Grijsbuik eekhoorn

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Duckworth, 2016; Koprowski et al., 2016; Weigl, 2005)
Familie Sciuridae
Subfamilie Callosciurinae
Genus Callosciurus
Soort Callosciurus caniceps
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 215-222 mm
  • Staart: 219-243 mm
Gewicht 266-313 g
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Thailand, Myanmar, West-Maleisië en Laos.
  • Habitat: Secundaire en verstoorde bossen, kreupelhoutvlaktes en tuinen. Tropische bossen met dichte beschutting tot op 2500 m hoogte, maar zijn voornamelijk te vinden in lager gebied.
Levensverwachting 5 jaar wild, 13,7 jaar gevangenschap.
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

 

Risicoklasse E

Bij de grijsbuik eekhoorn zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de grijsbuik eekhoorn in risicoklasse E.

Samenvatting beoordeling van de grijsbuik eekhoorn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de grijsbuik eekhoorn is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira spp. aangetoond en bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis en VSBV-1 aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.
Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X Grijsbuik eekhoorns spenderen veel tijd aan foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Grijsbuik eekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Grijsbuik eekhoorns leven arboreaal.
Thermoregulatie X De grijsbuik eekhoorn is aangepast aan een tropisch klimaat.
Sociaal gedrag X Grijsbuik eekhoorns hebben een lineaire dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij de grijsbuik eekhoorn is het hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira spp. (Gozzi et al., 2013) aangetoond en bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Yersinia pestis (Jalal et al., 2019;Koprowski et al., 2016) en VSBV-1 (Hoffmann et al., 2015; Schlottau et al., 2017ab; Tappe et al., 2017) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de grijsbuik eekhoorn is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicocategorie is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De grijsbuik eekhoorn is een omnivoor (Abdullah et al., 2001; Kobayashi et al., 2020; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De grijsbuis eekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3 X De grijsbuik eekhoorns is dagactief met piekmomenten in activiteit in de ochtend en avond (Abdullah et al., 2001; Kobayashi et al., 2020). Grijsbuik eekhoorns spenderen een groot deel van hun tijd aan het foerageren naar fruit en bladeren (Koprowski et al., 2016). De actieve tijd van boomeekhoorns uit de subfamilie Callosciurinae wordt voornamelijk besteed aan foerageren (53,9 +/- 9,2 %) (Bertolino et al., 2004). Grijsbuik eekhoorns eten geen zaden en doen niet aan scatterhoarden (Kobayashi et al., 2020). Grijsbuik eekhoorns spenderen veel tijd aan foerageren. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4   Het dieet van de grijsbuik eekhoorn bestaat voornamelijk uit fruit, maar ook bladeren, schors, bloemen en soms insecten (Kobayashi et al., 2020; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Grijsbuik eekhoornmannetjes hebben een home range van 0,24-0,26 km2 en vrouwtjes van 0,12-0,15 km2. De home ranges van grijsbuik eekhoorns overlappen zowel tussen als binnen de sekse. Home range grootte verandert niet met het paarseizoen (Koprowski et al., 2016; Saiful et al., 2001). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Grijsbuik eekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   De grijsbuik eekhoorn is door zijn arboreale levensstijl erg behendig en vlucht doelgericht naar hoge schuilplekken (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Grijsbuik eekhoorns gebruiken geen holen of kuilen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5 X Grijsbuik eekhoorns leven arboreaal (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Grijsbuik eekhoorns leven in een tropisch klimaat (Koprowski et al., 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de tropische bossen van Zuidoost-Azië waar grijsbuik eekhoorns voorkomen is 20 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 17 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 26 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 40 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 4000 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 85% (Schultz, 2005).

De grijsbuik eekhoorn is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat grijsbuik eekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Koprowski et al., 2016). Bovendien leven grijsbuik eekhoorns in een gebied met weinig temperatuurfluctuaties gedurende de dag en het jaar. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Grijsbuik eekhoorns zijn jaarrond actief (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Grijsbuik eekhoorns hebben een promiscue leefwijze (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de dominantiehiërarchie van de grijsbuik eekhoorn. Grijsbuik eekhoorns leven solitair en hebben overlappende home ranges. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) hebben een lineaire dominantiehiërarchie, die het meest prominent aanwezig is tijdens het paarseizoen (Farentinos, 1972; Koprowski et al., 2016; Tamura et al., 1988). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Er is weinig wetenschappelijke literatuur gevonden over de voortplanting van grijsbuik eekhoorns. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) zijn binnen het eerste levensjaar geslachtsrijp en kunnen 2-3 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 39-44 dagen drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. Grijsbuik eekhoorns planten zich jaarrond voort, maar het is onduidelijk of ze zich meerdere keren per jaar voortplanten. Vrouwtjes zijn geslachtsrijp na het behalen van c.230 g lichaamsgewicht. Grijsbuik eekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Abdullah, S. A., Yusoff-Rashid, N. & Idris, A. H. (2001). Niche segregation among three sympatric species of squirrels inhabiting a lowland dipterocarp forest, Peninsular Malaysia. Mammals Study. 26. 133-144.

