Oostelijke wangzakeekhoorn / Chipmunk

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Cassola, 2016; Koprowski et al., 2016; Nowak, 1999; Weigl, 2005)
Familie Sciuridae
Subfamilie Xerinae
Genus Tamias
Soort Tamias striatus
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 145,9-150 mm
  • Staart: 87,7-93,2 mm
Gewicht 93,9-101 g
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Zuid-Canada en Oost-VS.
  • Habitat: Loofbossen en gefragmenteerde bossen.
Levensverwachting 2-3 jaar wild, 9,5 jaar gevangenschap.
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

 

Risicoklasse D

Bij de oostelijke wangzakeekhoorn zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de oostelijke wangzakeekhoorn in risicoklasse D.

Samenvatting beoordeling van de oostelijke wangzakeekhoorn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de oostelijke wangzakeekhoorn zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Coxiella burnetii, Leptospira spp., rabiësvirus en tick-borne encephalitis aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico pathogenen Yersinia pestis en Francisella tularensis aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.
Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname   In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Oostelijke wangzakeekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Oostelijke wangzakeekhoorns gebruiken uitsluitend zelf-gegraven holen.
Thermoregulatie X De oostelijke wangzakeekhoorn is lokaal aangepast aan een boreaal en continentaal klimaat.
Sociaal gedrag X Oostelijke wangzakeekhoorns hebben een lineaire dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij de oostelijke wangzakeekhoorn zijn de hoog-risico zoönitische pathogenen Coxiella burnetii (Porty, 2016; Thompson et al., 2012), Leptospira spp. (Verma et al., 2019), rabiësvirus (Dowda & DiSalvo, 1984) en tick-borne encephalitis (Fatmi et al., 2017; Montiel-Parra et al., 2007) aangetoond. Bij meerdere sympatrische en aanverwante soorten zijn de hoog-risico pathogenen Yersinia pestis (Straub et al., 2017) en Francisella tularensis (Artsob et al., 1984; Montiel-Parra et al., 2007) aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de oostelijke wangzakeekhoorn is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016). Deze risicocategorie is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De oostelijke wangzakeekhoorn is een omnivoor (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De oostelijke wangzakeekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Koprowski et al. 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3   De oostelijke wangzakeekhoorn is dagactief met een piek in activiteit in het midden van de dag. Het overgrote deel van de actieve tijd in de lente en de zomer wordt besteed aan foerageren en het verzamelen van zaden en noten voor de voedselvoorraad (Elliot, 1978; LaZerte & Kramer, 2016). Tijdens de winter spendeert de oostelijke wangzakeekhoorn de meeste tijd in zijn ondergrondse hol, waar de oostelijke wangzakeekhoorn zich metabolisch aanpast door in torpor te gaan en zich gedragsmatig aanpast door zich te voeden met zijn voedselvoorraad (Munro et al., 2005). De oostelijke wangzakeekhoorn doet voornamelijk aan larderhoarden. Scatterhoarding is alleen waargenomen in jonge individuen die nog niet in staat waren een larder te verdedigen (Clarke & Kramer, 1994). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V4   Het dieet van de oostelijke wangzakeekhoorn bestaat uit zaden, noten, fruit, fungi, arthropoden, amfibieën, slangen, kleine zoogdieren, eieren en jonge vogels (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Oostelijke wangzakeekhoorns hebben een home range van 0,05-0,6 ha en verdedigen een territorium met een radius van 15 m rondom hun hol (Koprowski et al., 2016). Home range-grootte neemt toe wanneer voedsel schaars is (Mares et al., 1976). Oostelijke wangzakeekhoorns gebruiken geen geurmarkering om territoria te markeren (Yahner et al., 1979). Oostelijke wangzakeekhoorns doen wel aan het patrouilleren van hun territorium (Getty, 1981). Oostelijke wangzakeekhoorns zijn solitaire dieren met een kleine home range (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Oostelijke wangzakeekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Koprowski et al., 2016; Panuska & Wade, 1956). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   De oostelijke wangzakeekhoorn zoekt doelgericht beschutting in lage plekken en holen bij tekenen van gevaar (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4 X Oostelijke wangzakeekhoorns graven holensystemen om in te nestelen en hun larder in op te slaan. De subfamilie van de grondeekhoorns en marmotten (Xerinae) is morfologisch aangepast aan het graven van holen (Koprowski et al., 2016; Panuska & Wade, 1956). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R5   Voor oostelijke wangzakeekhoorns zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

De oostelijke wangzakeekhoorn komt voor in verschillende klimaten, namelijk in een boreaal en continentaal klimaat (Koprowski et al., 2016; Schultz, 2005). In de noordelijke loofboombossen van de noordelijke VS en zuidelijk Canada waar oostelijke wangzakeekhoorns voorkomen is de gemiddelde minimumtemperatuur -7 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -45 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 7 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 35 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 900 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 75% (Meteoblue, 2020a; Schultz, 2005).

