Kinabalu eekhoorn

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Koprowski et al., 2016; Wilman et al., 2014)
Familie Sciuridae
Subfamilie Callosciurinae
Genus Callosciurus
Soort Callosciurus baluensis
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 231-244 mm
  • Staart: 236-251 mm
Gewicht c.370 g
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Borneo, Maleisië (Sabah en Sarawak) en Indonesië (Noordwest-Kalimantan) op de Kinabalu berg op een hoogte tussen 300 en 1800 m.
  • Habitat: Tropisch vochtig laagland en tropisch vochtig montaangebied. De Kinabalu eekhoorn komt voor waar de bergeik ook voorkomt (Quercus, Fagaceae).
Levensverwachting 5 jaar wild, 10-20 jaar gevangenschap.
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

 

Risicoklasse E

Bij de Kinabalu eekhoorn zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de Kinabalu eekhoorn in risicoklasse E.

Samenvatting beoordeling van de kinabalu eekhoorn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Er is op diersoortniveau geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira spp. en VSBV-1 aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.
Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X Kinabalu eekhoorns moeten dagelijks langdurig foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Kinabalu eekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Kinabalu eekhoorns leven arboreaal.
Thermoregulatie X De Kinabalu eekhoorn is aangepast aan een tropisch klimaat.
Sociaal gedrag X Kinabalu eekhoorns hebben een lineaire dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Er is op diersoortniveau geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira spp. (Suut et al., 2018; Thayaparan et al., 2013) en VSBV-1 (Hoffmann et al., 2015; Schlottau et al., 2017ab; Tappe et al., 2017) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de Kinabalu eekhoorn is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicocategorie is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De Kinabalu eekhoorn is een omnivoor (Koprowski et al., 2016; Wilman et al., 2014). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De Kinabalu eekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V3 X De Kinabalu eekhoorn is dagactief met piekmomenten in activiteit in de ochtend en avond. De middagdip is essentieel voor de spijsvertering doordat na het foerageren in de ochtend de maximale capaciteit van het spijsverteringskanaal is behaald (Koprowski et al., 2016). De actieve tijd van boomeekhoorns uit de subfamilie Callosciurinae wordt voornamelijk besteed aan foerageren (53,9 +/- 9,2 %) (Bertolino et al., 2004). Het is onbekend of de Kinabalu eekhoorn meer scatterhoarder of larderhoarder is, maar verwante soorten binnen de subfamilie Callosciurinae met overeenkomsten in gedrag en ecologie zijn scatterhoarders (Hafidzi, 1998; Kobayashi et al., 2019; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4   Het dieet van de Kinabalu eekhoorn bestaat uit zaden, fruit, bladeren en insecten (Koprowski et al., 2016; Wilman et al., 2014). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de home range grootte van de Kinabalu eekhoorn. De Kinabalu eekhoorn heeft overlappende home ranges (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Kinabalu eekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   De Kinabalu eekhoorn is door zijn arboreale levensstijl erg behendig en vlucht doelgericht naar hoge schuilplekken (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Kinabalu eekhoorns gebruiken geen holen of kuilen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5 X Kinabalu eekhoorns leven arboreaal (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Kinabalu eekhoorns leven in een tropisch klimaat (Koprowski et al., 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de tropische bossen van Zuidoost-Azië waar Kinabalu eekhoorns voorkomen is 20 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 17 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 26 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 40 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 4000 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 85% (Schultz, 2005).

De Kinabalu eekhoorn is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat Kinabalu eekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Koprowski et al., 2016). Bovendien leven Kinabalu eekhoorns in een gebied met weinig temperatuurfluctuaties gedurende de dag en het jaar. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Kinabalu eekhoorns zijn jaarrond actief (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de leefwijze van de Kinabalu eekhoorn. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) zijn promiscue en solitair (Koprowski et al., 2016; Tamura et al., 2018). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de dominantiehiërarchie van de Kinabalu eekhoorn. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) leven solitair en hebben vaak overlappende home ranges. Bij deze soorten is er sprake van een lineaire dominantiehiërarchie, die het meest prominent aanwezig is tijdens het paarseizoen (Farentinos, 1972; Koprowski et al., 2016; Tamura et al., 1988). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de voortplanting van Kinabalu eekhoorns. Verwante soorten in de subfamilie (Callosciurinae) zijn binnen het eerste levensjaar geslachtsrijp en kunnen 2-3 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 39-44 dagen drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. Ze planten zich jaarrond voort. Kinabalu eekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Bertolino, S., Mazzoglio, P. J., Vaiana, M. & Currado, I. (2004). Activity budget and foraging behaviour of introduced Callosciurus finlaysonii (Rodentia, Sciuridae) in Italy. Journal of Mammalogy. 85(2). 254-259.