Bertolino, S. (2004). The Application of the European Strategy on Invasive Alien Species: An Example with Introduced Squirrels. Hystrix Italian Journal of Mammalogy. 16. 59-69.

Duckworth, J.W. (2016). Callosciurus caniceps. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: https://www.iucnredlist.org/species/3594/.

Farentinos, R. C. (1972). Social dominance and mating activity in the tassel-eared squirrel (Sciurus aberti ferreus). Anim. Behav. 20. 316-326.

Gozzi, A., Guichón, M. L., Benitez, V., Romero, G. N. & Brihuega, C. (2013). First isolation of Leptospira interrogans from the arboreal squirrel Callosciurus erythraeus introduced in Argentina. Wildlife Biology. 19. 483-489.

Hoffmann, B., Tappe, D., Höper, D., Herden, C., Boldt, A., Mawrin, C., Niederstraßer, O., Müller, T., Jenckel, M., van der Grinten, E., Lutter, C., Abendroth, B., Teifke, J. P., Cadar, D., Schmidt-Chanasit, J., Ulrich, R. G. & Beer, M. (2015). A Variegated Squirrel Bornavirus Associated with Fatal Human Encephalitis. N Engl J Med. 373. 154-162.

Jalal, M. S., Islam, M. Z., Dutta, A., Dhar, P. K., Das, A., Hasan, M. M., Barua, H., Biswas, P. K., & Ahad, A. (2019). Antibiotic resistant zoonotic bacteria in Irrawaddy squirrel (Callosciurus pygerythrus). Veterinary medicine and science, 5(2), 260–268.

Kobayashi, S., Placksanoi, J., Taksin, A., Waengsothorn, S., Aryuthaka, C., Panha, S. & Izawa, M. (2020). Activity pattern and resource use of two Callosciurus species in different habitats in northeastern Thailand. Raffles Bulletin of Zoology. 68. 654-661.

Koprowski, J. L., Goldstein, E. A., Bennett, K. R. & Pereira Mendes, C. (2016). Family Sciuridae (Squirrels). In D. E. Wilson, T. E. Lacher Jr. & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.

Saiful, A. A., Idris, A. H., Rashid, Y. N., Tamura, N. & Hayashi, F. (2001). Home Range Size of Sympatric Squirrel Species Inhabiting a Lowland Dipterocarp Forest in Malaysia. Biotropica. 33(2). 346-351.

Schlottau, K., Jenckel, M., van den Brand, J., Fast, C., Herden, C., Höper, D., Homeier-Bachmann, T., Thielebein, J., Mensing, N., Diender, B., Hoffmann, D., Ulrich, R. G., Mettenleiter, T. C., Koopmans, M., Tappe, D., Schmidt-Chanasit, J., Reusken, C. B. E. M., Beer, M. & Hoffmann, B. (2017a). Variegated Squirrel Bornavirus 1 in Squirrels, Germany and the Netherlands. Emerging Infectious Diseases. 23(3). 477-481.

Schlottau, K., Hoffmann, B., Homeier-Bachmann, T., Fast, C., Ulrich, R. G., Beer, M. & Hoffmann, D. (2017b). Multiple detection of zoonotic variegated squirrel bornavirus 1 RNA in different squirrel species suggests a possible unknown origin for the virus. Arch Virol. 162. 2747–2754.

Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World: The Ecological Divisions of the Geosphere (2nd ed.). Stuttgart: Springer.

Tamura, N., Hayashi, F. & Miyashita, K. (1988). Dominance hierarchy and mating behaviour of the Formosan squirrel, Callosciurus erythraeus thaiwanensis. Journal of Mammalogy. 69(2). 320-331.

Tappe, D., Schmidt-Chanasit, J., Reusken, C. B. E. M., Beer, M. & Hoffmann, B. (2017). Variegated Squirrel Bornavirus 1 in Squirrels, Germany and the Netherlands. Emerging Infectious Diseases. 23(3). 477-481.

Weigl, R. (2005). Longevity of mammals in captivity; from the living collections of the world. Frankfurt: Kleine Senckenberg-Reihe.

Bent u tevreden over deze pagina?