Sikahert
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Cervidae |
---|---|
Subfamilie | Cervinae |
Genus | Cervus |
Soort | Cervus nippon |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 30-176 kg (m), 20-108 kg (v) |
Dieet | Herbivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 15-16 jaar |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Sikaherten zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt het sikahert onder “risicoklasse F”.
Samenvatting beoordeling van het sikahert
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij het sikahert zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium bovis, Coxiella burnetii, Leptospira interrogans en het rabiësvirus aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | XF | Bij sikaherten is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor het sikahert direct onder risicoklasse F valt. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. | |
Sociaal gedrag | X | Sikaherten hebben een lineaire en/of despotische dominantiehiërarchie. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij het sikahert zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium bovis (Partridge et al., 2008), Coxiella burnetii (Cong et al., 2015), Leptospira interrogans (Koizumi et al., 2008; Koizumi et al., 2009) en het rabiësvirus (Tang et al., 2005) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | XF | Het sikahert weegt gewicht 30-176 kg (m) of 20-108 kg (v) en mannetjes beschikken over een gewei (Mattioli, 2011). De mannetjes worden agressief naar de mens tijdens de bronst en gebruiken hun gewei als wapen (Bartoš, 2009). Sikaherten zijn wilde dieren en het hanteren van sikaherten vereist expertise van de houder (Masters & Flach, 2015). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van sikaherten kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor het sikahert direct onder risicoklasse F valt. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | Het sikahert is een mixed-feeder met een voorkeur voor grassen en dwergbamboe (Mattioli, 2011; Ozaki et al., 2007). Het dieet van sikaherten bestaat voor 30-50% uit grassen, afhankelijk van de omgeving (Huerta-Patricio et al., 2005). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | Het sikahert heeft hypsodonte kiezen (Damuth & Janis, 2011; Mendoza & Palmqvist, 2007; Petronio et al., 2011; Powers & Mead, 2019; Ozaki et al., 2007; Ungar, 2015). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Sikaherten zijn voornamelijk nachtactief en zijn 52% van de tijd per dag actief (Yanshu, 2003). Ze spenderen 74,3% van hun actieve tijd overdag aan foerageren en 58,9% ’s nachts (Hao & Hongyan, 2004). Sikaherten zijn herkauwende mixedfeeders met een hoge passeersnelheid in de pens, waardoor frequent foerageren noodzakelijk is (Hofmann, 1989; Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van sikaherten bestaat uit grassen, browsemateriaal, vruchten en zaden (Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Sikaherten hebben een homerange van gemiddeld 10-50 ha (Mattioli, 2011). Home ranges overlappen bijna altijd (Bartoš, 2009). Territoriale mannetjes hebben in Nara park (Japan) een home range van 2,69-7,70 ha. Homeranges van territoriale mannetjes overlappen weinig, maar binnen hun homeranges bestaat een kern (ongeveer 75% van de homerange) dat exclusief is en waarin ze dominant gedrag vertonen tegen indringers. Territoriale mannetjes markeren hun hele homerange (Miura, 1984). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | De jongen van sikaherten gebruiken een beschutte verstopplaats (Bartoš, 2009; Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | X | Sikaherten hebben een sterke primaire vluchtreactie (Borkowski, 2001). Sikaherten kunnen capture myopathy ontwikkelen (Ueno et al., 2018). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | Sikaherten gebruiken geen holen of kuilen (Bartoš, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | Voor sikaherten zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Bartoš, 2009; Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | Sikaherten leven in een gematigd, subtropisch en tropisch klimaat met zomerse regen (Mattioli, 2011; Schultz, 2005). Geïntroduceerde populaties sikaherten komen sinds de 19e eeuw voor in veel Europese landen, waaronder Duitsland, Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (Bartoš, 2009; Lammertsma et al., 2012; Uzal et al., 2013). Sikaherten worden in Europa beschouwd als potentiële invasieve exoten en zijn aangepast aan een gematigd zeeklimaat (Lammertsma et al., 2012). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T2 | Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat sikaherten gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Bartoš, 2009; Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Sikaherten zijn jaarrond actief (Bartoš, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Sikaherten hebben een polygame leefwijze (Bartoš, 2009; Mattioli, 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Sikaherten leven solitair of in kleine groepjes. Vrouwtjes vormen familiegroepen met het nageslacht en mannetjes leven solitair of in kleine, instabiele bachelorgroepen (Mattioli, 2011). Territoriale mannetjes zijn tijdens de bronst dominant in hun territorium (Miura, 1984). Ook in de vrouwelijke familiegroepen en grotere aggregaties is er sprake van een dominantiehiërarchie (Bartoš, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn vanaf 16-18 maanden geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 222-237 dagen drachtig en krijgen per worp één jong. Sikaherten hebben een paarseizoen van september t/m oktober (Mattioli, 2011). Sikaherten hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Bartoš, L. (2009). Sika deer in continental Europe. In D. R. McCullough, S. Takatsuki & K. Kaji, Sika Deer. Biology and management of native and introduced populations (pp. 573-594). Japan: Springer.
