Grootoorspringmuis

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Batsaikhan et al., 2016; Michaux & Shenbrot, 2017)
Familie Dipodidae
Subfamilie Euchoreutinae
Genus Euchoreutes
Soort Euchoreutes naso 
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 90-105 mm
  • Staart: 145-180 mm
  • Oren: 39-49 mm
Gewicht 23-45 g
Dieet Insectivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: West-China (Tarim Basin in Zuid-Xinjiang), Noord-China (Helangebergte), Ordos woestijn en Qaidam Basin in Gansu, Westelijk binnenland Mongolië (Nei mongol) en Noord-Qinghai en Zuid-Mongolië. 
  • Habitat: Zand- en gravelvlaktes in woestijngebieden.
Levensverwachting 2 jaar
IUCN-status “Least Concern” 
CITES Niet vermeld

Risicoklasse D

Bij de grootoorspringmuis zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” meerdere risicofactoren vastgesteld. Hierdoor valt de grootoorspringmuis in risicoklasse D. 

Samenvatting beoordeling van de grootoorspringmuis

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).  

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoogrisico zoönotische pathogenen. Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen dezelfde familie (Dipodidae) de Siberische paardenspringmuis zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Coxiella burnetii en Yersinia pestis aangetoond. Deze leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. 
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X
  • De grootoorspringmuis heeft hypsodonte gebitselementen.
  • Grootoorspringmuizen moeten dagelijks langdurig foerageren. 
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Grootoorspringmuizen hebben een grote home range en vertonen territoriaal patrouilleer en/of markeergedrag.
  • Grootoorspringmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Grootoorspringmuizen hebben een sterke vluchtreactie.
  • Grootoorspringmuizen gebruiken uitsluitend zelf gegraven holen. 
Thermoregulatie X
  • De grootoorspringmuis is aangepast aan een droog klimaat met koude periodes.
  • Grootoorspringmuizen houden een obligate winterslaap.
Sociaal gedrag   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. 

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen. Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen dezelfde familie (Dipodidae) de Siberische paardenspringmuis zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Coxiella burnetii (Jin et al., 2018) en Yersinia pestis (Riehm et al., 2011) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. 

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van grootoorspringmuizen is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De grootoorspringmuis is een insectivoor (Ma et al., 2017; Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
V2 X De grootoorspringmuis heeft hypsodonte kiezen en elodonte snijtanden (Lacher et al., 2016; Ma et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V3 X Grootoorspringmuizen leven in zanderige woestijnen en eten kleine voedsel-items, zoals insecten en zaden, die in dit habitat een disperse verspreiding hebben. Grootoorspringmuizen hebben een grote home range, van 2 tot 14,5 ha voor mannetjes en tot 8 ha voor vrouwtjes, en moeten derhalve langdurig foerageren (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
V4   Het dieet van grootoorspringmuizen bestaat uit insecten, plantmateriaal en kleine zoogdieren (Ma et al., 2017; Michaux & Shenbrot, 2017; Smith, 2008). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1 X Grootoorspringmuizen hebben een home range van 2-14,5 ha. Grootoorspringmuizen gebruiken geurmarkering, maar hebben geen gespecialiseerde geurklieren (Randall, 1994). Home ranges zijn geïsoleerd en overlappen nagenoeg niet (Michaux & Shenbrot, 2017). Strikt gescheiden home ranges duiden op patrouilleer- en/of markeergedrag, al is evidentie van deze gedragingen niet beschreven in de wetenschappelijke literatuur. Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R2 X Grootoorspringmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Happold, 1967; Michaux & Shenbrot, 2017; Stubbe et al., 2007). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R3 X Grootoorspringmuizen kunnen tijdens hun erratische vluchtreactie hoge snelheden halen en zijn in staat hoog te springen. Vanwege de dunne poten van de grootoorspringmuis is de kans op fracturen hoog (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R4 X Grootoorspringmuizen gebruiken uitsluitend zelf gegraven holen, die elke dag opnieuw gegraven worden (Michaux & Shenbrot, 2017; Stubbe et al., 2007). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R5   Voor grootoorspringmuizen zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Happold, 1967; Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Grootoorspringmuizen leven in een droog klimaat met koude periodes (Batsaikhan et al., 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimum temperatuur ligt tenminste 1 maand onder het vriespunt. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand ligt maximaal drie maanden boven de 20 °C met maandelijkse maximumtemperaturen van 30 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid ligt onder de 400 mm (Schultz, 2005).

