Jak

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Castelló, 2016; Groves et al., 2011)
Familie Bovidae
Subfamilie Bovinae
Genus Bos
Soort Bos mutus
Gedomesticeerd Nee. Er zijn binnen de soort populaties die een begin van domesticatie ondergaan, maar het selectief fokken van dieren met voor de mens nuttige eigenschappen is sterk beïnvloed door kruising met wilde jaks en de aangelegde selectiedruk is dermate gering dat deze populaties niet (in hoge mate) als gedomesticeerd kunnen worden beschouwd (Zhang et al. 2020).
Kruising Nee
Volwassen grootte

Gedomesticeerde jak:

  • Kop-romp: 145-218 cm
  • Schofthoogte: 106-129 cm
  • Staart: 60 cm

Wilde jak:

  • Kop-romp: 306-380 cm
  • Schofthoogte: 170-203 cm (m), 137-156 cm (v)
  • Staart: 100 cm
Gewicht Gedomesticeerde jak: 197-593 kg.
Wilde jak: 535-1000 kg (m), 300-350 kg (v).
Dieet Herbivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Gefragmenteerde verspreiding op het Tibetaans Hoogland (China & India).
  • Habitat: Vooral bergweides, maar ook bergsteppes en soms woestijnsteppe. Komen voor van 4000-6100 m hoogte.
Levensverwachting 23 jaar
IUCN-status “Vulnerable”
CITES Bijlage A (Bos mutus).

Risicoklasse F

Jakken zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt de wilde jak onder “risicoklasse F”.

Samenvatting beoordeling van de jak

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (X). Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de jak zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium bovis, Coxiella burnetii, Leptospira interrogans, Brucella abortus en Chlamydia abortus aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor voor zowel de gedomesticeerde jak als de wilde jak.
Letselschade XF Bij jakken is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de jak direct onder risicoklasse F valt.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X De jak heeft hypsodonte gebitselementen.
Jakken moeten dagelijks langdurig foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Thermoregulatie X
  • De jak is aangepast aan een hooggebergteklimaat.
  • Jakken gebruiken speciale koelplaatsen.
Sociaal gedrag X Jakken hebben een despotische dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij de jak zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium bovis (Han et al., 2013), Coxiella burnetii (Yin et al., 2015), Leptospira interrogans (Zhide, 1988), Brucella abortus (Dadar et al., 2020; Jackson et al., 2014) en Chlamydia abortus (Li et al., 2015) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor voor de jak.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2 XF De jak weegt 535-1000 kg (m) of 300-350 kg (v) en beschikt over hoorns van ongeveer 95 cm (m) of 51 cm (v). Mannetjes zijn erg agressief gedurende de bronsttijd. In Chinese dorpen in het leefgebied van de jak zijn mensen aangevallen, verwond en zelfs gedood door jakken (Castelló, 2016; Groves et al., 2011). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van jakken, kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de jak direct onder risicoklasse F valt. 