Farentinos, R. C. (1972). Social dominance and mating activity in the tassel-eared squirrel (Sciurus aberti ferreus). Anim. Behav. 20. 316-326.

Hafidzi, M. N. (1998). Plantain squirrel Callosciurus notatus in a plantation habitat. Pertanika J. Trop. Agric. Sci. 21(1). 23-28.

Hoffmann, B., Tappe, D., Höper, D., Herden, C., Boldt, A., Mawrin, C., Niederstraßer, O., Müller, T., Jenckel, M., van der Grinten, E., Lutter, C., Abendroth, B., Teifke, J. P., Cadar, D., Schmidt-Chanasit, J., Ulrich, R. G. & Beer, M. (2015). A Variegated Squirrel Bornavirus Associated with Fatal Human Encephalitis. N Engl J Med. 373. 154-162.

Kobayashi, S., Placksanoi, J., Taksin, A., Aryuthaka, C., Denda, T. & Izawa, M. (2019). Resource use among sympatric Callosciurus spp. (Sciuridae) in tropical seasonal forests during the dry season in northeastern Thailand. Mammal Study. 44(1). 23-32.

Koprowski, J. L., Goldstein, E. A., Bennett, K. R. & Pereira Mendes, C. (2016). Family Sciuridae (Squirrels). In D. E. Wilson, T. E. Lacher Jr. & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.

Schlottau, K., Jenckel, M., van den Brand, J., Fast, C., Herden, C., Höper, D., ... & Hoffmann, B. (2017a). Variegated squirrel bornavirus 1 in squirrels, Germany and the Netherlands. Emerging infectious diseases, 23(3), 477-481.

Schlottau, K., Hoffmann, B., Homeier-Bachmann, T., Fast, C., Ulrich, R. G., Beer, M. & Hoffmann, D. (2017b). Multiple detection of zoonotic variegated squirrel bornavirus 1 RNA in different squirrel species suggests a possible unknown origin for the virus. Arch Virol. 162. 2747–2754.

Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World: The Ecological Divisions of the Geosphere (2nd ed.). Stuttgart: Springer.
Suut, L., Azim Mazlan, M. N., Arif, M. T., Katip, T., Nor Aliza, A. R. & Haironi, Y. (2018). Serovar diversity of Leptospira sp. infecting wild rodents in Sarawak, Malaysia. Tropical Biomedicine. 35(1). 252-258.

Tamura, N., Hayashi, F. & Miyashita, K. (1988). Dominance hierarchy and mating behaviour of the Formosan squirrel, Callosciurus erythraeus thaiwanensis. Journal of Mammalogy. 69(2). 320-331.

Tamura, N., Boonkhaw, P., Prayoon, U., Kachanasaka, B. & Hayashi, F. (2018). Mating calls are a sensitive indicator of phylogenetic relationships in tropical tree squirrels (Callosciurus spp.). Mammalian Biology. 93. 198-206.

Tappe, D., Schmidt-Chanasit, J., Reusken, C. B. E. M., Beer, M. & Hoffmann, B. (2017). Variegated Squirrel Bornavirus 1 in Squirrels, Germany and the Netherlands. Emerging Infectious Diseases. 23(3). 477-481.

Thayaparan, S., Robertson, I., Amraan, F., Su’ut, L. & Abdullah, M.T. (2013). Serological Prevalence of Leptospiral Infection in Wildlife in Sarawak, Malaysia. Borneo J. Resour. Sci. Tech. 2(2). 79-82.

Wilman, H., Belmaker, J., Simpson, J., de la Rosa, C., Rivadeneira, M. M. & Jetz, W. (2014). EltonTraits 1.0: Species-level foraging attributes of the world's birds and mammals. Ecology. 95:2027.

Bent u tevreden over deze pagina?