In de meer zuidelijk gelegen loofbossen in het oosten van de VS waar oostelijke wangzakeekhoorns voorkomen is de gemiddelde minimumtemperatuur 15 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -13 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 24 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 39 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 900 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 75% (Meteoblue, 2020b; Schultz, 2005).

De thermoneutrale zone van de oostelijke wangzakeekhoorn ligt tussen 28 en 32 °C (Levesque & Tattersall, 2009).

De oostelijke wangzakeekhoorn komt voor in een boreaal en continentaal klimaat en populaties zijn lokaal aangepast aan het klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat oostelijke wangzakeekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats. Bovendien maken oostelijke wangzakeekhoorns gebruik van een hol (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Oostelijke wangzakeekhoorns gaan in torpor, afhankelijk van de voedselopslag en de buitentemperatuur, maar houden geen obligate winterslaap (Koprowski et al., 2016; Levesque & Tattersall, 2009; Munro et al., 2005; Thompson et al., 2013). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Oostelijke wangzakeekhoorns hebben een promiscue leefwijze (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Oostelijke wangzakeekhoorns leven solitair en hebben overlap in home ranges (Brenner et al., 1978; Wolfe, 1966). De rang binnen de hiërarchie correleert sterk positief met het lichaamsgewicht. Het is mogelijk dat binnen een populatie meerdere dominante individuen dezelfde rank hebben (Brenner et al., 1978). Agonistische conflicten zijn zeldzaam, maar lopen bij escalatie snel dodelijk af voor subordinate individuen (Koprowski et al., 2016; Wolfe, 1966). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Vrouwtjes zijn vanaf 7-8 maanden geslachtsrijp en kunnen 1-2 keer per jaar werpen. Vrouwtjes hebben geen postpartum oestrus. Vrouwtjes zijn 31-32 dagen drachtig en krijgen per worp gemiddeld 4-5 jongen (max. 15). Oostelijke wangzakeekhoorns hebben twee paarseizoenen, van eind februari tot begin april en van eind juni tot eind juli (Koprowski et al., 2016; Schooley, 1934; Smith & Smith, 1972; Svendsen & White, 1997). Oostelijke wangzakeekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Artsob, H., Spence, L., Surgeoner, G., McCreadie, J., Thorsen, J., Th’ng, C. & Lampotang, V. (1984). Isolation of Francisella tularensis and Powassan virus from ticks (Acari: Ixodidae) in Ontario, Canada. J Med Entomol. 21(2). 165-168.

Brenner, F. J., Gaetano, C. P., Mauser, S. W. & Belowich, D. L. (1978). Body weight and social interactions as factors in determining dominance in captive Eastern chipmunks Tamias striatus. Anim Behav. 26. 432-437.

Cassola, F. (2016). Tamias striatus. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: https://www.iucnredlist.org/species/42583/115191543.

Clarke, M. F. & Kramer, D. L. (1994). Scatter-hoarding by a larder-hoarding rodent: intraspecific variation in the hoarding behaviour of the eastern chipmunk, Tamias striatus. Animal Behaviour. 48(2). 299-308.

Dowda, H. & DiSalvo, A. F. (1984). Naturally Acquired Rabies in an Eastern Chipmunk (Tamias striatus). Journal of Clinical Microbiology. 19(2). 281-282.

Elliott, L. (1978). Social Behavior and Foraging Ecology of the Eastern Chipmunk (Tamias striatus) in the Adirondack Mountains. Washington, D.C.: Smithsonian Institution.

Fatmi, S. S., Zehra, R. & Carpenter, D. O. (2017). Powassan Virus – A New Reemerging Tick-Borne Disease. Frontiers in Public Health. 5(342). 1-12.

Getty, T. (1981). Territorial Behavior of Eastern Chipmunks (Tamias striatus): Encounter Avoidance and Spatial Time-Sharing. Ecology. 62(4). 915-921.