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De jak is een grazer (Castelló, 2016; Groves et al., 2011; Wiener et al., 2003). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2 X De jak heeft hypsodonte kiezen (Leslie & Schaller, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V3 X Jakken spenderen het merendeel van hun daglichturen aan grazen (Han, 2014). Om aan energiebehoeften te kunnen voldoen moeten grazende herkauwers betrekkelijk veel consumeren en besteden zij dagelijks enkele lange periodes aan foerageren om de grote pens, die is geoptimaliseerd voor de fermentatie van vezels, maximaal te vullen (Hofmann, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4   Het dieet van jakken bestaat uit grassen, zeggen, kruidachtige planten, knollen, korstmossen en mossen (Castelló, 2016; Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Er is geen informatie bekend over de grootte van de home range van jakken. Mannelijke jakken behouden geen territorium (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2   Jakken gebruiken geen afgezonderde nestplaats (Castelló, 2016; Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R3   Jakken zijn erg op hun hoede voor mensen en kunnen lange afstanden vluchten (Castelló, 2016; Groves et al., 2011). Als er iets onverwachts op hun pad verschijnt, bluffen jakken dat ze aanvallen, en stoppen ze op 10-20 m afstand van de indringer (Castelló, 2016). Gezien de vluchtreactie van de jak (Groves et al., 2011; Castelló, 2016), is het aannemelijk dat de jak ook geen sterke of blindelingse vluchtreactie heeft. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Jakken gebruiken geen holen of kuilen (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5   Voor jakken zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Castelló, 2016; Groves et al., 2011; Wiener et al., 2003). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X Jakken leven in een hooggebergteklimaat (Schultz, 2005; Buzzard et al., 2010; Liang et al., 2017). De gemiddelde minimumtemperatuur in het Arjinshan National Nature Reserve (Tibet) waar jakken voorkomen is -4 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -22 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 7 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 42 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 100 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 40% (Liang et al., 2017; Meteoblue, 2021; Schultz, 2005). De jak is aangepast aan een hooggebergteklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
T2 X Jakken maximaliseren warmteafvoer en minimaliseren warmteproductie door koude plekken en schaduw op te zoeken, door in de sneeuw te liggen en door in ijswater te staan (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
T3   Jakken zijn jaarrond actief (Castelló, 2016; Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Jakken hebben een polygame leefwijze (Acharya et al., 2014; Mastromonaco & Gonzalez-Grajales, 2020). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Mannelijke jakken laten dominantiegedrag zien en zorgen ervoor dat andere mannetjes niet met vrouwtjes kunnen paren (Castelló, 2016; Dorji et al., 2002). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie. Mannelijke jakken leven bij de kudde van vrouwtjes, in bachelorgroepen of solitair. Vlak voor de bronsttijd stellen mannelijke jakken een dominantiehiërarchie vast (Groves et al., 2011). Tijdens de bronsttijd leidt een enkel dominant mannetje de kudde van vruchtbare vrouwtjes en jongen (Han, 2014). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Vrouwelijke jakken zijn vanaf 3-4 jaar geslachtsrijp, hebben een postpartum anoestrus van 125 dagen en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 258-270 dagen drachtig en krijgen per worp meestal één jong. Jakken hebben een paarseizoen van midden augustus tot en met september (Groves et al., 2011). Jakken hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Acharya, K. P., Nirmal, B. K., Poudel, B., Bastola, S., Mahato, M. K., Yadav, G. P. & Kaphle, K. (2014). Study on yak husbandry in Mustang district of Nepal. Journal of Hill Agriculture. 5(2). 100-105.

Buzzard, P. J., Zhang, H. B., Xü, D. H. & Wong, H. M. (2010). A globally important wild yak Bos mutus population in the Arjinshan Nature Reserve, Xinjiang, China. Oryx. 44(4). 577-580.

Castelló, J. R. (2016). Tribe Bovini. In: J. R. Castelló, Bovids of the world: antelopes, gazelles, cattle, goats, sheep, and relatives (pp. 596-649). Princeton University Press.

Dadar, M., Shahali, Y., Fakhri, Y. & Godfroid, J. (2020). The global epidemiology of Brucella infections in terrestrial wildlife: A meta‐analysis. Transboundary and Emerging Diseases. DOI: 10.1111/tbed.13735

Dorji, T., Goddard, M., Perkins, J., Robinson, N. & Roder, W. (2002). Genetic diversity in Bhutanese yak (Bos grunniens) populations using microsatellite markers. In Proceedings of the third International Congress on Yak (pp. 197-201).

Groves, C. P., Leslie Jr., D. M., Huffman, B. A., Valdez, R., Habibi, K., Weinberg, P. J., Burton, J. A., Jarman, P. J. & Robichaud, W. G. (2011). Family Bovidae (Hollow-horned Ruminants). In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (pp. 444-779). Barcelona: Lynx Edicions.

