Tibetaanse gazelle

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Groves et al., 2011) 
Familie Bovidae
Subfamilie Antilopinae
Genus Procapra
Soort Procapra picticaudata
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 91-105 cm
  • Staart: 8-10 cm
  • Schofthoogte: 54-65 cm
Gewicht  13-16 kg
Dieet Herbivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Qinghai-Tibetaanse Plateau en Noord-India. 
  • Habitat: Alpine kruidenweides en alpine steppes op 3000-5750 m boven zeeniveau.
Levensverwachting 8 jaar wild, 5 jaar gevangenschap
IUCN-status “Near Threatened”  
CITES Niet vermeld

Risicoklasse E

Bij de Tibetaanse gazelle zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de Tibetaanse gazelle in risicoklasse E. 

Samenvatting beoordeling van de Tibetaanse gazelle

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).  

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de Tibetaanse gazelle is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Brucella melitensis aangetoond. Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen hetzelfde genus (Procapra) de Mongoolse gazelle (P. gutturosa) is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Leptospira aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. 
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. 

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X
  • De Tibetaanse gazelle heeft hypsodonte gebitselementen.
  • Tibetaanse gazelles moeten dagelijks frequent foerageren. 
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Tibetaanse gazelles gebruiken een beschutte verstopplaats.
  • Tibetaanse gazelles hebben een sterke vluchtreactie.
Thermoregulatie X De Tibetaanse gazelle is aangepast aan een hooggebergteklimaat. 
Sociaal gedrag X Tibetaanse gazelles hebben een despotische dominantiehiërarchie. 

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1 ! (signalerend) Bij de Tibetaanse gazelle is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Brucella melitensis (Ma et al., 2016) aangetoond. Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen hetzelfde genus (Procapra) de Mongoolse gazelle (P. gutturosa) is het hoog-risico zoönotisch pathogeen Leptospira (Leslie, 2010; Olson, 2010) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. 

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte van de Tibetaanse gazelle is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De Tibetaanse gazelle is een mixed-feeder, die zowel browse materiaal als grassen eet (Groves et al., 2011; Leslie, 2010). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2 X De Tibetaanse gazelle heeft hypsodonte kiezen (Kaiser et al., 2013; Leslie Jr., 2010). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
V3 X Tibetaanse gazelles zijn voornamelijk actief tijdens de schemer (Groves et al., 2011). Individuen spenderen 38-58% van de tijd aan foerageren (Leslie, 2010). Tibetaanse gazelles zijn herkauwende mixed-feeders met een hoge passeersnelheid in de pens, waardoor frequent foerageren noodzakelijk is (Hofmann, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
V4   Het dieet van Tibetaanse gazelles bestaat uit kruiden, grassen, zeggen en peulvruchten (Leslie, 2010). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1   De homerange grootte van de Tibetaanse gazelle is in de wetenschappelijke literatuur niet beschreven. Mannetjes markeren tijdens de bronst hun territorium met urine, feces en hun geurklieren. Mannetjes bezoeken elkaars territoria, waardoor er grote, gezamenlijke latrines ontstaan. Tibetaanse gazelles spenderen 9-15% van de tijd aan het zich verplaatsen in de omgeving. Vrouwtjes verplaatsen zich over relatief korte afstanden tussen de seizoenen, van lager gelegen wintergebieden naar hoger gelegen plekken om af te kalven in de zomer (Groves et al., 2011). De territoria van territoriale mannetjes overlappen met elkaar en het territoriaal gedrag is niet obligaat. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
R2 X De jongen van Tibetaanse gazelles gebruiken een beschutte verstopplaats (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R3 X Tibetaanse gazelles hebben een sterke vluchtreactie. Tibetaanse gazelles hebben lange, dunne ledematen en zijn gevoelig voor fracturen (Groves et al., 2011; Leslie, 2010). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R4   Tibetaanse gazelles gebruiken geen holen of kuilen (Groves et al., 2011), deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
R5   Voor Tibetaanse gazelles zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Groves et al., 2011; Leslie, 2010). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X

Tibetaanse gazelles leven in een hooggebergte klimaat (Bhatnagar et al., 2006; Bhatnagar et al., 2007; Jiang et al., 2019; Leslie, 2010). De gemiddelde minimumtemperatuur in het hooggebergte van Tibet waar Tibetaanse gazelles voorkomen is -4 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -21 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 13 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 28 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 100 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 40% (Meteoblue, 2021; Schultz, 2005).

