Noord-Afrikaanse renmuis

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Denys et al., 2017)
Familie Muridae
Subfamilie Gerbillinae
Genus Gerbillus
Soort Gerbillus garamantis
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 74-78 mm
  • Staart: 115 mm
Gewicht -
Dieet -
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Alleen bekend vanuit Centraal-Oost-Algerije.
  • Habitat: Droge zones van Zuid-Algerije.
Levensverwachting -
IUCN-status Verzameld onder G. nanus met status “Least Concern”
CITES Niet vermeld

Risicoklasse C

Bij de Noord-Afrikaanse gerbil zijn in twee risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de Noord-Afrikaanse gerbil in risicoklasse C.

Samenvatting beoordeling van de Noord-Afrikaanse renmuis

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden 
over het aan- of afwezig zijn van hoog-risico 
zoönotische pathogenen, maar bij sympatrische en 
aanverwante Gerbillinae soorten zijn de hoogrisico zoönotische pathogeen rabiës, Coxiella 
burnetii, Yersinia pestis en Crimean-Congo 
Hemorrhagic Fever virus aangetoond. Dit leidt 
alleen in het geval van wildvang tot een 
signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van 
toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van 
toepassing.
Ruimtegebruik/veiligheid X • Noord-Afrikaanse gerbils gebruiken een 
afgezonderde nestplaats.
• Noord-Afrikaanse gerbils gebruiken uitsluitend zelf 
gegraven holen.
Thermoregulatie X De Noord-Afrikaanse gerbil is aangepast aan een 
droog tropisch en subtropisch klimaat.
Sociaal gedrag   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van 
toepassing.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het aan- of afwezig zijn van hoog-risico zoönotische pathogenen, maar bij sympatrische en aanverwante Gerbillinae soorten zijn de hoog-risico zoönotische pathogeen rabiësvirus (Botros et al., 1977), Coxiella burnetii (Ahmed, 1987), Yersinia pestis (Dubyanskiy & Yeszhanov, 2016) en Crimean-Congo Hemorrhagic Fever virus (Rabiee et al., 2018) aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van NoordAfrikaanse renmuis is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het dieet van de Noord-Afrikaanse renmuis. Het wordt niet aannemelijk geacht dat zij herbivore browsers zijn, gezien de meest nauw verwante Gerbillus soort G. nanus een omnivoor is (Denys et al., 2017; Ndiaye et al., 2013; Zaime & Gautier, 1989). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De Noord-Afrikaanse renmuis heeft geen hypsodonte gebitselementen (Lacher et al., 2016; Tchernov & Chetboun, 1984). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de tijd die de Noord-Afrikaanse renmuis dagelijks besteedt aan foerageren. De Noord-Afrikaanse renmuis slaat voedsel op in zijn hol (Eisenberg, 1975). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V4   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het dieet van de Noord-Afrikaanse renmuis. Het wordt niet aannemelijk geacht dat zij afhankelijk zijn van een nauwe bandbreedte aan voedsel, gezien de nauw verwante G. nanus zaden, bladeren, bloemen, fruit en arthropoda eet (Zaime & Gautier, 1989). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het home range gebruik. Het wordt niet aannemelijk geacht dat zij territoriaal zijn, gezien de nauw verwante G. nanus overlappende home ranges heeft (Daly & Daly, 1975; Eisenberg, 1975). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Noord-Afrikaanse renmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Denys et al., 2017; Derrickson, 1992). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over een sterke, blindelingse vluchtreactie, maar het bestaan hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht gezien zij gebruik maken van een hol (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4 X Noord-Afrikaanse renmuizen gebruiken uitsluitend zelf gegraven holen (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R5   Voor Noord-Afrikaanse renmuizen zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X Noord-Afrikaanse renmuizen leven in een droog tropisch en subtropisch klimaat (Denys et al., 2017; Schultz, 2005). In het droge tropische en subtropische klimaat ligt, op enkele regionale uitzonderingen na, de gemiddelde 
maandtemperatuur gedurende het hele jaar boven de 10 °C. In sommige gebieden daalt de gemiddelde maandtemperatuur van de koudste maand tot 5 °C. Gedurende 5-12 maanden per jaar ligt de gemiddelde temperatuur boven de 18 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslag varieert, maar is maximaal 500 mm (Schultz, 2005). De Noord-Afrikaanse renmuis is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom 
van toepassing.
T2   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat NoordAfrikaanse renmuizen nachtdieren zijn en gebruik maken van een hol (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over een obligate winterslaap voor Noord-Afrikaanse renmuizen. Een obligate winterslaap wordt ook niet aannemelijk geacht omdat de nauw aanverwante G. nanus geen obligate winterslaap heeft (Sarli et al., 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Noord-Afrikaanse renmuizen hebben een polygame leefwijze (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2   Noord-Afrikaanse renmuizen leven solitair (Randall, 2007). Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de aanwezigheid van een dominantiehiërarchie. Een dominantiehiërarchie wordt ook niet aannemelijk geacht, gezien de nauw verwante G. nanus ook solitair leeft en alleen tijdens de oestrus in contact komt met individuen van de andere sekse (Eisenberg, 1975). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S3   Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de voortplanting van de Noord-Afrikaanse renmuis. Het wordt niet aannemelijk geacht dat zij een grote kans op overbevolking hebben, gezien de nauw verwante G. nanus vanaf 10-17 weken geslachtsrijp is, ongeveer 20 dagen drachtig is en per worp 2-3 jongen krijgt (Denys et al., 2017; Prakash & Jain, 1971). Omdat Noord-Afrikaanse renmuizen solitair leven, hebben ze geen grote kans op overbevolking (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Ahmed, I. (1987). A serological investigation of Q fever in Pakistan. Journal Pakistan Medical Association. 37. 126-129.

