Japanse eekhoorn
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Sciuridae |
---|---|
Subfamilie | Sciurinae |
Genus | Sciurus |
Soort | Sciurus lis |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 250-310 g |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 3 jaar wild, 7-10 jaar gevangenschap. |
IUCN-status | "Least concern" |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse E
Bij de Japanse eekhoorn zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Omdat er onvoldoende wetenschappelijke literatuur is gevonden over LG1, scoort de Japanse eekhoorn minimaal een E.
Samenvatting beoordeling van de Japanse eekhoorn
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | G | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | Japanse eekhoorns moeten dagelijks langdurig foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De Japanse eekhoorn is aangepast aan een boreaal- en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Japanse eekhoorns hebben een dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | G | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de Japanse eekhoorn is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016; Thorington et al., 2006). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De Japanse eekhoorn is een omnivoor (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De Japanse eekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Boy & Steenkamp, 2006; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | X | De Japanse eekhoorn is dagactief (Koprowski et al., 2016). Het is niet bekend hoeveel tijd de Japanse eekhoorn aan foerageren besteedt. Verwante boomeekhoorns (Sciurinae) spenderen veel tijd (60-80%) aan foerageren (Koprowski et al., 2016; Lurz et al., 2005). Japanse eekhoorns doen aan scatterhoarden en herbegraven voedselitems meerdere malen. Voedselitems worden vaak op grote afstanden van de vindplaats verstopt (Tamura & Shibasaki, 1996; Tamura et al., 1999; Tamura & Hayashi, 2008). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van de Japanse eekhoorn bestaat uit voornamelijk boomzaden en walnoten, maar ook kruiden, bloemen, kiemen, fruit, insecten, paddenstoelen en vogeleieren (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Japanse eekhoorn mannetjes hebben een home range van 4-30 ha, vrouwtjes van 4-17 ha. De home ranges van mannetjes overlappen, maar die van vrouwtjes hebben minimale overlap (Koprowski et al., 2016; Thorington et al., 2012). Vrouwtjes van aanverwante soorten van het genus Sciurus verdedigen het kerngebied van hun home range tegen andere vrouwtjes (Koprowski, 1998). Dagelijks leggen mannetjes 1400-1500 m af en vrouwtjes 1000-1125 m (Tamura, 2004). Japanse eekhoorns zijn niet territoriaal (Steele et al., 2005). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | Japanse eekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | De Japanse eekhoorn is door zijn arboreale levensstijl erg behendig en vlucht doelgericht naar hoge schuilplekken (Thorington et al., 2006). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Japanse eekhoorns maken gebruik van zelf gegraven holen in de grond (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | X | Japanse eekhoorns zijn arboreaal (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Japanse eekhoorns leven in een boreaal- en subtropisch klimaat (Koprowski et al., 2016; Peel et al., 2007; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de bossen van Honshu en Shikoku waar Japanse eekhoorns voorkomen is 1 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -10 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 29 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 40 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 1900 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 70% (Meteoblue, 2020). De natte zomers en droge winters zijn in tegenstelling met het gematigde zeeklimaat in Nederland, waar de zomers droog en de winters nat zijn (Dijkstra & Dekker, 2008; Schultz, 2005). De Japanse eekhoorn is aangepast aan een boreaal- en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat Japanse eekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats. Bovendien nestelen Japanse eekhoorns in een gat in een boom of een hol (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Japanse eekhoorns gaan in torpor, afhankelijk van de buitentemperatuur, maar houden geen obligate winterslaap (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Japanse eekhoorns hebben een polygame leefwijze (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Japanse eekhoorns leven solitair, maar hebben overlap in home ranges. Japanse eekhoorns hebben een dominantiehiërarchie. Oudere, zwaardere individuen hebben een hogere rang. Dominante dieren hebben vaak ook een grotere home range en zijn meer reproductief (Thorington et al., 2012; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf het eerste jaar geslachtsrijp en kunnen 1-2 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 39-40 dagen drachtig en krijgen per worp 2-6 jongen. Het paarseizoen van de Japanse eekhoorn duurt van februari t/m maart en van mei t/m juni (Koprowski et al., 2016). Japanse eekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Boy, S. & Steenkamp, G. (2006). Odontoma-like tumours of squirrel elodont incisors—elodontomas. Journal of Comparative Pathology. 135(1). 56-61.
Cassola, F. (2016). Sciurus lis. Opgehaald van The IUCN Red List of Threatened Species: http://dx.doi.org/10.2305/IUCN.UK.2016-3.RLTS.T20014A22247065.en
Dijkstra, V. & Dekker, J. (2008). Risico-assessment uitheemse eekhoorns. Arnhem: Zoogdiervereniging VZZ.
Koprowski, J. (1998). Conflict between the sexes: a review of social and mating systems of the tree squirrels. In M. Steele, J. Merrit & D. Zegers, Ecology and evolutionary biology of tree squirrels (pp. 33-41). Virginia: Virginia Museum of Natural History, Special Publication 6.
Koprowski, J., Goldstein, A., Bennett, R. & Mendes, C. (2016). Sciurus lis. In D. Wilson, T. Lacher, & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world vol. 6. Lagomorphs and rodents I. (pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.
Lurz, P., Gurnell, J. & Magris, L. (2005). Sciurus vulgaris. Mammalian Species 769, 1-10.
MeteoBlue. (2020). Japan. Opgehaald van MeteoBlue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/hac…
Peel, M., Finlayson, B. & McMahon, T. (2007). Updated world map of the Köppen-Geiger climate classification. Hydrology and Earth System Sciences Discussions, European Geosciences Union. 4(2). 439-473.
Schultz, J. (2005). The ecozones of the world. Berlijn, Duitsland: Springer.
Steele, M., Wauters, L. & Larsen, K. (2005). Selection, predation and dispersal of seeds by tree squirrels in temperate and boreal forests: are tree squirrels keystone granivores. In P. Forget, J. Lambert, P. Hulme, & S. Vander Wall, Seed fate: predation, dispersal and seedling establishment (pp. 205-221). CABI Publishing.
Tamura, N. (2004). Effects of habitat mosaic on home range size of the Japanese squirrel, Sciurus lis. Mammal Study. 29(1). 9-14.
Tamura, N. & Hayashi, F. (2008). Geographic variation in walnut seed size correlates with hoarding behaviour of two rodent species. Ecological Research. 23(3). 607-614.
Tamura, N. & Shibasaki, E. (1996). Fate of Walnut Seeds, Juglans airanthifolia, Hoarded by Japanese Squirrels, Sciurus lis. Journal of Forest Research. 1(4). 219-222.
Tamura, N., Hashinmoto, Y. & Hayashi, F. (1999). Optimal distances for squirrels to transport and hoard walnuts. Animal Behaviour. 58(3). 635-642.
Thorington, R., Koprowski, J., Steele, M. & Whatton, J. (2012). Squirrels of the world. JHU Press.
Thorington, R., Thorington Jr, R. & Ferrell, K. (2006). Squirrels: the animal answer guide. JHU press.
Wilson, D. & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/