De Tibetaanse gazelle is aangepast aan een hooggebergteklimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.  

T2   Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat Tibetaanse gazelles gebruik maken van een speciale zoel-, koel- of opwarmplaats (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
T3   Tibetaanse gazelles zijn jaarrond actief (Leslie, 2010). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Tibetaanse gazelles hebben een polygame leefwijze (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
S2 X Tibetaanse gazelles leven in groepen van 4-6 individuen. Vrouwtjes vormen vaste groepen met hun nakomelingen. Grote groepen zijn instabiel, maar kunnen voor korte tijd vormen en kunnen 46 individuen groot zijn. Tijdens de bronst verjagen dominante mannetjes ondergeschikte mannetjes uit hun tijdelijke territorium. Er is sprake van een despotische dominantiehiërarchie (Groves et al., 2011; Leslie, 2010). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
S3   Vrouwtjes zijn vanaf 1,5 jaar geslachtsrijp en kunnen één keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 5,5-6 maanden drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. Ze hebben een paarseizoen in januari-februari (Groves et al., 2011; Leslie, 2010). Tibetaanse gazelles hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

Verwijzingen

Bhatnagar, Y. V., Seth, C. M., Takpa, J., Ul-Haq, S., Namgail, T., Bagchi, S. & Mishra, C. (2007). A strategy for conservation of the Tibetan gazelle Procapra picticaudata in Ladakh. Conservation & Society. 5(2). 262-276.

Bhatnagar, Y. V., Wangchuk, R. & Mishra, C. (2006). Decline of the Tibetan gazelle Procapra picticaudata in Ladakh, India. Oryx. 40(2). 229-232.

Groves, C. P., Leslie Jr., D. M., Huffman, B. A., Valdez, R., Habibi, K., Weinberg, P. J., Burton, J. A., Jarman, P. J. & Robichaud, W. G. (2011). Family Bovidae (Hollow-horned Ruminants). In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (pp. 444-779). Barcelona: Lynx Edicions. 

Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants: a comparative view of their digestive system. Oecologia. 78. 443-457. 

Jiang, F., Li, G., Qin, W., Zhang, J., Lin, G., Cai, Z., Gao, H. & Zhang, T. (2019). Setting priority conservation areas of wild Tibetan gazelle (Procapra picticaudata) in China's first national park. Global Ecology and Conservation. 20. e00725. 

Kaiser, T. M., Müller, D. W., Fortelius, M., Schulz, E., Codron, D. & Clauss, M. (2013). Hypsodonty and tooth facet development in relation to diet and habitat in herbivorous ungulates: implications for understanding tooth wear. Mammal Review. 43(1). 34-46. 

Leslie Jr., D. M. (2010). Procapra picticaudata (Artiodactyla: Bovidae). Mammalian Species. 42(861). 138-148. 

Ma, J., Wang, H., Zhang, X., Xu, L., Hu, G., Jiang, H. & Cui, B. (2016). MLVA and MLST typing of Brucella from Qinghai, China. Infectious Diseases of Poverty. 5(1). 1-8. 

Meteoblue. (2021). Xigazê, Tibet, China. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/xig… 279715. 

Olson, K. A. (2010). A literature review of Mongolian gazelle (Procapra gutturosa) ecology from 1998 to present. Mongolian Journal of Biological Sciences. 8(2). 15-24. 

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer. 

Bent u tevreden over deze pagina?