Lesueurborstelstaartkangoeroerat
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Potoroidae |
---|---|
Subfamilie | - |
Genus | Bettongia |
Soort | Bettongia lesueur |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 0,68-1 kg |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 5 jaar |
IUCN-status | “Near Threatened” |
CITES | Appendix A |
Risicoklasse E
Bij de lesueurborstelstaartkangoeroerat zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Omdat er onvoldoende wetenschappelijke literatuur is gevonden over LG1, scoort de lesueurborstelstaartkangoeroerat minimaal een E.
Samenvatting beoordeling van de lesueurborstelstaartkangoeroerat
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | G | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten moeten dagelijks langdurig foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De lesueurborstelstaartkangoeroerat is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten hebben een lineaire dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | G | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen. Deze risicofactor kan daarom niet beoordeeld worden. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van lesueurborstelstaartkangoeroeratten (Eldridge & Frankham, 2015) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De lesueurborstelstaartkangoeroerat is een omnivoor (Eldridge & Frankham, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De lesueurborstelstaartkangoeroerat heeft geen hypsodonte gebitselementen (Couzens et al., 2016; Janis, 1990; Janis et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | X | De lesueurborstelstaartkangoeroerat is dagelijks 63% van de actieve periode bezig met foerageren (Robley, 1999). Zij moeten veel graven om aan hun voedsel te komen (Eldridge & Frankham, 2015; Woinarski & Burbidge, 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van lesueurborstelstaartkangoeroeratten bestaat uit schimmels, fruit, zaden, bollen, knollen, wortels, bladeren, stengels, en arthropoda (Eldridge & Frankham, 2015; Woinarski & Burbidge, 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten hebben een home range van 86-133 ha (Robley, 1999; Woinarski & Burbidge, 2019). Er is sprake van overlap tussen territoria (Eldridge & Frankham, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten gebruiken een afgezonderde nestplaats als dag/nachtrustplaats (Eldridge & Frankham, 2015; Woinarski & Burbidge, 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | Bij gevaar vluchten lesueurborstelstaartkangoeroeratten circa 20 m in de richting van beschutting (Eldridge & Frankham, 2015; Pizzuto et al., 2007). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten gebruiken uitsluitend zelf gegraven holen, die met elkaar verbonden zijn door tunnels (Eldridge & Frankham, 2015; Noble et al., 2007; Sander et al., 1997; Woinarski & Burbidge, 2019). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor lesueurborstelstaartkangoeroeratten zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Eldridge & Frankham, 2015; Woinarski & Burbidge, 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten leven in een droog tropisch en subtropisch klimaat (Newell, 2009; Schultz J. , 2005; Woinarski & Burbidge, 2019). In het gebied waar lesueurborstelstaartkangoeroeratten voorkomen, zijn er hete zomers met maximale temperaturen van 37 °C en milde winters met minimale temperaturen van 4 °C. De jaarlijkse neerslag is zeer onregelmatig (Newell, 2009). De lesueurborstelstaartkangoeroerat is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat borstelstaartkangoeroeratten nachtdieren zijn, leven in het bos en op de grond en gebruik maken van een hol (Eldridge & Frankham, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten zijn jaarrond actief (Freegard et al., 2007; Robley, 1999). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten hebben een polygame leefwijze (Sander et al., 1997). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Lesueurborstelstaartkangoeroeratten leven in sociale groepen, bestaande uit groepen van 1 mannetje en diverse vrouwtjes tot groepen van 70 individuen (Claridge et al., 2007; Eldridge & Frankham, 2015). In deze groepen heeft het oudste vrouwtje de hoogste rang en het jongste mannetje het laagste (Eldridge & Frankham, 2015; Sander et al., 1997). Er is sprake van een lineaire dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 7 maanden oud geslachtsrijp en kunnen twee worpen per jaar hebben. Vrouwtjes zijn 21 dagen drachtig en krijgen per worp 1 jong (Eldridge & Frankham, 2015). Lesueurborstelstaartkangoeroeratten hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Claridge, A., Seebeck, J., & Rose, R. (2007). Bettongs, potoroos and the musky rat-kangaroo. CSIRO PUBLISHING.
Couzens, A. M. C., Evans, A. R., Skinner, M. M. & Prideaux, G. J. (2016). The role of inhibitory dynamics in the loss and reemergence of macropodoid tooth traits. Evolution. 70(3). 568-585.
Eldridge, M., & Frankham, G. (2015). Burrowing bettong. In A. Russell, A. Mittermeier, & D. Wilson, Handbook of the Mammals of the World, Volume 5: Monotremes and Marsupials. Lynx Edicions.
Freegard, C., Calver, M., Richards, J., & Bradley, J. (2007). Age estimation of pouch young and growth of the burrowing bettong, Bettongia lesueur,(Marsupialia: Potoroidae) on Heirisson Prong, Shark Bay, Western Australia. Western Australia. Australian Mammalogy, 29(2), 157-167.
Janis, C. M. (1990). Correlation of cranial and dental variables with dietary preferences in mammals: a comparison of macropodoids and ungulates. Mem Qd Mus. 28(1). 349-366.
Janis, C. M., Damuth, J., Travouillon, K. J., Figueirido, B., Hand, S. J. & Archer, M. (2016). Palaeoecology of Oligo-Miocene macropodoids determined from craniodental and calcaneal data. Memoirs of Museum Victoria. 74. 209-232.
Newell, J. (2009). The role of the reintroduction of Greater Bilbies (Macrotis lagotis) and Burrowing Bettongs (Bettongia Lesueur) in the ecological restoration of an arid ecosystem: foraging diggings, diet, and soil seed banks (PhD thesis). University of Adelaide.
Noble, J., Mueller, W., Detling, J., & Pfitzner, G. (2007). Landscape ecology of the burrowing bettong: warren distribution and patch dynamics in semiarid eastern Australia. Australian Ecology, 32(3), , 326-337.
Pizzuto, T., Finlayson, G., Crowther, M., & Dickman, C. (2007). Microhabitat use by the brush-tailed bettong (Bettongia penicillata) and burrowing bettong (B. lesueur) in semiarid New South Wales: implications for reintroduction programs. Wildlife Research, 34(4), 271-279.
Robley, A. (1999). The comparative ecology of the burrowing bettong (Bettongia lesueur) and European rabbit (Oryctolagus cuniculus) (PhD thesis). Murdoch University.
Sander, U., Short, J., & Turner, B. (1997). Social organisation and warren use of the burrowing bettong, Bettongia lesueur (Macropodoidea: Potoroidae). . Wildlife Research, 24(2), 143-157.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/
Woinarski, J., & Burbidge, A. (2019). Bettongia lesueur. Opgehaald van IUCN Red List: 10.2305/IUCN.UK.2019-1.RLTS.T2784A21961179.en