De grootoorspringmuis is aangepast aan een droog klimaat met koude periodes. Deze risicofactor is daarom van toepassing. 

T2   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat grootoorspringmuizen nachtdieren zijn en gebruik maken van een hol (Batsaikhan et al., 2016; Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
T3 X Grootoorspringmuizen houden een obligate winterslaap (Michaux & Shenbrot, 2017; Tupikin et al., 2013). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Grootoorspringmuizen hebben een solitaire en polygame leefwijze (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
S2   Grootoorspringmuizen leven solitair (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S3   Vrouwtjes zijn 25-35 dagen drachtig en krijgen per worp gemiddeld 3 jongen. Grootoorspringmuizen hebben meestal 1 en soms 2 nestjes per jaar (Michaux & Shenbrot, 2017). Grootoorspringmuizen hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Batsaikhan, N., Avirmed, D., Tinnin, D. & Smith, A. (2016). Euchoreutes naso. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: 10.2305/IUCN.UK.20163.RLTS.T8162A22200179.en 

Happold, D. (1967). Biology of the jerboa, Jaculus jaculus butleri (Rodentia, Dipodidae), in the Sudan. Journal of Zoology. 257-275. 

Jin, M., Hao, G., Wang, J., Li, J., Han, D., Zhang, S. & Tian, L. (2018). Investigation on natural infection of rodent-borne pathogens in rodent populations in Urad port area, Inner Mongolia, China in 2015. Chinese Journal of Vector Biology & Control. 29(3). 296-297.  

Lacher Jr., T., Murphy, W., Rogan, J., Smith, A. & Upham, N. (2016). Evolution, phylogeny, ecology and conservation of the Clade Glires: Lagomorpha and Rodentia. In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 1528). Barcelona: Lynx Edicions. 

Ma, H., Ge, D., Shenbrot, G., Pisano, J., Yang, Q. & Zang, Z. (2017). Hypsodonty of Dipodidae (Rodentia) with diet preferences and habitats. Journal of Mammalian Evolution. 24. 485-494. 

Michaux, J. & Shenbrot, G. (2017). Family DIPODIDAE (JERBOAS). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 62-102). Barcelona: Lynx Edicions. 

Randall, J. A. (1994). Convergences and Divergences in Communication and Social Organisation of Desert Rodents. Aust J Zool. 42. 405-433. 

Riehm, J., Tserennorov, D., Kiefer, D., Stuermer, I., Tomaso, H., Zöller, L., Otgonbaatar, D. & Scholz, H. (2011). Yersinia pestis in Small Rodents, Mongolia. Emerging Infectious Diseases. 17(7). 13201322. 

Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.

Smith, A. (2008). Family Dipodidae. In A. Smith, & Y. Xie, A Guide to the Mammals of China (pp. 198202). Princeton, New Jersey: Princeton University Press. 

Stubbe, A., Stubbe, M., Batsaichan, N., Samjaa, R., Driechciarz, E., Driechciarz, R., Schonert, A. & Winter, M. (2007). Euchoreutes naso Sclater, 1890 - ein Säugetier-Endemit Zentralasiens. Erforsch Biol Ress Mongolei (Halle/Saale). 10. 471-486. 

Tupikin, A. A., Ilchenko, O. G. & Richmaer, D. M. (2013). Experimental induction of hibernation in jerboas at the Moscow Zoo. Scientific Research in Zoological Parks. 29. 57-72.

Bent u tevreden over deze pagina?