Moerascavia
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Caviidae |
---|---|
Subfamilie | Caviinae |
Genus | Cavia |
Soort | Cavia magna |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte | Kop-romp: 220-345 mm |
Gewicht | 440-840 g |
Dieet | Herbivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 2 jaar |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse D
Bij de moerascavia zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de moerascavia in risicoklasse D.
Samenvatting beoordeling van de moerascavia
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoogrisico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Cavia aperea zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans en Yersinia pestis aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X | Moerascavia’s hebben zwemwater nodig. |
Thermoregulatie | X | De moerascavia is aangepast aan een subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van (zeer) hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij de sympatrische en aanverwante soort Cavia aperea zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Leptospira interrogans (Gressler et al., 2010) en Yersinia pestis (Bonvicino et al., 2015) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van moerascavia’s (Lacher, 2016; Leenstra et al., 2010) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De moerascavia is voornamelijk een grazer (Lacher, 2016; da Veiga et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | De moerascavia heeft hypsodonte kiezen en elodonte snijtanden (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Moerascavia’s zijn dagactief met activiteitspieken in de vroege ochtend en namiddag (Lacher, 2016; da Veiga et al., 2019). Moerascavia’s zijn aangepast aan een vezelrijk en energie-arm dieet (Lacher, 2016; Leenstra et al., 2010). De planten die moerascavia’s prefereren zijn dispers verspreid in hun leefgebied, waardoor zij lange afstanden moeten afleggen om hun voedsel te bereiken (da Veiga et al., 2019). Zij zijn monogastrisch en fermenteren het meest in hun cecum. Om voldoende voedingstoffen uit hun voedsel te halen, doen zij aan coprofagie (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van moerascavia’s bestaat uit gras en waterplanten (Lacher, 2016; da Veiga et al., 2019). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Moerascavia mannetjes hebben een home range van gemiddeld 11.830 m2 en de vrouwtjes hebben een home range van gemiddeld 7670 m2. Er is sprake van overlap tussen territoria (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | Moerascavia’s gebruiken geen afgezonderde nestplaats (Kraus et al., 2005). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R3 | Bij gevaar vluchten moerascavia’s via vaste paden richting het struikgewas om in te schuilen (Kraus et al., 2005; Künkele et al., 2005; Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | Moerascavia’s gebruiken geen holen of kuilen (Künkele et al., 2005; Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | X | De moerascavia leeft semi-aquatisch (Kraus et al., 2005). Moerascavia’s leven in moerasgebieden, waar zij foerageren op waterplanten, en hebben zwemvliezen tussen de tenen als aanpassing hierop (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X | Moerascavia’s leven in een subtropisch klimaat (Gonzalez, 2016; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in Zuid-Brazilië waar moerascavia’s voorkomen is 13 °C en de gemiddelde maximumtemperatuur is 24 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 1225 mm (da Veiga et al., 2019). De moerascavia is aangepast aan een subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. De sympatrische en verwante C. aperea gebruikt geen speciale zoel-, koel-, of opwarmplaatsen (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Moerascavia’s zijn jaarrond actief (Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Moerascavia’s hebben een solitaire en polygame leefwijze (Künkele et al., 2005; Lacher, 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | Moerascavia’s leven solitair, maar hebben overlap in home ranges (Künkele et al., 2005; Lacher, 2016). Er is geen sprake van een dominantiehiërarchie (Kraus et al., 2008). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 30-45 dagen oud geslachtsrijp en krijgen gemiddeld 3 nesten per jaar (Lacher, 2016). Vrouwtjes hebben een postpartum oestrus, zijn 64 dagen drachtig en krijgen per worp 1-3 jongen (Kraus et al., 2005; Lacher, 2016). Moerascavia’s hebben een geboortepiek tussen oktober en december (Kraus et al., 2005). Moerascavia’s hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Bonvicino, C. R., Oliveira, J. A., Cordeiro-Estrela, P., D'andrea, P. S. & Almeida, A. M. (2015). A taxonomic update of small mammal plague reservoirs in South America. Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 15(10). 571-579.
Da Veiga, K., Hefler, S., Colares, E. & Colares, I. (2019). Food preference of Cavia magna (Rodentia: Caviidae) on a subtropical island in Southern Brazil. Brazilian Archives of Biology and Technology. 62. e19180467.
Gonzalez, E. (2016). Cavia magna. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: 10.2305/IUCN.UK.2016-2.RLTS.T4066A22188832.en
Gressler, L. T., Da Silva, A. S., Tonin, A. A., Azevedo, M. I., Tales Badke, M. R. & Gonzalez Monteiro, S. (2010). New serovars op Leptospira interrogans in cavy (Cavia aperea). Comparative Clinical Pathology. 19. 119-120.
Kraus, C., Trillmich, F. & Künkele, J. (2005). Reproduction and growth in a precocial small mammal, Cavia magna. Journal of Mammalogy. 86(4). 763-772.
Kraus, C., Pfannkuche, K. A., Trillmich, F. & Groothuis, T. G. G. (2008). High maternal androstenedione levels during pregnancy in a small precocial mammal with female genital masculinisation. MPIDR Working Papers WP-2008-017. Max Planck Institute for Demographic Research, Rostock, Germany.
Künkele, J., Kraus, C. & Trillmich, F. (2005). Does the unusual life history of the precoial cavy (Cavia magna) translate into an exceptional field metabolic rate? Physiological and Biochemical Zoology. 78(1). 48-54.
Lacher Jr., T. (2016). Family Caviidae (Cavies, Capybaras and Maras). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world vol. 6 Lagomorphs and Rodents I (pp. 406-440). Barcelona: Lynx Edicions.
Leenstra, F., Vinke, C., van Dongen, M., Pasmooij, N., van der Leij, R., Ferwerda, R. & Stumpel, J. (2010). Ongerief bij gezelschapsdieren. Lelystad: Wageningen UR Livestock Research.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.