the Cape porcupine, Hystrix africaeaustralis. J Reprod Fert. 92. 13-19.
Amori, G. & de Smet, K. (2016). Hystrix cristata. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: https://www.iucnredlist.org/species/10746/22232484.
Barthelmess, E. L. (2016). Family Hystricidae (Old World Porcupines). In D. E. Wilson, T. E. Lacher Jr. & R. A. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 304-329). Barcelona: Lynx Edicions.
Cilia, G., Bertelloni, F., Coppola, F., Turchi, B., Biliotti, C., Poli, A., Parisi, F., Felicioli, A., Cerri, D. & Fratini, F. (2020). Isolation of Leptospira serovar Pomona from a crested porcupine (Hystrix cristata, L., 1758). Veterinary Medical Science. 1-7.
Coppola, F., Vecchio, G. & Felicioli, A. (2019). Diurnal motor activity and “sunbathing” behaviour in crested porcupine (Hystrix cristata L., 1758). Scientific Reports. 9(14283). 1-8.
Coppola, F., Cilia, G., Bertelloni, F., Casini, L., D’Addio, E., Frantini, F., Cerri, D. & Felicioli, A. (2020a). Crested Porcupine (Hystrix cristata L.): A New Potential Host for Pathogenic Leptospira Among Semi-Fossorial Mammals. Comparative Immunology, Microbiology and Infectious Diseases. 70. 101472.
Coppola, F., Guerrieri, D., Simoncini, A., Varuzza, P., Vecchio, G. & Felicioli, A. (2020b). Evidence of scavenging behaviour in crested porcupine. Scientific Reports. 10(12297). 1-6.
Hagen, K. B., Hammer, S., Frei, S., Ortmann, S., Glogowski, R., Kreuzer, M. & Clauss, M. (2019). Digestive physiology, resting metabolism and methane production of captive Indian crested porcupine (Hystrix indica). Journal of Animal and Feed Sciences. 28. 69-77.
van Jaarsveld, A. S. & Knight-Eloff, A. K. (1984). Digestion in the porcupine Hystrix africaeaustralis. South African Journal of Zoology. 19(2). 109-112.
Koenigswald, W. v. (2011). Diversity of hypsodont teeth in mammalian dentitions – construction and classification. Palaeontographica. 294(1-3). 63-94.
Lorusso, V., Lia, R. P., Dantas-Torres, F., Mallia, E., Ravagnan, S., Capelli, G. & Otranto, D. (2011). Ixodid ticks of road-killed wildlife species in southern Italy: new tick-host associations and locality records. Exp Appl Acarol. 55. 293-300.
Lovari, S., Corsini, M. T., Guazzini, B., Romeo, G. & Mori, E. (2017). Suburban ecology of the crested porcupine in a heavily poached area: a global approach. Eur J Wildl Res. 63(1). 1-10.
Meteoblue. (2020a). Magliano in Toscana, Italy. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/mag….
Meteoblue. (2020b). Kaédi, Mauritania. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/ka%….
Mori, E. & Lovari, S. (2014). Sexual size monomorphism in the crested porcupine (Hystrix cristata). Mammalian Biology. 79. 157-160.
Mori, E., Lovari, S., Sforzi, A., Romeo, G., Pisani, C., Massolo, A. & Fattorini, L. (2014). Patterns of spatial overlap in a monogamous large rodent, the crested porcupine. Behavioural Processes. 107. 112-118.
Mori, E., Sforzi, A., Menchetti, M., Mazza, G., Lovari, S. & Pisanu, B. (2015). Ectoparasite load in the crested porcupine Hystrix cristata Linnaeus, 1758 in Central Italy. Parasitol Res. 114(6). 2223-2229.
Mori, E., Menchetti, M., Lucherini, M., Sforzi, A. & Lovari, S. (2016). Timing of reproduction and paternal cares in the crested porcupine. Mammalian Biology. 81. 345-349.
Mori, E., Bozzi, R. & Laurenzi, A. (2017). Feeding habits of the crested porcupine Hystrix cristata L. 1758 (Mammalia, Rodentia) in a Mediterranean area of Central Italy. The European Zoological Journal. 84(1). 261-265.
Mustikasari, I. A., Withaningsih, S., Megantara, E. N., Husodo, T. & Parikesit, P. (2019). Population and distribution of Sunda porcupine (Hystrix javanica F. Cuvier, 1823) in designated area of Cisokan Hydropower, West Java, Indonesia. Biodiversitas. 20(3). 762-769.
Nalca, A. & Whitehouse, C. A. (2007). Crimean-Congo Hemorrhagic Fever Virus Infection Among Animals. In O. Ergonul and C. A. Whitehouse, Crimean-Congo Hemorrhagic Fever (pp. 155-165). Dordrecht: Springer.
Ori, F., Trappe, J., Leonardi, M., Iotti, M. & Pacioni, G. Crested porcupines (Hystrix cristata): mycophagist spore dispersers of the ectomycorrhizal truffle Tuber aestivum. Mycorrhiza. 28. 561-565.
Pigozzi, G. & Patterson, I. J. (1990). Movements and diet of crested porcupines in the Maremma Natural Park, central Italy. Acta Theriologica. 35(3-4). 173-180.
Santini, L. (1980). The habits and influence on the environment of the old world porcupine Hystrix cristata L. in the northernmost part of its range. Proceedings of the Vertebrate
Pest Conference. 9(9). 149-153.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World: The Ecological Divisions of the Geosphere (2nd ed.). Stuttgart: Springer.
Sonnino, S. (1998). Spatial activity and habitat use of crested porcupine, Hystrix cristata L., 1758 (Rodentia, Hystricidae) in central Italy. Mammalia. 62(2). 175-189.
van Weers, D. J. (1994). The porcupine Hystrix refossa Gervais, 1852 from the Plio- Pleistocene of Europe, with notes on other fossil and extant species of the genus Hystrix.
Scripta Geol. 106. 35-52.
Weigl, R. (2005). Longevity of mammals in captivity; from the living collections of the world. Frankfurt: Kleine Senckenberg-Reihe.