Han, Z., Gao, J., Shahzad, M., Meng, X., Liu, M., Zhang, K., Zhang, D., Guo, A., Sizhu, S. & Li, J. (2013). Seroprevalence of bovine tuberculosis infection in yaks (Bos grunniens) on the Qinghai-Tibetan Plateau of China. Tropical animal Health and Production. 45(6). 1277-1279.

Han, J. (2014). Wild yak (Bos mutus Przewalski, 1883). In: M. Melletti & J. Burton, Ecology, Evolution and Behaviour of Wild Cattle: Implications for Conservation. Cambridge University Press.

Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants: a comparative view of their digestive system. Oecologia. 78(4). 443-457.

Jackson, D. S., Nydam, D. V. & Altier, C. (2014). Prevalence and risk factors for brucellosis in domestic yak Bos grunniens and their herders in a transhumant pastoralist system of Dolpo, Nepal. Preventive Veterinary Medicine. 113(1). 47-58.

Krishnan, G., Ramesha, K. P., Kandeepan, G., Chouhan, V. S. & Jayakumar, S. (2010). Effect of seasonal variations on primary physiological responses of yak. Indian J Anim Sci. 80. 271-272.

Leslie, D. M. & Schaller, G. B. (2009). Bos grunniens and Bos mutus (Artiodactyla: Bovidae). Mammalian Species. 836.

Li, Z., Cao, X., Fu, B., Chao, Y., Cai, J. & Zhou, J. (2015). Identification and characterization of Chlamydia abortus isolates from yaks in Qinghai, China. BioMed research international.

Liang, X., Kang, A. & Pettorelli, N. (2017). Understanding habitat selection of the Vulnerable wild yak Bos mutus on the Tibetan Plateau. Oryx. 51(2). 361-369.

Luming, D., Ruijun, L., Zhanhuan, S., Changting, W., Yuhai, Y. & Songhe, X. (2008). Feeding behaviour of yaks on spring, transitional, summer and winter pasture in the alpine region of the Qinghai–Tibetan plateau. Applied Animal Behaviour Science. 111(3-4). 373-390.

Mastromonaco, G. F. & Gonzalez-Grajales, A. L. (2020). Reproduction in female wild cattle: Influence of seasonality on ARTs. Theriogenology.

Meteoblue. (2021). Altun Shan, Xinjiang, China. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/alt….

Sarkar, M., Das, B. C., Mondal, D. B. & Chatterjee, A. (2002). Physiological responses of yak under different environments. Yak production in central Asian highlands (pp. 388-392).

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, The Ecological Divisions of the Geosphere (2 ed.). Berlin: Springer.

Wiener, G., Han, J. & Long, R. (2003). The yak. FAO Regional office for Asia and the Pacific.

Yin, M. Y., Tan, Q. D., Qin, S. Y., Hu, L. Y., Liu, G. H., Zhou, D. H. & Zhu, X. Q. (2015). First serologic survey of Q fever in free-range yaks in China. Iranian Journal of Veterinary Research. 16(2). 210.

Zhang, R. C. (2000). Ecology and biology of yak living in Qinghai-Tibetan plateau. In X. Zhao & R. Zhang, Recent Advances in Yak Reproduction. International Veterinary Information Service.

Zhang, K., J.A. Lenstra, S. Zhang, W. Liu & J. Liu 2020. Evolution and domestication of the Bovini species. Animal Genetics 51(5). https://doi.org/10.1111/age.12974

Zhide, C. (1988). The Epizootiology of Yak Leptospirosis in Some Minority Districts of Sichuan Province. Journal of Gansu Agricultural University, 2.

Zi, X. D. (2003). Reproduction in female yaks (Bos grunniens) and opportunities for improvement. Theriogenology. 59(5-6). 1303-1312.

Bent u tevreden over deze pagina?