Saiga
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Bovidae |
---|---|
Subfamilie | Antilopinae |
Genus | Saiga |
Soort | Saiga tatarica |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 32,5-51 kg (m), 21,4-40,9 kg (v) |
Dieet | Herbivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 10-12 jaar |
IUCN-status | “Critically Endangered” |
CITES | Bijlage B(II) |
Risicoklasse F
Saiga’s zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt de saiga onder risicoklasse F.
Samenvatting beoordeling van de saiga
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de saiga is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Coxiella burnetii aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicocategorie. |
Letselschade | XF | Bij saiga’s is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de saiga direct onder risicoklasse F valt. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X | Saiga’s hebben een sterke vluchtreactie. |
Thermoregulatie | X | De saiga is aangepast aan een steppeklimaat. |
Sociaal gedrag | X | Saiga’s hebben een despotische dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de saiga is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Coxiella burnetii aangetoond (Orynbayev et al., 2016). Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicocategorie. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | XF |
Saiga’s hebben een gewicht van 20-50 kg en de mannetjes dragen dikke, puntige hoorns van 28-38 cm lang. Mannetjes gebruiken de hoorns als wapens en kunnen elkaar er dodelijk mee verwonden (Bekenov et al., 1998; Groves et al., 2011). Mannetjes kunnen zich agressief naar de mens gedragen en er is daarbij risico dat ze ernstige verwondingen aanrichten met de puntige hoorns (Rduch et al., 2016). Saiga’s zijn wilde dieren en het hanteren van saiga’s vereist ervaring en deskundigheid van de houder (Wolfe, 2015). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van saiga’s kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de saiga direct onder risicoklasse F valt. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De saiga is een mixed-feeder, die voornamelijk gras eet. Het percentage van het dieet dat uit gras bestaat verschilt per populatie en het seizoen (Groves et al., 2011; Hofmann, 1989). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | Saiga’s hebben een hypsodont gebit (Kaiser et al., 2013). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Saiga’s grazen gedurende de gehele dag, behalve tijdens hitte (Groves et al., 2011). Saiga’s zijn herkauwende mixed-feeders met een hoge passeersnelheid in de pens, waardoor frequent foerageren noodzakelijk is (Groves et al., 2011; Hofmann, 1989). Saiga’s moeten dagelijks langdurig foerageren. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van saiga’s bestaat uit c.100 verschillende plantensoorten, waaronder grassen en knoppen (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Saiga’s migreren om diepe sneeuw te mijden en verplaatsen zich dan ongeveer 20 km per dag. Ze migreren twee keer per jaar over afstanden van duizenden kilometers. Saiga’s hebben tijdens de bronst een harem met een home range van 3-10 km2, die verdedigd worden door mannetjes (Groves et al., 2011; Sibiryakova et al., 2017). Mannetjes zijn niet strikt territoriaal, maar verdedigen een harem. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | Saiga’s gebruiken geen afgezonderde nestplaats (Groves et al., 2011; Sibiryakova et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R3 | X | Saiga’s hebben een sterke primaire vluchtreactie en kunnen een vluchtsnelheid van 70-80 km/u bereiken. Wanneer saiga’s over een lange afstand moeten vluchten kan hyperthermie optreden. Saiga’s zijn nerveuze en onvoorspelbare dieren (Bekenov et al., 1998; Berger et al., 2010; Groves et al., 2011; Rduch et al., 2016; Sibiryakova et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | Saiga’s gebruiken geen holen of kuilen (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor saiga’s zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Saiga’s leven in een steppeklimaat (Bekenov et al., 1998; Groves et al., 2011; Jürgensen et al., 2017). De gemiddelde minimumtemperatuur in de steppes van Mongolië en Kazachstan waar saiga’s voorkomen is -1 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -38 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 9 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 31 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 300 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 50%, fluctuerend tussen 20-80% (Meteoblue, 2021). Saiga’s hebben Pasteurella multocida bacteriën van nature in hun neusholte, die bij te warm en vochtig weer zich vermenigvuldigen en bloedvergiftiging kunnen veroorzaken (Kock et al., 2018). De saiga is aangepast aan een steppeklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat saiga’s gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Saiga’s zijn jaarrond actief (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Saiga’s hebben een polygame leefwijze en vormen harems (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Saiga’s vormen tijdens de bronst harems waarbij mannetjes met elkaar vechten om de vrouwtjes. Dominante mannetjes jagen de ondergeschikte mannetjes weg uit de groep. Volwassen mannetjes zijn dominant over de vrouwtjes, maar een dominant vrouwtje leidt de kudde tijdens migraties (Bekenov et al., 1998). Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 6-8 maanden geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn c.138 dagen drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. Saiga’s hebben een paarseizoen in december-januari (Groves et al., 2011). Saiga’s hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Bekenov, A. B., Grachevand, A. & Milner-Gulland, E. J. (1998). The ecology and management of the saiga antelope in Kazakhstan. Mammal Review. 28(1). 1-52.
