Tijgergenet
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Viverridae |
---|---|
Subfamilie | Viverrinae |
Genus | Genetta |
Soort | Genetta tigrina |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 1,4-2,1 kg |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 9,5-15 jaar |
IUCN-status | "Least Concern" |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse D
Bij de tijgergenet zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de tijgergenet in risicoklasse D.
Samenvatting beoordeling van de tijgergenet
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de tijgergenet is het hoog-risico zoönotische pathogeen Mycobacterium bovis aangetoond. Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen hetzelfde genus (Genetta) de genetkat (G. genetta) zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen het rabiësvirus en Leptospira interrogans aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | Tijgergenetten moeten dagelijks langdurig foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De tijgergenet is aangepast aan een subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de tijgergenet is het hoog-risico zoönotische pathogeen Mycobacterium bovis aangetoond (Lisle et al., 1999). Bij de sympatrische en aanverwante soort binnen hetzelfde genus (Genetta) de genetkat (G. genetta) zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen het rabiësvirus (Swanepoel et al., 1993) en Leptospira interrogans (Millán et al., 2019) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van de tijgergenet is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Jennings & Veron, 2009; Ramsay, 2015). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De tijgergenet is een omnivoor (Gaubert & Veron, 2013; Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De tijgergenet heeft geen hypsodonte gebitselementen (Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | X | De tijgergenet is nachtactief en heeft een grote homerange van 50-100 ha. Civetkatachtigen hebben een relatief grote homerange (tot 14 km2). Ze voeden zich voornamelijk met kleine prooidieren die verspreid voorkomen, en gezocht en overmeesterd moeten worden. Ze moeten daarom langdurig foerageren (Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van tijgergenetten bestaat uit knaagdieren, vogels, arthropoden, vis, reptielen, regenwormen, fruit, zaden, bladeren en gras (Gaubert & Veron, 2013; Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Tijgergenetten hebben een homerange van 50-100 ha. Patrouilleer- en markeergedrag zijn één van de dominant aanwezige activiteiten in het activiteitspatroon binnen de subfamilie (Viverridae). Homeranges van aanverwante soorten binnen het genus (Genetta) overlappen veel tussen, maar niet binnen de seksen. Het gebruik van latrines langs de grenzen van de home range komt ook regelmatig voor (Gaubert & Veron, 2013; Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009; Kingdon, 2015; Roux, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | Tijgergenetten gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als dagrustplaats (Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de vluchtreactie van de tijgergenet. Aanverwante soorten binnen hetzelfde genus (Genetta) met overeenkomsten in ecologie vluchten doelgericht bomen in bij tekenen van gevaar (Gaubert & Veron, 2013; Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | Tijgergenetten gebruiken geen holen of kuilen (Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R5 | X | Tijgergenetten leven semi-arboreaal. Tijgergenetten gebruiken bomen als rustplaats, nestplaats, toevluchtsoord en om te foerageren, en zijn morfologisch aangepast aan een semiarboreale leefwijze (Gaubert & Veron, 2013; Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009; Taylor, 1974). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Tijgergenetten leven in een subtropisch klimaat (Gaubert & Veron, 2013; Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de beboste gebieden in zuidelijk Zuid-Afrika waar tijgergenetten voorkomen is 15 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van -2 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 25 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 41 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 500-900 mm en de luchtvochtigheid is 80% (Meteoblue, 2021; Schultz, 2005). Aanverwante soorten binnen het genus (Genetta) zijn door hun lage metabolisme en hoge warmtegeleiding niet bestand tegen omgevingstemperaturen onder en rond het vriespunt (Roux, 2017). De tijgergenet is aangepast aan een subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel- of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat tijgergenetten nachtdieren zijn (Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Tijgergenetten zijn jaarrond actief (Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Tijgergenetten hebben een polygame leefwijze en leven solitair (Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | Tijgergenetten leven voornamelijk solitair en hebben alleen overlappende home ranges tussen, maar niet binnen de seksen (Gaubert & Veron, 2013; Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S3 | Er is weinig wetenschappelijke literatuur gevonden over de voortplanting van tijgergenetten. Aanverwante soorten binnen het genus (Genetta) zijn vanaf 19-24 maanden geslachtsrijp, zijn polyoestrisch en kunnen 1-3 keer per jaar werpen. Vrouwtjes zijn 70-77 dagen drachtig. Tijgergenetten krijgen per worp 1-3 jongen en hebben een paarseizoen in decemberfebruari (Gaubert & Veron, 2013; Hunter & Barrett, 2011; Jennings & Veron, 2009). Tijgergenetten hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Gaubert, P. & Veron, G. (2013). Family Viverridae: Genets, Linsangs, Civets. In J. Kingdon & M. Hoffmann, The Mammals of Africa. V. Carnivores, Pangolins, Equids and Rhinoceroses (pp. 211-259). London: Bloomsbury.
Hunter, L. & Barrett, P. (2011). Viverridae. In L. Hunter & P. Barrett, A field guide to the carnivores of the world (pp. 76-93). London: New Holland Publishers.
Jennings, A. P. & Veron, G. (2009). Family Viverridae (Civets, genets and oyans). In D. Wilson & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World: Vol. 1. Carnivores (pp. 564-658). Barcelona: Lynx.
de Lisle, G. W., Mackintosh, C. G. & Bengis, R. G. (2001). Mycobacterium bovis in free-living and captive wildlife, including farmed deer. Revue Scientifique et Technique-Office International des Epizooties. 20(1). 86-111.
Kingdon, J. (2015). Carnivores – Carnivora. In J. Kingdon, The Kingdon Field Guide to African Mammals (2nd ed. pp. 360-454). London: Bloomsbury Wildlife.
Meteoblue. (2021). Dwesa, South Africa. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/dwe….
Millán J., Velarde, R., Chirife, A. D. & León-Vizcaíno, L. (2019). Carriage of pathogenic Leptospira in carnivores at the wild/domestic interface. Pol J Vet Sci. 22(4). 589‐598.
Ramsay, E. (2015). Procyonids and Viverids. In R. Miller & M. Fowler, Fowler’s Zoo and Wild Animal Medicine, vol. 8 (pp. 491-497). Saint Louis: Elsevier Saunders.
Roux, R. (2017). Spatio-temporal ecology of the rusty-spotted genet, Genetta maculata, in Telperion Nature Reserve (Mpumalanga, South Africa). Doctoral dissertation, University of South Africa.
Schultz, J. (2005). The ecozones of the world: The Ecological Divisions of the Geosphere. Berlin: Springer.
Swanepoel, R., Barnard, B. J., Meredith, C. D., Bishop, G. C., Brückner, G. K., Foggin, C. M. & Hübschle, O. J. (1993). Rabies in southern Africa. The Onderstepoort Journal of Veterinary Research. 60(4). 325346.
Taylor, M. E. (1974). The functional anatomy of the forelimb of some african viverridae (Carnivora). Journal of Morphology. 143(3). 307-335.
Wilson, D. E. & Reeder, D. M. (2005). Mammal species of the world: A taxonomic and geographic reference. Baltimore: Johns Hopkins University Press.