Borkowski, J. (2001). Flight behaviour and observability in human-disturbed sika deer. Acta Theriologica. 46(2). 195-206.
Cong, W., Meng, Q., Shan, X., Sun, W., Kang, Y., Chen, L., Wang, W. & Qian, A. (2015). Coxiella burnetii (Q Fever) infection in farmed ruminants in three northeastern provinces and inner Mongolia Autonomous Region, China. Vector-Borne and Zoonotic Diseases. 15(8). 512-514.
Damuth, J. & Janis, C. M. (2011). On the relationship between hypsodonty and feeding ecology in ungulate mammals, and its utility in palaeoecology. Biological Reviews. 86. 733-758.
Hao, L. & Hongyan, S. (2004). Daily activity rhythm and time budget of Sichuan sika deer (Cervus nippon sichuanicus) in spring. Acta Theriologica Sinica. 24(4). 282-285.
Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptations and diversification of ruminants: a comparative view of the digestive system. Oecologia. 78(4). 443-457.
Huerta-Patricio, E., Cameron, K. D., Cameron, G. N. & Medellín, R. A. (2005). Chapter 21 – Conservation Implications of Exotic Game Ranching in the Texas Hill Country. In V. Sánchez-Cordero & R. A. Medellín, Contribuciones Mastozoológicas en Homenaje a Bernardo Villa (pp. 237-252). Conabio: Instituto de Ecología, UNAM.
Koizumi, N., Muto, M., Yamada, A. & Watanabe, H. (2009). Prevalence of Leptospira spp. in the kidneys of wild boars and deer in Japan. The Journal of Veterinary Medical Science. 71(6). 797-799.
Koizumi, N., Muto, M., Yamamoto, S., Baba, Y., Kudo, M., Tamae, Y., Shimomura, K., Takatori, I., Iwakiri, A., Ishikawa, K., Soma, H. & Watanabe, H. (2008). Investigation of reservoir animals of Leptospira in the northern part of Miyazaki Prefecture. Japanese Journal of Infectious Diseases. 61. 465-468.
Lammertsma, D. R., Groot Bruinderink, G. W. & Griffioen, A. J. (2012). Risk assessment of sika deer Cervus nippon in the Netherlands. Wageningen: Alterra, Wageningen UR.
Masters, N. J. & Flach, E. (2015). Chapter 62 - Tragulidae, Moschidae, and Cervidae. In E. Miller & M. Fowler, Fowler's Zoo and Wild Animal Medicine, Volume 8 (pp. 611-625). Columbia en Davis: Saunders.
Mattioli, S. (2011). Family Cervidae. In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (Vol. 2, pp. 350 - 443). Barcelona: Lynx Edicions.
Mendoza, M. & Palmqvist, P. (2007). Hypsodonty in ungulates: an adaptation for grass consumption or for foraging in open habitat? Journal of Zoology. 274. 134-142.
Miura, S. (1984). Social Behavior and Territoriality in Male Sika Deer (Cervus nippon Temminck 1838) during the Rut. Z Tierpsychol. 64(1). 33-73.
Ozaki, M., Suwa, G., Kaji, K., Ohba, T., Hosoi, E., Koizumi, T. & Takatsuki, S. (2007). Correlations between feeding type and mandibular morphology in the sika deer. Journal of Zoology. 272. 244-257.
Partridge, T., Toolan, D., Egan, J. & More, S. (2008). Control of Mycobacterium bovis infection in two sika deer hers in Ireland. Irish Veterinary Journal. 61(1). 27-32.
Petronio, C., Bellucci, L., Martiinetto, E., Pandolfi, L. & Salari, L. (2011). Biochronology and palaeoenvironmental changes from the Middle Pliocene to the Late Pleistocene in Central Italy. Geodiversitas. 33(3). 485-517.
Powers, P. M. & Mead, A. J. (2019). Dental and Mandibular Anomalies in White-tailed Deer (Odocoileus virginianus) from Central Georgia. Georgia Journal of Science. 77(2). 1-11.
Tang, X., Luo, M., Zhang, S., Fooks, A. R., Hu, R. & Tu, C. (2005). Pivotal role of dogs in rabies transmission, China. Emerging Infectious Diseases. 11(12). 1970-1972.
Ueno, M., Iijima, H., Takeshita, K., Takahashi, H., Yoshida, T., Uehara, H., Igota, H., Matsuura, Y., Ikeda, T., Azumaya, M. & Kaji, K. (2018). Robustness of adult female survival maintains a high-density sika deer (Cervus nippon) population following the initial irruption. Wildlife Research. 45(2). 143-154.
Ungar, P. S. (2015). Mammalian dental function and wear: A review. Biosurface and Biotribology. 1(1). 25-41.
Uzal, A., Walls, S., Stillman, R. A. & Diaz, A. (2013). Sika deer distribution and habitat selection: the influence of the availability and distribution of food, cover, and threats. European Wildlife Research. 59. 563-572.
Yanshu, G. (2003). Daily Activity Rhythm and Time Budget of Sichuan Sika Deers. Acta Theriologica Sinica. 23. 104-108.