Berger, J., Murray, K. M., Buuveibaatar, B., Dunbar, M. R. & Lkhagvasuren, B. (2010). Capture of ungulates in Central Asia using drive nets: advantages and pitfalls illustrated by the endangered Mongolian saiga Saiga tatarica mongolica. Fauna & Flora International. 44(4). 512-515.
Groves, C. P., Leslie Jr., D. M., Huffman, B. A., Valdez, R., Habibi, K., Weinberg, P. J., Burton, J. A., Jarman, P. J. & Robichaud, W. G. (2011). Family Bovidae (Hollow-horned Ruminants). In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (pp. 444-779). Barcelona: Lynx Edicions.
Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants: a comparative view of their digestive system. Oecologia. 78. 443-457.
Jürgensen, J., Drucker, D. G., Stuart, A. J., Schneider, M., Buuveibaatar, B. & Bocherens, H. (2017). Diet and habitat of the saiga antelope during the late Quaternary using stable carbon and nitrogen isotope ratios. Quarternary Science Reviews. 160. 150-161.
Kaiser, T. M., Müller, D. W., Fortelius, M., Schulz, E., Codron, D. & Clauss, M. (2013). Hypsodonty and tooth facet development in relation to diet and habitat in herbivorous ungulates: implications for understanding tooth wear. Mammal Review. 43(1). 34-46.
Kock, R. A., Orynbayev, M., Robinson, S., Zuther, S., Singh, N. J., Beauvais, W., Morgan, E. R., Kerimbayev, A., Khomenko, S., Martineau, H. M., Rystaeva, R., Omarova, Z., Wolfs, S., Hawotte, F., Radoux, J. & Milner-Gulland, E. J. (2018). Saigas on the brink: Multidisciplinary analysis of the factors influencing mass mortality events. Science Advances. 4(1). 1-10.
Meteoblue. (2021). Darvia, Mongolia. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/dar… 99.
Orynbayev, M. B., Beauvais, W., Sansyzbay, A. R., Rystaeva, R. A., Sultankulova, K. T., Kerimbaev, A. A., Kospanova, M. N. & Kock, R. A. (2016). Seroprevalence of infectious diseases in saiga antelope (Saiga tatarica tatarica) in Kazakhstan 2012-2014. Preventive Veterinary Medicine. 127. 100-104.
Rduch, V., Zimmermann, W., Vogel, K. H., Ladener, H. & Sliwa, A. (2016). Saiga-Antilopen (Saiga tatarica) im Kölner Zoo: tiergärtnerische Erfahrungen und Beobachtungen. Zeitschrift des Kölner Zoos. 59(3). 135-149.
Sibiryakova, O. V., Volodin, I. A., Frey, R., Zuther, S., Kisebaev, T. B., Salemgareev, A. R. & Volodina, E. V. (2017). Remarkable vocal identity in wild-living mother and neonate saiga antelopes: a specialization for breeding in huge aggregations? The Science of Nature. 104. 1-11.
Wolfe, B. A. (2015). Chapter 63 Bovidae (except sheep and goats) and Antilocapridae. In R. E. Miller & M. E. Fowler, Fowler's Zoo and Wild Animal Medicine, Volume 8 (pp. 626-645). Saunders.