Hamerkopvleerhond
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Pteropodidae |
---|---|
Subfamilie | Rousettinae |
Genus | Hypsignathus |
Soort | Hypsignathus monstrosus |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte | Kop-romp: 160-297 mm |
Gewicht | 207-419 g |
Dieet | Frugivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | Onduidelijk, speculatie is maximaal 30 jaar. |
IUCN-status | "Least Concern" |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Bij hamerkopvleerhonden zijn zeer hoog-risico zoönotische pathogenen aangetoond. Daarnaast is in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één risicofactor vastgesteld. Om deze redenen valt de hamerkopvleerhond onder risicoklasse F.
Samenvatting beoordeling van de hamerkopvleerhond
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | XF (zeer hoog risico) | Bij de hamerkopvleerhond zijn de zeer hoog-risico zoönotische pathogenen ebolavirus, marburgvirus en een aan SARS gerelateerd coronavirus aangetoond, waardoor de hamerkopvleerhond direct onder risicoklasse F valt. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | Hamerkopvleerhonden moeten dagelijks langdurig foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X | Hamerkopvleerhonden leven vliegend. |
Thermoregulatie | X | De hamerkopvleerhond is aangepast aan een tropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Hamerkopvleerhonden hebben een despotische dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | XF (zeer hoog risico) | Bij de hamerkopvleerhond zijn de zeer hoog-risico zoönotische pathogenen ebolavirus (Pigott et al., 2016; Pourrut et al., 2009; Wynne & Wang, 2013), marburgvirus (Pourrut et al., 2009) en een aan SARS gerelateerd coronavirus (Müller et al., 2007) aangetoond, waardoor de hamerkopvleerhond direct onder risicoklasse F valt. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de hamerkopvleerhond (Giannini et al., 2019) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De hamerkopvleerhond is frugivoor (Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De hamerkopvleerhond heeft geen hypsodonte gebitselementen (Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | X | Hamerkopvleerhonden zijn sociale dieren die vanuit een gemeenschappelijke slaapplaats grote afstanden afleggen om in hun vele vierkante km grote homerange rijpe vruchten en nectar te vinden. Hamerkopvleerhonden moeten daarom langdurig foerageren (Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van hamerkopvleerhonden bestaat uit vruchten van elf verschillende planten genera (Giannini et al., 2019; Marshall, 1985). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Hamerkopvleerhonden hebben een home range van 185-2414 ha (Olson et al., 2019). Hamerkopvleerhonden zijn niet territoriaal (Bradbury, 1977; Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | Hamerkopvleerhonden gebruiken geen afgezonderde nestplaats (Bradbury, 1977). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R3 | Hamerkopvleerhonden vliegen weg bij verstoring en zijn behendige vliegers (Macnamara et al., 1980). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | Hamerkopvleerhonden gebruiken geen holen, maar al aanwezige natuurlijke schuilplaatsen (Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | X | Hamerkopvleerhonden leven gedeeltelijk in de lucht (Wilson, 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X | Hamerkopvleerhonden leven in een tropisch klimaat (Giannini et al., 2019; Schultz, 2005). De gemiddelde maandelijkse minimumtemperatuur komt niet onder de 18 oC. In sommige hoger gelegen gebieden kan in het droge seizoen de minimumtemperatuur onder het vriespunt komen en hamerkopvleerhonden komen tot op een hoogte van 1800 meter voor (Giannini et al., 2019). In de warmste maanden ligt de gemiddelde temperatuur rond de 30 oC met maximum temperaturen van boven de 40 oC. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid varieert van 500-1500 mm in gebieden met een regenseizoen in de zomer tot 2000-4000 mm in tropisch regenwoudgebieden met jaarrond regen. Het tropisch regenwoud heeft een zeer hoge luchtvochtigheid van 90100% (Schultz J. , 2005). Bij vorst bevriezen de vleugels van de hamerkopvleerhond (Carpenter, 1986). De hamerkopvleerhond is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat hamerkopvleerhonden nachtdieren zijn (Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Hamerkopvleerhonden zijn jaarrond actief (Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Hamerkopvleerhonden hebben een polygame leefwijze (Bradbury, 1977; Giannini et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Hamerkopvleerhonden leven solitair of in kleine groepen van 4-25 individuen (Bradbury, 1977). In West Afrika vormen hamerkopvleerhonden harems (Olson et al., 2019). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 6 maanden geslachtsrijp en kunnen twee keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 5-6 maanden drachtig en krijgen per worp 1 jong (Giannini et al., 2019). Hamerkopvleerhonden hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Bradbury, J. (1977). Lek Mating Behavior in the Hammer-headed Bat. Zeitschrift Für Tierpsychologie, 45(3), 225-255.
Carpenter, R. (1986). Flight Physiology of Intermediate-sized Fruit Bats (Pteropodidae). Journal of Experimental Biology, 120, 79-103.
Giannini, N., van Cakenberghe, V., Burgin, C., Tsang, S., Lavery, T., Hintsche, S., . . . O'Toole, B. (2019). Family PTEROPODIDAE (OLD WORLD FRUIT BATS). In D. Wilson, & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 9. Bats (pp. 16-95). Barcelona: Lynx Edicions.
Macnamara, M., Doherty, J., Viola, S., & Schacter, A. (1980). The management and breeding of Hammer-headed bats Hypsignathus monstrosus at the New York Zoological Park. International Zoo Yearbook, 20(1), 260-264.
Marshall, A. (1985). Old World phytophagous bats (Megachiroptera) and their food plants: a survey. Zoological Journal of the Linnean Society, 83, 351-369.
Müller, M., Paweska, J., Leman, P., Drosten, C., Grywna, K., Kemp, A., . . . Swanepoel, R. (2007). Coronavirus Antibodies in African Bat Species. Emerging Infectious Diseases, 13(9), 1367-1370.
Olson, S., Bounga, G., Ondzie, A., Bushmaker, T., Seifert, S., Kuisma, E., . . . Walzer, C. (2019). Lekassociated movement of a putative Ebolavirus reservoir, the hammer-headed fruit bat (Hypsignathus monstrosus), in northern Republic of Congo. PLoS One, 14(10). doi:10.1371/journal.pone.0223139
Parker, S., & Grzimek, B. (1990). Grzimek's Encyclopedia of Mammals. Volume 1: Monotremata, Marsupialia, Insectivora, Macroscelidea, Chiroptera, Dermoptera. New York: McGraw-Hill.
Pigott, D., Millear, A., Earl, L., Morozoff, C., Han, B., Shearer, F., . . . Hay, S. (2016). Updates to the zoonotic niche map of Ebola virus disease in Africa. eLife, 5, 1-13.
Pourrut, X., Sourris, M., Towner, J., Rollin, P., Nichol, S., Gonzalez, J., & Leroy, E. (2009). Large serological survey showing cocirculation of Ebola and Marburg viruses in Gabonese bat populations, and a high seroprevalence of both viruses in Rousettus aegyptiacus. BMC Infectious Diseases, 9(159). doi:10.1186/1471-2334-9-159
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Wilson, D. (2019). Introduction. In D. Wilson, & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 9. Bats (pp. 11-13). Barcelona: Lynx Edicions.
Wynne, J., & Wang, L. (2013). Bats and Viruses: Friend or Foe? PLoS Pathogens, 9(10), 1-4.