Botros, B., Moch, R., Kerkor, M. & Helmy, I. (1977). Rabies in the Arab Republic of Egypt: III. Enzootic rabies in wildlife. Journal of Tropical Medicine and Hygiene. 80(3). 59-62.

Daly, M. & Daly, S. (1975). Socio-Ecology of Saharan Gerbils, Especially Meriones libycus. Mammalia. 39(2). 289-311.

Denys, C., Taylor, P., Burgin, C., Aplin, K., Fabre, P.-H., Haslauer, R., . . . Menzies, J. (2017). Family MURIDAE (TRUE MICE AND RATS, GERBILS AND RELATIVES). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 536-886). Barcelona: Lynx Edicions.

Derrickson, E. (1992). Comparative Reproductive Strategies of Altricial and Precocial Eutherian Mammals. Functional Ecology. 6(1). 57-65.

Dubyanskiy, V. & Yeszhanov, A. (2016). Ecology of Yersinia pestis and the Epidemiology of Plague. In R. Yang & A. Anisimov, Yersinia pestis: Retrospective and Perspective (pp. 101-170). Dordrecht, Nederland: Springer.

Eisenberg, J. (1975). The Behavior Patterns of Desert Rodents. In I. Prakash & P. Ghosh, Rodents in Desert Environments (pp. 189-224). Dordrecht: Springer.

Lacher Jr., T., Murphy, W., Rogan, J., Smith, A. & Upham, N. (2016). Evolution, phylogeny, ecology and conservation of the Clade Glires: Lagomorpha and Rodentia. In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 15-28). Barcelona: Lynx Edicions.

Ndiaye, A., Shanas, U., Chevret, P. & Granjon, L. (2013). Molecular variation and chromosomal stability within Gerbillus nanus (Rodentia, Gerbillinae): taxonomic and biogeographic implications. Mammalia. 77(1). 105-111.

Prakash, I. & Jain, A. (1971). Some observations on Wagner's gerbil, Gerbillus nanus indus (Thomas), in the Indian desert. Mammalia. 35(4). 614-628.

Rabiee, M., Mahmoudi, A., Siahsarvie, R., Krystufek, B. & Mostafavi, E. (2018). Rodent-borne diseases and their public health importance in Iran. PLoS Neglected Tropical Diseases. 12(4).

Randall, J. (2007). Environmental Constraints and the Evolution of Sociality in Semifossorial Desert Rodents. In J. Wolff & P. Sherman, Rodent Societies: An Ecological & Evolutionary Perspective (pp. 368-379). Chicago: University of Chicago Press.

Sarli, J., Lutermann, H., Alagaili, A., Mohammed, O. & Bennett, N. (2015). Reproductive patterns in the Baluchistan gerbil, Gerbillus nanus (Rodentia: Muridae), from western Saudi Arabia: the role of rainfall and temperature. Journal of Arid Environments. 113. 87-94.

Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.

Tchernov, E. & Chetboun, R. (1984). A new genus of gerbillid rodent from the early Pleistocene of the Middle East. Journal of Vertebrate Paleontology. 4(4). 559-569.

Zaime, A. & Gautier, J.-Y. (1989). Comparaison des régimes alimentaires de trois espèces sympatriques de gerbillidae en milieu saharien, au Maroc. Revue d'Ecologie. 44(2). 153-163

Bent u tevreden over deze pagina?