Koprowski, J. L., Goldstein, E. A., Bennett, K. R. & Pereira Mendes, C. (2016). Family Sciuridae (Squirrels). In D. E. Wilson, T. E. Lacher Jr. & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.

LaZerte, S. E. & Kramer, D. L. (2016). Activity of eastern chipmunks Tamias striatus during the summer and fall. Canadian Journal of Zoology. 94(10). 685-695.

Levesque, D. L. & Tattersall, G. J. (2009). Seasonal changes in thermoregulatory responses to hypoxia in the Eastern chipmunk (Tamias striatus). The Journal of Experimental Biology. 212. 1801-1810.

Mares, M. A., Watson, M. D. & Lacher, Jr., T. E. (1976). Home Range Perturbations in Tamias striatus. Food Supply as a Determinant of Home Range and Density. Oecologia. 25(1). 1-12.

Meteoblue. (2020a). Chapais, Quebec, Canada. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/cha….

Meteoblue. (2020b). Homochitto, Mississippi, USA. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/hom….

Montiel-Parra, G., Fuentes-Moreno, H. & Vargas, M. (2007). Primer registro de Ixodes cookei (Acari: Ixodae) para México. Revista Mexicana de Biodiversidad. 78. 205-206.

Munro, D., Thomas, D. W. & Humphries, M. M. (2005). Torpor patterns of hibernating eastern chipmunks Tamias striatus vary in response to the size and fatty acid composition of food hoards. Journal of Animal Ecology. 74. 692-700.

Novak, R. (1999). Walker’s Mammals of the World. Baltimore: Johns Hopkins University Press.

Panuska, J. A. & Wade, N. J. (1956). The Burrow of Tamias striatus. Journal of Mammalogy. 37(1). 23-31.

Porty, A. M. (2016). Investigating Coxiella burnetii at the Livestock – Wildlife Interface (Master’s thesis, Laurentian University, Ontario, Canada). Opgehaald van LU Zone: https://zone.biblio.laurentian.ca/handle/10219/2630.

Schooley, J. P. (1934). A Summer Breeding Season in the Eastern Chipmunk, Tamias striatus. Journal of Mammalogy. 15(3). 194-196.

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, The Ecological Divisions of the Geosphere (2 ed.). Berlin: Springer.

Smith, L. C. & Smith, D. A. (1972). Reproductive biology, breeding seasons, and growth of eastern chipmunks, Tamias striatus (Rodentia: Sciuridae) in Canada. Canadian Journal of Zoology. 50(8). 1069-1085.

Straub, M. H., Roy, A. N., Martin, A., Sholty, K. E., Stephenson, N. & Foley, J. E. (2017). Distribution and prevalence of vector-borne diseases in California chipmunks (Tamias spp.). PLoS ONE. 12(12). e0189352.

Svendsen, G. E. & White, M. M. (1997). Body mass and first-time reproduction in female chipmunks (Tamias striatus). Canadian Journal of Zoology. 75(11). 1891-1895.

Thompson, A. B., Montiglio, P.O. & Humphries, M. M. (2013). Behavioural impacts of torpor expression: A transient effect in captive eastern chipmunks (Tamias striatus). Physiology & Behavior. 110-111. 115-121.

Thompson, M., Mykytczuk, N., Gooderham, K. & Schulte-Hostedde, A. (2012). Prevalence of the Bacterium Coxiella burnetii in Wild Rodents from a Canadian Natural Environment Park. Zoonoses and Public Health. 59. 553-560.

Verma, A., Beigel, B., Smola, C. C., Kitts-Morgan, S., Kish, D., Nader, P., Morgan, J., Roberson, J., Christmann, U., Gruszynski, K., Brandt, L., Cho, E., Murphy, K. & Goss, R. (2019). Evidence of Leptospiral Presence in the Cumberland Gap Region. PLoS Negl Trop Dis. 13(12). e0007990.

Weigl, R. (2005). Longevity of mammals in captivity; from the living collections of the world. Frankfurt: Kleine Senckenberg-Reihe.

Wolfe, J. L. (1966). Agonistic Behavior and Dominance Relationships of the Eastern Chipmunk, Tamias striatus. The American Midland Naturalist. 76(1). 190-200.

Yahner, R. H., Allen, B. L. & Peterson, W. J. (1979). Dorsal and Anal Glands in the Eastern Chipmunk, Tamias striatus. Ohio J Sci. 79(1). 40-43.

Bent u tevreden over deze pagina?