Roodstaarteekhoorn

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Koprowski et al., 2016; Wilson & Reeder, 2005)
Familie Sciuridae
Subfamilie Sciurinae
Genus Sciurus
Soort Sciurus granatensis
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 200-285 mm
  • Staart: 140-280 mm
Gewicht 212-250 g
Dieet Omnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Colombia, Ecuador, Panama, Venezuela, Costa Rica en Trinidad & Tobago.
  • Habitat: Alle soorten tropisch bos, van zeeniveau tot bergen, in extreme droge gebieden, maar ook op picknickplaatsen en bossen waar veel mensen zijn.
Levensverwachting C.6 jaar
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse E

Bij de roodstaarteekhoorn zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de roodstaarteekhoorn in risicoklasse E.

Samenvatting beoordeling van de roodstaarteekhoorn

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de roodstaarteekhoorn is de hoog-risico zoönotische pathogeen Variegated Squirrel Bornavirus-1 (VSBV-1) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.
Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X Roodstaarteekhoorns moeten dagelijks langdurig foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Roodstaarteekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Roodstaarteekhoorns leven arboreaal.
Thermoregulatie X Roodstaarteekhoorns zijn aangepast aan een tropisch klimaat.
Sociaal gedrag X Roodstaarteekhoorns hebben een dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij de roodstaarteekhoorn is het hoog-risico zoönotische pathogeen VSBV-1 aangetoond (Schlottau et al., 2017). Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de roodstaarteekhoorn is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Koprowski et al., 2016; Nitikman, 1985). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De roodstaarteekhoorn is een omnivoor (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De roodstaarteekhoorn heeft geen hypsodonte gebitselementen (Boy & Steenkamp, 2006; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3 X De roodstaarteekhoorn is actief na zonsopgang (rond 6.30) en foerageert rond de 6,5 uur per dag (Koprowski et al., 2016; Nitikman, 1985). Roodstaarteekhoorns doen aan scatterhoarden. De voorraden kunnen zowel op de grond als in de bomen aangelegd worden (Nitikman, 1985). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4   Het dieet van de roodstaarteekhoorn bestaat uit fruit, bladeren, bloemen, zaden, plantensappen, schimmels, gom en paddenstoelen. Ze voeden zich ook met dierlijk materiaal, zoals larven, insecten en kikkerdril (Heaney & Thorington, 1978; Koprowski et al., 2016; Nitikman, 1985). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   Roodstaarteekhoornvrouwtjes hebben een home range van 0,4-0,64 ha en de mannetjes van c.1,5 ha. Vrouwtjes verdedigen hun home range tegen andere vrouwtjes. Er is veel overlap tussen de home ranges van mannetjes (Heaney & Thorington, 1978; Koprowski et al., 2016). Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over markeer- of patrouilleergedrag. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R2 X Roodstaarteekhoorns gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Nitikman, 1985; Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   De roodstaarteekhoorn is door zijn arboreale levensstijl erg behendig en vlucht doelgericht naar hoge schuilplekken (Nitikman, 1985). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4   Roodstaarteekhoorns maken geen gebruik van zelf-gegraven holen of kuilen (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R5 X Roodstaarteekhoorns zijn arboreaal (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Roodstaarteekhoorns leven in een tropisch klimaat (Koprowski et al., 2016; Peel et al., 2007). De gemiddelde minimumtemperatuur in de tropische bossen van de noordelijk Zuid-Amerika, waar roodstaarteekhoorns voorkomen, is 23 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 15 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 32 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 40 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 2500 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 90% (Schultz, 2005).

De roodstaarteekhoorn is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat roodstaarteekhoorns gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats. Bovendien gebruiken roodstaarteekhoorns een nest of een gat in de boom (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
T3   Roodstaarteekhoorns zijn jaarrond actief (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Roodstaarteekhoorns hebben een polygame leefwijze (Koprowski et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Roodstaarteekhoorns leven solitair, maar hebben overlap in home range. Roodstaarteekhoorns hebben een dominantiehiërarchie, die het meest prominent aanwezig is tijdens het paarseizoen (Heaney & Thorington, 1978; Nitikman, 1985). Leeftijd en grootte spelen een rol bij dominantie. Mannetjes domineren vrouwtjes van gelijke grootte en leeftijd (Koprowski, 1998). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Vrouwtjes zijn vanaf 12-15 weken geslachtsrijp en kunnen 2-3 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 45 dagen drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. Roodstaarteekhoorns hebben een paarseizoen van december/januari tot augustus (Nitikman, 1985; Koprowski, 1998; Koprowski et al., 2016; Walker, 1983). Roodstaarteekhoorns hebben geen grote kans op overbevolking. Deze riscofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Boy, S. & Steenkamp, G. (2006). Odontoma-like tumours of squirrel elodont incisors—elodontomas. Journal of Comparative Pathology. 135(1). 56-61.

Heaney, L. & Thorington, R. (1978). Ecology of Neotropical red-tailed squirrels, Sciurus granatensis, in the Panama Canal Zone. Journal of Mammalogy. 59(4). 846-851.

Koprowski, J. (1998). Conflict between the sexes: a review of social and mating systems of the tree squirrels. In M. Steele, J. Merrit & D. Zegers, Ecology and evolutionary biology of tree squirrels (pp. 33-41). Virginia: Virginia Museum of Natural History, Special Publication 6.

Koprowski, J., Goldstein, A., Bennett, R. & Mendes, C. (2016). Sciurus granatensis. In D. Wilson, T. Lacher & R. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world vol. 6. Lagomorphs and rodents I. (pp. 648-837). Barcelona: Lynx Edicions.

Nitikman, L. (1985). Sciurus granatensis. Mammalian Species. 246. 1-8.

Peel, M., Finlayson, B. & McMahon, T. (2007). Updated world map of the Köppen-Geiger climate classification. Hydrology and Earth System Sciences Discussions, European Geosciences Union. 4(2). 439-473.

Schlottau, K., Hoffmann, B., Homeier-Bachmann, T., Fast, C., Ulrich, R., Beer, M. & Hoffmann, D. (2017). Multiple detection of zoonotic variegated squirrel bornavirus 1 RNA in different squirrel species suggests a possible unknown origin for the virus. Archives of Virology. 162(9). 2747-2754.

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world. Berlijn, Duitsland: Springer.

Walker, E. (1983). Walker's Mammals of the World. John Hopkins University Press.

Wilson, D. & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/

Bent u tevreden over deze pagina?